Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vindt de Wet normering topinkomens (WNT) een effectief instrument. Dat schrijft de bewindsvrouw in een brief waarin ze de Tweede Kamer informeert over de voortgang van het topinkomensbeleid van het kabinet in de (semi-)publieke sector.
Met die constatering lijkt de minister zich weinig aan te trekken van het gemor over de wet dat in toenemende mate te horen is binnen de accountancy. De complexiteit van de wet maakt audits buitengewoon lastig en veel te duur voor de opdrachtgevers, meldde de NBA in november al bij het ministerie. Accountantskantoren zijn de controle van topinkomens in de publieke sector daarom steeds vaker liever kwijt dan rijk zijn, schreef het FD toen.
Ollongren toont zich in de Kamerbrief nu echter overwegend positief over de WNT, al wil ook de minister bekijken of de doelen van de wet op een eenvoudiger manier te bereiken zijn: ‘Uit de huidige gegevens blijkt dat de WNT een effectief instrument is dat bovenmatige bezoldiging in de (semi-)publieke sector tegengaat en zorgt voor transparantie over topinkomens. De WNT-jaarrapportage 2017 laat net als vorig jaar een grote mate van naleving van de wet zien bij de circa 6.000 instellingen die onder de wet vallen. Tegelijkertijd heb ik aandacht voor de toekomstbestendigheid van de WNT. Zo is de tweede wetsevaluatie, waar ik recent mee ben gestart, er mede op gericht om te bezien of de doelen van de wet op een eenvoudiger manier zijn te bereiken.’
Signalering door accountants
Uit de bij de Kamerbrief gevoegde WNT-jaarrapportage 2017 blijkt dat een belangrijk deel van de vermelde overtredingen is gesignaleerd door de accountant. Ten opzichte van de WNT-jaarrapportage 2016 zijn negentien nieuw geconstateerde overtredingen opgenomen. Hiervan zijn er acht door de accountant en elf door de WNT-toezichthouder zelf gesignaleerd. Zes van deze overtredingen zijn al door de betrokken WNT-instelling ongedaan gemaakt.
Het overzicht bevestigt het beeld uit de eerste wetsevaluatie en eerdere WNT-jaarrapportages dat de wet in ruime mate wordt nageleefd, schrijft Ollongren. WNT-instellingen maken overtredingen in vrijwel alle gevallen uit eigen beweging of snel na een herstelopdracht van de WNT-toezichthouder ongedaan, waardoor inzet van formele handhavingsinstrumenten niet nodig is.
Vastleggen gegevens aandachtspunt bij controle
Een aandachtspunt is dat WNT-instellingen voor een goede naleving en controle van de WNT bepaalde gegevens, zoals bijvoorbeeld vakantiedagen en gewerkte uren door interim-topfunctionarissen, moeten vastleggen. Dit gebeurt soms niet of onvoldoende, hetgeen de controle van de accountant en de toezichthouder bemoeilijkt. Dit kan ertoe leiden dat het niet mogelijk is om vast te stellen of er sprake is van een hogere onverschuldigde betaling dan het op basis van de wel aanwezige gegevens vastgestelde bedrag. Het ontbreken van gegevens kan ook gevolgen hebben voor civielrechtelijke procedures over de WNT. Wanneer een instelling de administratie niet op orde heeft, kan de civiele rechter oordelen dat onvoldoende bewijs aanwezig is om (een deel van) de vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling toe te wijzen. In enkele recente zaken deden deze effecten zich voor. In het kader van de tweede wetsevaluatie zal Ollongren bezien in hoeverre op dit punt nadere maatregelen nodig zijn.
NBA: anticumulatiebepaling niet te controleren
Een ander specifiek aandachtspunt is de rol van de accountant bij de anticumulatiebepaling, schrijft Ollongren. Als een topfunctionaris bij verschillende WNT-instellingen leidinggevend topfunctionaris is, mag hij of zij in totaal nooit meer verdienen dan het WNT-maximum. De NBA heeft Ollongren gemeld de naleving van deze bepaling niet te kunnen controleren, omdat de bevoegdheden van accountants zich niet uitstrekken tot WNT-instellingen waarvan ze de jaarrekening niet controleren. De consequentie hiervan is dat de WNT-toezichthouders geen melding van de accountant ontvangen als deze bepaling wordt overtreden. Dit brengt een risico met zich mee dat de toezichthouders overtredingen missen, schrijft de minister. Dit risico is volgens haar echter beperkt van aard: ‘Ten eerste is de nalevingsbereidheid van WNT-instellingen en topfunctionarissen hoog. Ten tweede komt cumulatie van meerdere functies als bestuurder bij WNT-instellingen relatief weinig voor. En tot slot is de accountantsmelding een belangrijke, maar niet de enige bron van informatie voor de WNT-toezichthouders. De WNT-toezichthouders hebben alle bevoegdheden om onderzoek te doen en zo nodig te handhaven.’
Geef een reactie