Een voormalig financieel manager van de stichting Sportbedrijf Amstelveen heeft bij de Accountantskamer succes geboekt in zijn strijd tegen de voormalige accountant van het sportbedrijf. De financieel manager moest vertrekken nadat hij binnen het sportbedrijf, dat een aantal buitensportaccommodaties in Amstelveen beheert, de Raad van Toezicht over de angstcultuur die binnen de organisatie zou heersen informeerde. De financieel manager moest vertrekken, maar spande een zaak aan tegen de accountant die betrokken was bij een kwestie waar ook flinke onenigheid over was ontstaan. De tuchtrechter gaat daar deels in mee en oordeelt dat de accountant onvoldoende heeft onderzocht of voldaan was aan de voor de overdracht van het onderhoud door de gemeente noodzakelijke stappen.
Uitspraak: 17-2574 RA
De gemeente Amstelveen had vanaf 2015 de beheertaken van enkele buitensportlocaties overgedragen aan de stichting. De stichting werd daarmee verantwoordelijk voor de vervanging, het beheer en het dagelijks en groot onderhoud van de buitensportlocaties. Die taak werd gefinancierd door een jaarlijks subsidiebedrag ten behoeve van vervanging sportvelden en door verlaging van de huur van de accommodaties. De financieel manager dacht de kosten te kunnen dekken door dat geld onder te brengen bij een investeringsfonds, maar op advies van de accountant werd gekozen voor het vormen van een voorziening groot onderhoud. De gemeente Amstelveen schreef dat volgens hem voor.
Volgens de voormalige financieel manager was dat advies onjuist. Daardoor zijn de toekomstige uitgaven voor vervanging of renovatie van toplagen voor buitensportaccommodaties in de jaarrekening over 2015 van de stichting ten onrechte niet aangemerkt als investeringen, maar als kosten verantwoord en geparkeerd in de voorziening groot onderhoud, vond hij. Ook zou de waarderingsgrondslag voor de (berekening van de omvang van de) voorziening groot onderhoud in de jaarrekeningen over 2015 en 2016 in strijd zijn met de feiten en met wet- en regelgeving.
Besluiten
De Accountantskamer gaat daar deels in mee en tikt de betrokken RAtant op de vingers. De accountant heeft volgens de tuchtrechter onvoldoende onderzocht of de voor de overdracht noodzakelijke stappen door de gemeente in de vorm van genomen besluit(en) en ondertekening van de huurovereenkomst zijn gezet. Informatie over de feitelijke uitvoering van de overdracht, waarover de accountant wel beschikte, kan deze lacune naar het oordeel van de Accountantskamer niet vullen.
Tekortkomingen in analyse
Met betrekking tot de in het controledossier vastgelegde overwegingen over de aanvaardbaarheid van het opnemen van een voorziening groot onderhoud verwees de accountant bovendien naar een analyse die volgens de Accountantskamer tekortkomingen vertoont. De relevante overwegingen waren daarin namelijk niet of onvoldoende vastgelegd. ‘Zo gaat de analyse niet in op van toepassing zijnde verslaggevingsvoorschriften, wordt geen aandacht besteed aan de wijze waarop een voorziening groot onderhoud gevormd zou moeten worden en aan de bestaande verplichting bij beëindiging van de overdracht het restant van de verkregen fondsen te retourneren aan de gemeente. De analyse is daarom incompleet en vormt daarmee geen zorgvuldige onderbouwing van het besluit van betrokkene het vormen van de voorziening en de omvang daarvan aanvaardbaar te achten.’
Dat in aanmerking nemend moet de conclusie volgens de tuchtrechter luiden dat de accountant bij de controle van de gevormde voorziening voor groot onderhoud in verschillende opzichten is tekortgeschoten. Hij heeft daarmee het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zoals opgenomen in artikel 2 onder d van de VGBA geschonden. Een waarschuwing vindt de tuchtrechter op zijn plaats.
Geef een reactie