De Rabobank heeft een klant na het overlijden van zijn echtgenote ten onrechte niet de mogelijkheid geboden om de spaarrekening eigen woning (SEW) voort te zetten. Dat oordeelt de klachtencommissie Financiële Dienstverlening van klachteninstituut Kifid.
Na het overlijden van zijn echtgenote in 2012 loste de bank de helft van de op dat moment opgebouwde waarde in de SEW af op de hypothecaire geldlening. Fiscaal bestaat er ook de mogelijkheid van voortzetting en daarom klaagde de klant dat de bank hem de mogelijkheid op dat fiscale voordeel ten onrechte heeft niet aangeboden. Kifid oordeelt dat de bank geen overtuigende argumenten heeft gegeven voor haar beleid om die fiscale mogelijkheden niet te bieden. Om die reden heeft de weduwnaar recht op schadevergoeding, Kifid wijst een bedrag van 11.523 euro toe.
In essentie betreft het hier de vraag of de bank mocht verlangen dat op het moment van overlijden van zijn partner de geldlening moest worden afgelost met de helft van de op dat moment in de SEW opgebouwde waarde, overweegt de klachtencommissie in de uitspraak. ‘De Commissie merkt daarbij op dat het de Bank in beginsel vrij staat haar eigen beleid te kiezen. De vraag is dus of de weigering van de Bank om de rekening op naam van alleen Consument voort te zetten in die zin onaanvaardbaar is. Een antwoord op die vraag vergt een afweging van de belangen van Consument enerzijds en die van de Bank anderzijds door de Commissie. […]
Naar het oordeel van de Commissie heeft de Bank de redenen voor de inrichting van haar beleid niet nader onderbouwd. Zij heeft zowel in het kader van haar eigen interne klachtprocedure als in de procedure bij de Commissie louter verwezen naar de door haar gehanteerde voorwaarden, zonder de keuze voor dat beleid met redenen te omkleden. Ter zitting heeft de Bank gesteld dat er erfrechtelijke gronden zijn voor het gehanteerde beleid. De Bank heeft echter ook nagelaten die stelling met redenen te omkleden. Consument heeft gemotiveerd gesteld dat hij zwaarwegende belangen heeft bij de voortzetting van de SEW zonder dat deze tot uitkering komt. Hij heeft gesteld dat de fiscale mogelijkheid juist in het leven geroepen is om financiële pijn na overlijden zoveel mogelijk te beperken. Bovendien heeft hij gesteld dat het op grond van de zorgplicht op de weg van de Bank ligt om in de inrichting van haar beleid juist rekening te houden met deze belangen van Consument. Nu niet duidelijk is gemaakt door de Bank waaruit haar belang bestaat om fiscale mogelijkheden te beperken en Consument zwaarwegende belangen heeft bij gebruik van een niet door de Bank geboden wettelijke mogelijkheid, oordeelt de Commissie dat de weigering de SEW op alleen de naam van Consument voort te zetten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht. […]
Dit leidt ertoe dat de door Consument geleden schade vergoed zal moeten worden. Deze schade bestaat in de eerste plaats uit misgelopen fiscaal voordeel van € 11.523,-. Dit bedrag dient door de Bank aan Consument te worden vergoed.’
Geef een reactie