Meer dan 200 van de 354 Nederlandse gemeenten staan financieel gezien in het rood, concludeert BDO uit een onderzoek op basis van de financiële cijfers van 2008 tot en met 2018. Voordat de coronacrisis uitbrak, verwachtten de gemeenten al een gezamenlijk tekort van een miljard. BDO spreekt van een ‘financiële veenbrand’.
Van de steden staat de stad Groningen er het slechtste voor, volgens de BDO-cijfers. Vooral in Drenthe, Limburg en Groningen kampen gemeenten met tekorten. Kleinere gemeenten tot 50.000 inwoners zitten het best bij kas en grotere gemeenten hebben meer schulden. Gemeenten in Zeeland en Friesland hebben de laagste solvabiliteit, terwijl Flevoland het hoogst scoort. Over het algemeen loopt de mate waarin gemeenten in staat zijn om aan hun financiële verplichtingen te voldoen, jaarlijks verder terug.
BDO heeft in de Benchmark Nederlandse gemeenten de financiële gezondheid van gemeenten beoordeeld op basis van financiële kengetallen van 2008 tot en met 2018. Dat heeft geleid tot een ranking, waarin gemeenten een rapportcijfer krijgen dat inzicht in de mate van deze financiële gezondheid biedt. Daarnaast zijn de gemeentelijke begrotingen voor 2020 geanalyseerd.
Grote verschillen
Bij de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners staan Tilburg, Amsterdam en Dordrecht er het beste voor. In de categorie daaronder (meer dan 50.000 inwoners) hebben Amstelveen, Zeist en Oosterhout de beste cijfers. Tussen de 25.000 en 50.000 inwoners scoren Epe, Teylingen en Heemskerk het beste en bij de kleinste categorie hebben Staphorst, Baarle-Nassau en Son en Breugel de boekhouding het beste op orde. ‘Er zijn grote verschillen tussen gemeenten. Niet alleen wat betreft omvang, maar ook als het gaat om financiële perspectieven en lokale problematiek. Zo is er in sommige regio’s meer economische activiteit en industrie dan in andere. Grotere gemeenten staan in de regel gesteld voor complexere, sociale opgaven en beschikken over meer regionale voorzieningen dan kleine gemeenten’, zegt Rob Bouman, voorzitter van de branchegroep Overheid van BDO. ‘De ranking geeft inzicht, een objectief beeld hoe de gemeenten er in Nederland financieel voorstaan. De cijfers leren dat steeds meer gemeenten het financieel moeilijk hebben, mede veroorzaakt door alles wat er in de afgelopen jaren aan taken en verantwoordelijkheden bij hen belegd is. Het is tijd om dat te evalueren. Wij doen een oproep aan de politiek en landelijke en provinciale overheden, om hierin hun verantwoordelijkheid te nemen.’
Sociaal domein zorgenkind
Door de tekorten in het sociaal domein blijven de gemeentelijke financiën onder druk staan, aldus BDO. ‘Per inwoner gaven Nederlandse gemeenten in 2018 gemiddeld circa € 1.450 (2017: € 1.400) per jaar uit aan het sociaal domein. Alle inspanningen op het gebied van werk, participatie, zelfredzaamheid, zorg en jeugdhulp leggen daarmee een steeds groter beslag op de gemeentelijke middelen. In sommige provincies maakt het sociaal domein bijna 50% uit van de gemeentelijke begroting 2020. De hoge kosten dwingen gemeenten elders bezuinigingen door te voeren of extra lokale belastingen te heffen.’
Geen financiële bewegingsruimte
De coronacrisis zorgt voor een nog grotere druk op gemeenten. ‘De overheid treft maatregelen om ondernemers en werknemers te ondersteunen, om tekorten in de maatschappelijke en culturele sector op te vangen en om de continuïteit van jeugdzorg en de Wmo te waarborgen. Daarbij is een belangrijke taak weggelegd voor de gemeenten. Wij signaleren nu al meer druk op bijvoorbeeld de continuïteit van de zorg, op de maatschappelijke en culturele sectoren en op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Om alle rollen die de gemeenten inmiddels zijn toebedeeld goed op te kunnen pakken, is financiële bewegingsruimte een minimale voorwaarde. Daar is nu onvoldoende sprake van.’
BDO denkt dat het herijken van de algemene uitkering en de manier waarop gemeenten worden gefinancierd kan helpen. ‘De wijze waarop de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt verdeeld onder gemeenten lijkt niet meer passend. De ontwikkeling van de financiële positie en het sociaal domein vragen daarnaast blijvend om een herbezinning van taken en omvang van gemeenten. De politiek moet aan de slag; keuzes maken moet, zeker in deze tijd’, aldus Bouman.
Ik pleit al meer dan 10 jaar om te stoppen met 354 gemeente (eilandjes) besturen.
Deel Nederland op in maximaal 20 regio’s van circa 1 mln. inwoners en dat bespaart enorm veel bureaucratie. Ga maar na:
– 20 jaarrekeningen en 20 jaarrekeningcontroles i.p.v. 354]
– 20 sets beleidsmedewerkers, besturen, verordeningen etc. i.p.v. 354;
– met huidige mogelijkheden via internet kunnen regio-besturen ook meer service verlenen zoals bezorgen van paspoorten, digitale referenda etc.
– 20 regiobesturen kunnen veel onafhankelijker optreden in bijvoorbeeld subsidieverstrekking etc. En kan per regio worden bekeken hoeveel theaters/winkelcentra er nodig zijn etc. i.p.v. per gemeente
Kortom veel efficiënter en komt ook de burger ten goede door lagere lokale lasten.