De interne melding van creatief boekhouden die een registeraccountant deed en zijn vermeende disfunctioneren en slechte werkhouding leiden niet tot ernstig verwijtbaar handelen of nalaten, oordeelt de Rechtbank Rotterdam. Zijn werkgever – industriële dienstverlener Bilfinger – moet daarom een transitievergoeding betalen aan de als Manager Finance werkzame man.
Uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2020:4731
Aanvankelijk was de accountant werkzaam als Manager Control bij Bilfinger, vanaf 1 januari 2020 als Manager Finance. Op 27 januari 2020 deelde Bilfinger aan de accountant mee dat het bedrijf de arbeidsovereenkomst wenste te beëindigen en dat hij met onmiddellijke ingang was vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. De partijen konden het daarna niet eens worden over een vaststellingsovereenkomst om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. In mei 2020 maakte de man melding van creatief boekhouden binnen Bilfinger bij de afdeling Corporate Compliance.
Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst
Bij de rechtbank deed Bilfinger vervolgens een verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. In de eerste plaats op grond van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding ex artikel 7:669 lid 3 onder g BW en in de tweede plaats op grond van een combinatie van gronden ex artikel 7:669 lid 3 onder i BW, zonder toekenning van enige vergoeding, kosten rechtens. Bij die combinatie van gronden voerde het bedrijf enerzijds disfunctioneren en een slechte werkhouding van de accountant aan en anderzijds de melding van creatief boekhouden die hij had gedaan.
Verstoorde verhouding
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende gebleken dat de verhouding tussen Bilfinger en de man zodanig ernstig en duurzaam is verstoord dat herstel van de arbeidsrelatie niet meer mogelijk is. De arbeidsovereenkomst zal daarom met toepassing van artikel 7:671b lid 9 aanhef en sub a BW worden ontbonden met ingang van 1 juli 2020.
Transitievergoeding?
Ten aanzien van de vraag of er een transitievergoeding moet worden uitgekeerd, wordt het volgende overwogen:
‘Bilfinger voert aan dat de verstoorde arbeidsverhouding is veroorzaakt door ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van [verzoeker] , zodat zij conform artikel 7:673 lid 7 sub c BW geen transitievergoeding is verschuldigd. De kantonrechter begrijpt dat Bilfinger daarbij doelt op enerzijds de wijze waarop [verzoeker] zijn functie heeft vervuld en anderzijds zijn melding bij de compliance afdeling van Salamis dat Bilfinger zich schuldig maakt aan creatief boekhouden.’
Functioneren en de werkhouding
‘Wat betreft het functioneren en de werkhouding van [verzoeker] heeft Bilfinger onvoldoende onderbouwd, zeker in het licht van de gemotiveerde betwisting door [verzoeker] , dat [verzoeker] er de kantjes van afliep. Van belang is voorts dat, voor zover [verzoeker] al zou disfunctioneren zoals Bilfinger stelt, onvoldoende gebleken is dat hij door Bilfinger daarop is aangesproken en vervolgens voldoende in de gelegenheid is gesteld om zijn werkhouding te verbeteren. Nergens blijkt uit dat de functiewijziging van [verzoeker] een demotie was, zoals door Bilfinger is betoogd. Er is daaromtrent niets vastgelegd en uit de door Bilfinger overgelegde e-mail van 20 december 2019, waarin de functiewijziging aan het personeel is aangekondigd, kan enkel worden afgeleid dat er meerdere functiewijzigingen zijn doorgevoerd in het kader van een algehele verandering in de organisatiestructuur. Daarbij komt dat, als de nieuwe functie van [verzoeker] al als een tweede kans zou moeten worden gezien, niet valt in te zien waarom Bilfinger al binnen 4 weken, waarin [verzoeker] bovendien nog in een overgangsfase zat, omdat hij nog taken uit zijn oude functie moest afmaken, tot het besluit kon komen het vertrouwen in [verzoeker] op te zeggen.’
Melding creatief boekhouden
‘Wat betreft de melding van [verzoeker] bij de compliance afdeling van Salamis wordt [verzoeker] door Bilfinger verweten dat hij deze melding heeft gedaan, terwijl hij dit niet eerder heeft gedeeld binnen Bilfinger. De stelling van [verzoeker] dat hij zijn constateringen omtrent het creatief boekhouden heeft gedeeld met de compliance officer van Bilfinger, is door Bilfinger betwist en door [verzoeker] niet onderbouwd. Wat daar ook van zij, het gaat hier om een interne melding, althans een melding die binnen de Bilfinger-groep blijft. Hoewel dit kan leiden tot een intern onderzoek en negatieve gevolgen kan hebben voor Bilfinger – of dat zo is, is op dit moment niet bekend – neemt dat niet weg dat [verzoeker] , indien hij op onoirbare praktijken stuit, zich mag wenden tot een binnen de organisatie van de Bilfinger-groep bestaande compliance-afdeling die juist in het leven is geroepen om erop toe te zien dat de verschillende ondernemingen van de organisatie zich aan de regels houden. Dat [verzoeker] zijn bevindingen niet eerst heeft gedeeld met zijn directe collega’s is niet onbegrijpelijk, aangezien juist die collega’s daar mogelijk bij betrokken zijn.
Geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten
Uit het voorgaande vloeit voort dat van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verzoeker] geen sprake is, zodat het beroep van Bilfinger op artikel 7:673 lid 7 sub c BW wordt verworpen. Bilfinger is aan [verzoeker] de transitievergoeding in de zin van artikel 7:673 lid 2 BW verschuldigd. Gelet op de ontbindingsdatum van 1 juli 2020 en het tussen partijen vaststaande salaris van € 7.794,33 bruto, inclusief vakantiebijslag en 13e maanduitkering, wordt de aan [verzoeker] ten laste van Bilfinger toe te kennen transitievergoeding berekend op € 5.902,00 bruto.’
Geef een reactie