KPMG heeft een kort geding verloren tegen de curatoren van een failliete handel in papier en aanverwante producten. Het bedrijf moet alsnog meewerken aan het onderzoek door controledossiers over te dragen, oordeelt de rechtbank in Amsterdam. Eerder kregen twee accountants al een berisping en een waarschuwing van de Accountantskamer.
De Nederlandse tak van de Australische papiergroothandel Paperlinx ging in 2015 failliet. De curatoren schakelden daarna forensisch experts van Grant Thornton in om de boeken te bekijken. Zij zagen mogelijke fouten van huisaccountant KPMG. Maar die wilde niet meewerken en weigerde verzoeken van de curatoren om dossiers te laten zien. Dat moet nu alsnog, luidt het vonnis in het kort geding: binnen vier weken moeten de controledossiers van de laatste vijf boekjaren worden overgedragen, inclusief aanvullende documenten waar de curatoren om hadden gevraagd. Bovendien geldt een dwangsom van maximaal € 100.000.
In september al tuchtrechtelijk behandeld
In september kwam de zaak al voor de Accountantskamer: twee RA’s van KPMG kregen toen een waarschuwing en een berisping opgelegd vanwege tekortkomingen in de controle en vanwege de weigering te voldoen aan het informatieverzoek van de curatoren. De ene RA was tussen 2009 en 2013 controlerend accountant geweest van een van de bij de groothandel betrokken BV’s, haar collega controleerde de boeken van de holdingmaatschappij in 2013/2014. Die BV was onderdeel van een programma waarbij handelsvorderingen werden doorgeschoven binnen het concern. Volgens de curatoren hadden beide accountants dat programma op een onjuiste manier verantwoord en geen continuïteitsparagraaf in de controleverklaringen opgenomen. Op dat laatste punt kregen zij bij de tuchtrechter geen gelijk: het was onvoldoende aannemelijk dat al jaren sprake was van een onzekerheid van materieel belang omtrent de continuïteit. Meewerken aan het curatorenonderzoek, wat een van beide RA’s had geweigerd, is echter onlosmakelijk verbonden met de uitvoering van de controleopdracht, aldus de Accountantskamer. Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat de controlerend accountant in het verslag over boekjaar 2010/2011 wel al twijfel heeft geuit over de continuïteit van het bedrijf, maar dat daarna achterwege heeft gelaten.
Beroep in tuchtzaak
KPMG wees in het geding op de geheimhoudingsplicht van accountants en stelde dat er geen spoedeisend belang was, nu het faillissement al jaren geleden is uitgesproken. Maar dat is volgens de rechter ‘de wereld op zijn kop’: juist de houding van de accountants zorgde voor de vertraging. De rechter is evenmin te spreken over de weigerachtige houding van KPMG nadat de Accountantskamer al uitspraak had gedaan in de tuchtzaak. Daartegen heeft KPMG beroep aangetekend; een besluit over een hoger beroep tegen de kortgedinguitspraak is nog niet genomen.
Bron: FD
Lees ook: RA werkt niet mee aan informatieverzoek curatoren: berisping
Geef een reactie