Een kwart van de aanvragen voor een horecavergunning in Amsterdam wordt via onderhandse leningen mogelijk gefinancierd met geld van dubieuze herkomst. Dat schrijft burgemeester Halsema aan de hoofdstedelijke gemeenteraad. Er wordt actie ondernomen om het proces van vergunningverlening aan te scherpen.
De politie, het OM, FIU-Nederland, inspectie SZW en de gemeente Amsterdam hebben onderzoek gedaan naar investeringen in de Amsterdamse horeca via onderhandse leningen.
Herkomst vaag, toch vergunning
Bij de aanvraag van nieuwe horecavergunningen wordt in meer dan de helft van de gevallen gebruik gemaakt van onderhandse financieringen, zo blijkt. ‘De herkomst van het onderhands geleende geld is – ook na het stellen van aanvullende vragen – niet altijd duidelijk’, schrijft Halsema. Desondanks worden ook in die gevallen gewoon vergunningen verleend. ‘Dit is een zorgelijke constatering, die vraagt om aanpassingen van de werkwijze van de gemeente.’ Dubieuze financieringen kunnen immers wijzen op witwassen.
Circa 3% van de financiers heeft verdachte transacties op zijn naam staan en 35% heeft een strafblad. Ruim een kwart (27%) van de onderhandse leningen is niet verklaarbaar.
Proces aangescherpt
De gemeente gaat met een aantal aanbevelingen uit het rapport aan de slag. Screeningen worden nauwkeuriger door meer uniforme werkprocessen. Er zal ook mer eenduidig naar buiten worden getreden. Is er ontbrekende informatie, dan krijgt de aanvrager van een vergunning twee kansen om die alsnog aan te leveren. Daarna wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Verder wordt geïnvesteerd in opleiding en informatievoorziening van de vergunningverleners. Tot slot zijn de indieningsvereisten aangescherpt, waardoor met name bij buitenlandse financieringen de herkomst beter beoordeeld kan worden.
Het grote aantal onderhandse leningen duidt op problemen bij het aanvragen van mkb-krediet bij banken, schrijft Halsema. Ze wil daarover met banken gaan praten.
Geef een reactie