Jarenlang mooie jaarcijfers publiceren en dan toch failliet gaan als gevolg van acute liquiditeitsproblemen. Het gebeurde Bussman BV uit Beuningen in september 2016, een verhuurbedrijf van mobiele medische units. De curator van Bussman vond het maar verdacht en spande een tuchtzaak aan tegen vier betrokken accountants. Dat levert de accountant in business die financieel directeur was bij Bussman nu een waarschuwing op. De controlerend accountant krijgt een tijdelijke doorhaling van een maand op gelegd door de Accountantskamer, klachten tegen haar leidinggevende en de samenstellend accountant worden ongegrond verklaard.
Verslag zitting: ‘Accountants verzaakten bij faillissement na luchtbel’
Uitspraak: 19/749 t/m 19/752 Wtra AK
Faillissement
De gang van zaken voorafgaand aan het faillissement van Bussman riep bij de curator naderhand veel vragen op. Zo werd bijvoorbeeld de goedkeurende verklaring die nog niet lang daarvoor was afgegeven bij de jaarrekening 2015 weer ingetrokken, nadat duidelijk werd dat er financiële problemen waren. Bij de Accountantskamer verweet de curator de vier in februari hun werk op meerdere fronten niet goed te hebben gedaan. Volgens de raadsman van de curator was er sprake van een luchtbel bij het Gelderse bedrijf. De administratie zou erg slecht in elkaar hebben gezeten, waardoor veel betrokkenen onterecht in de veronderstelling zouden zijn geweest dat het bedrijf er goed voor stond. Er zou opvallend weinig zijn vastgelegd en een groot deel van de waardering van de activa bestond volgens hem uit lucht. ‘Dat leidde op papier tot mooie winsten, maar in werkelijkheid was er sprake van een heel andere situatie.’
Vier accountants
De vier aangeklaagde accountants, drie RA’s en een AA, waren aanvankelijk allen werkzaam bij hetzelfde accountantskantoor. Het accountantskantoor nam verschillende administratieve werkzaamheden en het samenstellen en controleren van de jaarrekeningen van Bussman voor haar rekening. Er waren zulke goede onderlinge banden tussen beide bedrijven dat één van de vier accountants op een bepaald moment zelfs gedetacheerd werd bij het verhuurbedrijf en daar in 2014 in dienst trad als financieel directeur. Bussman was van oudsher gespecialiseerd in de verhuur van mobiele kantoorunits, maar wijzigde vanaf 2012 de koers en ging zich toeleggen op de verhuur en verkoop van mobiele operatiekamers vol met vaak specialistische medische apparatuur. Een koerswijziging die in 2016 tot een faillissement leidde, maar wat daarvan nu precies de oorzaak was en of dat te voorzien was bleef bij tijdens de zitting een punt waarover lang werd getwist door beide partijen. De Accountantskamer oordeelt nu dat de financieel directeur en controlerend accountant wel degelijk blaam treft.
Financieel directeur
Een flink deel van de klachtonderdelen tegen de accountant in business die financieel directeur was worden door de Accountantskamer ongegrond verklaard. Toch ziet de tuchtrechter ook wel degelijk tekortkomingen. Door in te stemmen met het zonder deugdelijke grondslag opnemen van een debiteurenvordering en een schadevergoedingsvordering in de administratie van het bedrijf heeft de accountant gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 2, onder d, van de VGBA. Omdat ze door het ten onrechte opnemen van deze vorderingen in de administratie betrokken was bij informatie die ofwel materieel onjuist ofwel onvolledig ofwel misleidend was, heeft zij tevens gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit, als bedoeld in artikel 2, onder b, van de VGBA.
Controlerend accountant
De controlerend accountant deed volgens de Accountantskamer haar werk op een hele reeks onderdelen onvoldoende. Daardoor was er ook onvoldoende grondslag voor de op 30 mei 2016 door haar afgegeven controleverklaring bij de jaarrekening 2015. De accountant heeft, door een controleverklaring af te geven zonder dat daarvoor voldoende grondslag was, gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Ingetrokken verklaring
Ook werkte ze onvoldoende mee aan verzoeken om informatie van de curator, spreekt de tuchtrechter uit. De accountant ging weliswaar in algemene zin in op de aan haar gestelde vragen over de uitvoering van haar werkzaamheden in het kader van de controle van de jaarrekening 2015. ‘Zij heeft echter niet inhoudelijk toegelicht welke niet eerder bekende feiten en omstandigheden geleid hebben tot de intrekking van de controleverklaring in de brief van 11 augustus 2016. Het had op de weg van [Y2] gelegen om hierover duidelijkheid te verschaffen, te meer nu zij in die brief aan de directie van [BV1] heeft geschreven dat wanneer deze feiten op de datum van de controleverklaring bij de jaarrekening 2015 van [groep1] en van [BV1] bekend zouden zijn geweest, deze dan tot een wijziging van de jaarrekening dan wel een wijziging van de controleverklaring zouden hebben geleid. [Y2] is dan ook tekortgeschoten in het aan de curator in het faillissement van haar opdrachtgever geven van informatie over de niet eerder bekende feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de intrekking van de eerder door haar afgegeven controleverklaring bij de jaarrekening 2015. Zij heeft hierdoor gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.’
Klachten tegen anderen ongegrond
De klacht van de curator tegen de bestuurder van het accountantskantoor is volgens de Accountantskamer ongegrond. De leidinggevende verklaarde ter zitting dat hij niet dossierinhoudelijk betrokken was bij de controle van de jaarrekening van de onderneming. Het is volgens de tuchtrechter niet gebleken dat dit onjuist is.
Ook de klachten tegen de samenstellend accountant snijden volgens de Accountantskamer geen hout. Als samenstellend accountant van de onderneming gold voor hem op grond van Standaard 4410.14 geen verplichting om aanvullende informatie op te vragen.
Geef een reactie