De steunmaatregelen die de overheid voor ondernemers heeft getroffen, zijn fraudegevoelig. Dat betekent nog niet dat misbruik nu voor lief moet worden genomen, schrijft hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer in het FD.
Rampen en crises brengen het beste bij veel mensen naar boven, maar trekken ook fraudeurs aan, betoogt Pheijffer. Hem is gevraagd naar de fraudegevoeligheid van de steunmaatregelen die de overheid in deze coronacrisis voor ondernemers treft. ‘De afgelopen weken kreeg ik van journalisten diverse malen vragen over de speciale (steun)maatregelen die de overheid heeft aangekondigd om nooddruftige burgers en bedrijven van een uitkering of liquiditeiten te voorzien. Kern van die vragen was of deze maatregelen niet (te) fraudegevoelig zijn.’ Zijn antwoord bestaat uit drie onderdelen, maar de nuance gaat in de media verloren, aldus Pheijffer, die in het FD zijn ‘drietrapsraket’ toelicht.
Risico altijd aanwezig
Het is goed dat de regering snel richting geeft en zoveel als mogelijk is duidelijkheid schept, stelt hij. ‘En dat zij daarbij met steunmaatregelen komt voor degenen die dat in deze buitengewone omstandigheden hard nodig hebben. Dat schept maatschappelijke rust en vertrouwen. Onvermijdelijk daarbij is echter dat snelheid niet altijd gepaard kan gaan met honderd procent zorgvuldigheid.’ Ten tweede dragen steunmaatregelen en uitbetalingen altijd een risico op fraude in zich. ‘De tijd die nodig is om systemen zo fraudebestendig mogelijk te maken, is er nu eenmaal niet. Het is begrijpelijk dat snelheid, duidelijkheid, zekerheid en steun nu voorgaan op het nemen van de tijd om een waterdicht(er) systeem te ontwerpen. Nood breekt hier wet. Anders gezegd: in zekere zin moet je het frauderisico (helaas) incalculeren.’
Korte metten met ongepast gedrag
Maar op de derde plaats moeten fraude en misbruik nu niet voor lief worden genomen, vindt de hoogleraar. ‘Hoewel het opsporen van fraude en misbruik nu niet de eerste prioriteit aan de kant van de overheid is en kan zijn, is het verstandig op korte termijn wel de nodige deskundigheid en capaciteit vrij te maken om fraude te voorkomen, op te sporen en betrokkenen te vervolgen. De sancties kunnen niet hoog genoeg zijn voor degenen die juist in deze tijd misbruik maken van het beschikbaar maken van gelden en andere middelen voor hen die dat nu hard nodig hebben. We zien op andere terreinen – bijvoorbeeld met de ‘coronaspugers’ – dat rechters korte metten maken met in deze tijd volstrekt ongepast gedrag.’
Meehelpen aan fraudebestendig beleid
Na de crisis zal kritiek op de fraudegevoeligheid van crisismaatregelen komen. ‘Het is echter makkelijker om achteraf kritiek te hebben, dan om vooraf onder spanning en hoge druk de juiste keuzes te maken. Een notie die, naar ik vrees, in het politieke en maatschappelijke debat niet altijd zal doorklinken en zich evenmin zal vertalen naar genuanceerde stellingnames. Het zou echter goed zijn als de stuurlui die nu aan wal staan hun energie positief zouden aanwenden. Zij zouden nu moeten meedoen aan het ontwerpen van fraudebestendig beleid, in plaats van dat zij later de put dempen waarin het kalf verdronken is.’
Bron: FD
Geef een reactie