Accountantskantoren hebben vorig jaar bijna driekwart meer meldingen gedaan van ongebruikelijke transacties. Ze zijn goed voor de meerderheid van alle Wwft-meldingen. Dat meldt het Bureau Financieel Toezicht (BFT), toezichthouder op de naleving van de Wwft.
In 2019 hebben de onder toezicht van het BFT staande bedrijven (notarissen, gerechtsdeurwaarders en Wwft-plichtigen) in totaal 5.045 meldingen van ongebruikelijke transacties gedaan bij de FIU-Nederland. Dat is twee derde meer dan in 2018, toen nog 3.085 meldingen werden gedaan. Van de meldingen is 76,6% gedaan op grond van de zogeheten subjectieve indicator. Dan gaat het om een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat die verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme. In 2018 was dat nog 89% van alle meldingen. De rest kwam voort uit toezichtsonderzoek door het BFT.
Bewustwording toegenomen
Het BFT ziet vooral bij accountants- en notariskantoren een significante stijging van het aantal meldingen. ‘Voor de belastingadvies- en administratiekantoren geldt dat het aantal meldingen gelijk is gebleven. De bewustwording over de verplichtingen die voortvloeien uit de Wwft lijkt derhalve met name bij de accountants- en de notariskantoren in 2019 te zijn toegenomen.’ Accountantskantoren waren vorig jaar goed voor 68% van alle meldingen (het jaar ervoor 72%). Het aantal meldingen door deze groep groeide van 1.987 naar 3.444. Notarissen namen 26% (17%) voor hun rekening. Van het aantal instellingen dat melding heeft gedaan, was 57% een accountantskantoor.
Handhavende maatregelen
Onder Wwft-plichtigen (waaronder naast accountants ook belastingadviseurs en administratiekantoren) trad het BFT vorig jaar 69 keer handhavend op. Er volgde 22 keer een aanwijzing, 20 keer een boete, 13 keer een last onder dwangsom en 12 keer een waarschuwingsbrief. Tweemaal werd er aangifte gedaan. Notarissen kregen 77 keer te maken met handhavend optreden van het BFT, gerechtsdeurwaarders 82 keer. Bij de Wwft-plichtigen gaat het vooral om nalatigheid: in ruim een op de drie gevallen werd niet aan de meldingsplicht voldaan. Ruim een kwart had de procedures of opleiding niet op orde en een kleine 40% had onvoldoende cliëntonderzoek verricht.
Weinig kennis bij kleine kantoren
Sinds juli 2018 moeten de Wwft-verplichtingen worden vastgelegd in een risicobeleid en -management en er moet een compliance officer aangesteld zijn bij organisaties vanaf 50 medewerkers. ‘De instellingen zijn meer verantwoordelijk geworden voor het feit dat zij het risico van de klant goed hebben ingeschat. Dit vereist een grote mate van kennis van de cliënt. Vooral bij de kleine en eenmansadministratiekantoren merkt het BFT dat kennis omtrent de Wwft veelal ontbreekt’, aldus het BFT. ‘Net als bij de notarissen geldt dat bij de (kleine) administratiekantoren het steeds moeilijker wordt te voldoen aan alle onderzoekseisen die gedaan moeten worden vanuit de poortwachtersrol en de verplichtingen die daartoe zijn vastgelegd in de Wwft. Voor met name deze kleine kantoren geldt dat een toenemende samenwerking kansen biedt om aan deze rol te (blijven) voldoen.’
Digin Wwft
De administratiekantoren vormen de grootste groep ondertoezichtstaanden en blijken dus vaak over onvoldoende kennis van de Wwft te beschikken. Daar gaat het BFT mee aan de slag. ‘Een mogelijke reden hiervoor is dat veel van deze kantoren niet zijn aangesloten bij een beroepsorganisatie. Het BFT heeft daarom besloten deze groep administratiekantoren voor te lichten én te bevragen met het geautomatiseerd systeem Digin Wwft. Met deze ontwikkelde tool worden relatief grote groepen administratiekantoren bereikt. Zo zijn in 2019 bijna 1.200 (grotendeels kleine) administratiekantoren geïnformeerd over de Wwft. Tevens zijn 75 kantoren verzocht de online assessment in te vullen. De uitkomsten van deze assessments hebben geleid tot tien onderzoeken, waarvan er zeven zijn afgerond in 2019.
Bron: Jaarverslag BFT
Geef een reactie