Een groep insolventiejuristen roept de politiek in een open brief op om de vertraagde Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) alsnog zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. De Tweede Kamer besloot onlangs tot uitstel, maar door de economische gevolgen van het coronavirus is invoering van de WHOA volgens de juristen juist extra urgent.
Spoedige invoering noodzakelijk
Ondanks alle steunmaatregelen van de overheid zullen tal van ondernemingen in financiële moeilijkheden komen, schrijven de juristen. ‘Het is van groot belang om faillissementen waar mogelijk te voorkomen. Dat kan door het aanbieden van een onderhands akkoord. Nu vereist dat nog instemming van alle betrokken crediteuren. Dat is onwenselijk, omdat een dwarsligger een akkoord waarmee de meerderheid van de crediteuren instemt kan blokkeren. Daarom is het noodzakelijk dat de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) zo spoedig mogelijk in werking treedt. Die wet maakt het mogelijk ook dwarsliggende crediteuren aan een akkoord te binden. Daardoor kan faillissement van in essentie gezonde ondernemingen met een te hoge schuldenlast worden voorkomen.’
Verbijsterd
Aan de WHOA is sinds 2013 gewerkt. ‘De wet is helemaal klaar en kan volgende week worden ingevoerd’, schrijven de juristen. ‘De wet is buitengewoon goed doordacht. Er is een groot maatschappelijk draagvlak Alle externe adviezen zijn positief. De rechtspraktijk is er klaar voor. Het enige dat nog nodig is, is dat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer voor de WHOA stemmen. Verleden week heeft de Tweede Kamer besloten om de behandeling van het wetsvoorstel uit te stellen. Wij zijn verbijsterd door het gebrek aan urgentie bij de politiek.’
Voordelen
De briefschrijvers sommen verder de voordelen op die de WHOA volgens hen heeft: ‘Bij faillissement van een onderneming treedt enorme maatschappelijke schade op. Die schade kan aanzienlijk worden beperkt als bedrijven een dwangakkoord aan hun crediteuren kunnen aanbieden. Dan kan de onderneming door blijven draaien, behouden werknemers hun baan en kunnen verplichtingen aan afnemers en toeleveranciers in ieder geval ten dele worden nagekomen. Aandeelhouders en crediteuren worden gekort, maar zijn niet slechter af dan in faillissement. De belangen zijn enorm. Zelfs als een beperkt aantal (middel)grote bedrijven die zwaar door de crisis zijn getroffen met behulp van de WHOA kunnen herstructureren kan honderden miljoenen, zo niet miljarden aan waardeverlies worden voorkomen. Duizenden werknemers kunnen hun baan behouden. Doordat de onderneming wordt voortgezet, wordt ook schade bij toeleveranciers en afnemers voorkomen. Dat betreft vaak kleine ondernemers en zzp-ers. De WHOA biedt ook een mogelijkheid om als de overheid er voor kiest staatssteun te verlenen, financiële crediteuren zoals obligatiehouders en banken te laten meebetalen. Zo kan het geld van de belastingbetaler efficiënter worden ingezet. Dat kan ook honderden miljoenen schelen.’
Open brief (pdf).
Geef een reactie