Een nieuw belastingstelsel zou onder meer korte metten moeten maken met de gunstige behandeling van ondernemers en meer specifiek de DGA’s. Dat staat in het ambtelijke advies ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ dat staatssecretaris Vijlbrief (Financiën) aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Vijlbriefs voorganger Snel had beloofd om dot voorjaar met voorstellen te komen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel. Dat heeft geleid tot het plan dat nu aan de Kamer is gestuurd. De coronacrisis heeft geen invloed gehad op het rapport, dat al eerder is opgesteld. ‘Hoewel nog veel onzeker is, is al wel duidelijk dat de crisis ingrijpende effecten heeft op de samenleving en de economie. Dit vraagt voor de korte termijn om een andere respons dan de beleidsopties die uit het bouwstenentraject naar voren zijn gekomen. Dit doet echter niets af aan de urgentie van de knelpunten in het belastingstelsel op de (middel)lange termijn en de bijdrage die deze bouwstenen aan de oplossing daarvan kunnen leveren.’
Zeven knelpunten
Bij het (ambtelijke) traject zijn ook wetenschappers, opiniemakers en maatschappelijk organisaties betrokken geweest en er zijn tien verschillende onderzoeken uitgevoerd, die samen moesten leiden tot uitgewerkte beleidsopties voor het volgend kabinet. Er worden zeven knelpunten benoemd en er zijn in totaal 169 uitgewerkte beleidsopties. De zeven knelpunten zijn:
- Steeds hogere lastendruk op arbeid voor werkenden;
- Het stelsel raakt uitgewerkt;
- De opkomst van flex- en platformeconomie vraagt om aanpassing van wet en uitvoering;
- Ongelijke belasting van vermogen leidt tot arbitrage en uitstel;
- Het belasten van winst wordt (nationaal) steeds lastiger;
- Schade aan klimaat en gezondheid wordt onvoldoende beprijsd;
- Effectiviteit van nationale belastingheffing neemt af.
Uitstel werkt ontwijking in de hand
De lasten op arbeid zijn gestegen in Nederland. ‘Voor middeninkomens is het de afgelopen vijftien jaar minder aantrekkelijk geworden om meer te gaan werken. Lage inkomens zijn minder belasting gaan betalen, maar merken wel dat het stelsel van belastingen en toeslagen ingewikkelder is geworden. Ondertussen heft Nederland ten opzichte van andere landen relatief weinig belasting op vermogen. Sommige vormen van vermogen worden bovendien minder belast dan andere. Dit geldt bijvoorbeeld voor de eigen woning. En ook voor het vermogen van zogenaamde aanmerkelijk belanghouders in box 2, dat voornamelijk in handen is van de top 1% meest vermogende huishoudens in Nederland. Het totale vermogen van deze aanmerkelijk belanghouders bedraagt bovendien € 400 miljard; een verdubbeling van wat tot nog toe uit de statistieken bleek. De mogelijkheid tot belastinguitstel en andere fiscale voordelen in box 2 werkt belastingontwijking in de hand.’
Verschil in fiscale druk verkleinen
De doelstelling van Financiën is om met de beleidsopties het verschil in belastingdruk tussen werknemers, zelfstandigen en gepensioneerden te verkleinen, belastingontwijking aan te pakken en het stelsel eenvoudiger te maken. De gemiddelde belastingdruk op loon is in Nederland 25%, tegen 17% op winst uit onderneming en 13% op AOW en pensioen. ‘Een kleiner verschil in belastingdruk verkleint immers de impact van de verschuiving binnen de grondslag van de lasten op arbeid naar een steeds groter aandeel van gepensioneerden. Meer fiscale neutraliteit door IB-ondernemers en DGA’s gelijker te belasten met werknemers (globaal evenwicht) draagt daar ook aan bij. Dit kan door minder aftrekposten en ondernemingsfaciliteiten voor zelfstandigen.’ Ook worden beleidsopties voorgesteld om belastingen op arbeid te verlagen en te verschuiven naar een hogere belasting op (inkomen uit) vermogen. Daarnaast worden voorstellen gedaan om belastingen verder te vergroenen, zoals door vliegbelasting, een slachttaks of een hogere energiebelasting voor bedrijven die veel energie verbruiken. Een meer Europese aanpak op terreinen als winstbelasting en belasting op milieuvervuiling kan bovendien effectiever zijn dan het invoeren van nationale belastingen.
Nederlanders willen vooral de belasting op inkomen verlaagd zien (36%) en de belasting op consumptie (23%). Dat moet dan worden gefinancierd met vooral hogere belasting op winsten van bedrijven, blijkt ui een onderzoek dat in het kader van het adviesrapport is gehouden.
DGA’s
In het rapport worden de DGA’s stevig op de korrel genomen. Die betalen boven een bepaald inkomen veel minder belasting dan werknemers. Opties om de belastingdruk meer gelijk te trekken, zijn het afbouwen van huidige faciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling, het voor de DGA (zijn aandeel in) de winst onmiddellijk en zo veel mogelijk als arbeidsinkomen belasten en fiscale faciliteiten voor ondernemers en ondernemingen te richten op het in de onderneming aangewende kapitaal in de vorm van een vermogens- of een algemene investeringsaftrek.
De ambtenaren van Financiën geven ook opties voor DGA’s en box 2. Zo adviseren ze het afschaffen van de doelmatigheidsmarge van het gebruikelijk loon. ‘Deze maatregel verkleint het verschil in belastingdruk op arbeid tussen een DGA en een vergelijkbare werknemer en vermindert arbitragemogelijkheden voor de DGA om zoveel mogelijk inkomen als (lager belast) kapitaalinkomen voor te doen.’ Daarnaast zou het afschaffen van het lage Vpb-tarief de arbitragemogelijkheden tussen arbeidsinkomen en kapitaalinkomen verminderen. ‘Het zet een belangrijke stap op weg naar herstel van een globaal evenwicht tussen DGA’s en werknemers. Tegelijkertijd zorgt het afschaffen van het lage Vpb-tarief ervoor dat meer winstinkomen direct wordt belast en vermindert dit de waarde van belastinguitstel in box 2.’ Tot slot zou in combinatie daarmee een hoger box 2-tarief kunnen worden overwogen. ‘In combinatie met een tariefopstapje in box 2 kan het daarbij snellere winstuitkering in box 2 bevorderen. Als afschaffen van het lage Vpb-tarief achterwege blijft, dient box 2 nog verder te worden verhoogd voor een stap richting globaal evenwicht. Keerzijde van een hoger box 2-tarief is echter dat het de prikkel tot winstuitkering verkleint.’
Lenen bij BV inperken
Een verdere inperking van lenen bij de eigen BV verkleint de prikkel tot winstinhouding, aldus het rapport. ‘Het wetsvoorstel zoals ter internetconsultatie aangeboden beperkt de mogelijkheid tot excessief lenen en legt de grens daarvoor bij € 500.000 en belast leningen daarboven als ware het dividenduitkeringen. Deze grens geldt niet voor een lening voor de eigen woning. Hierdoor valt een bedrag van circa € 38 miljard aan schuld bij de eigen vennootschap buiten het wetsvoorstel. Er is echter geen economische reden om de grens bij € 500.000 te leggen en een lening voor de financiering van eigen woning daarbij niet te betrekken. Het verder verlagen van de grens van € 500.000 en/of het eveneens betrekken van leningen van de bv ter financiering van de eigen woning draagt bij aan het verminderen van belastinguitstel en belastingontwijking. Eventueel kunnen bestaande leningen voor de eigen woning worden ontzien.’
Minder winst naar volgende generaties
De doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang voor ververving en schenking kan worden ingeperkt of afgeschaft, aldus het rapport. ‘Hierdoor kan minder ondernemingswinst fiscaal vriendelijk worden doorgeschoven naar volgende generaties. Dat verkleint de prikkel voor de huidige generatie ondernemers om winst niet uit te keren. Inperken is denkbaar door verhuurd vastgoed wettelijk als beleggingsvermogen te beschouwen. Hierdoor worden veel discussies in de uitvoering vermeden.’
Lees hier het volledige document.
H. zegt
“Het zet een belangrijke stap op weg naar herstel van een globaal evenwicht tussen DGA’s en werknemers “. NOU dan stoppen alle ondernemers toch en worden we allemaal ambtenaar. Geen risico’s whatsoever.
Ine zegt
Nu ik heb een artikel gelezen de rest volgt
Nu een dingetje het
Volgende waar zijn ze in dit rijk land mee bezig