Volgens KPMG is de dreiging groot dat bedrijven hun duurzaamheidsverslag veel rooskleuriger maken dan de werkelijkheid. Dat levert namelijk voordelen op, zoals gunstiger financieringsvoorwaarden. Partner Wim Bartels vindt daarom dat investeerders en toezichthouders veel strenger moeten toezien op fraude met duurzaamheidsdata.
Banken hebben steeds meer aandacht voor groene bedrijfsleningen, zeker door de EU-taxonomie, zegt Bartels. ‘De invoering daarvan zal zorgen voor toenemende druk op ondernemingen om te laten zien dat zij duurzaam bezig zijn, ook omdat de informatie in jaarverslagen zal moeten worden opgenomen en dus de reputatie ten opzichte van concurrenten kan beïnvloeden. Dit vergroot de kans op het verstrekken van bewust onjuiste informatie over de groene prestaties. Op deze manier kan immers een betere toegang tot de kapitaalmarkt worden verkregen en kunnen gunstiger financieringsvoorwaarden bij de bank worden onderhandeld.’ Door de duurzaamheidsdata aan te passen en bedrijfsinvesteringen ten onrechte als ‘groen’ aan te merken, kunnen ondernemingen voldoen aan de eisen die financiële instellingen aan hen stellen.
Greenwashing
Investeerders kijken steeds meer naar wat bedrijven doen op het gebied Environment Social & Governance (ESG). ‘Ook de beloningen van de bestuurders maken hiervan deel uit. Veel beleggers vertrouwen op ratingbureaus om beleggingen te selecteren en te evalueren. Het manipuleren van de data die ratingbureaus van bedrijven krijgen is dus een manier om op frauduleuze wijze de waardering van de investeerders te winnen.’ Manipulatie kan ook door onnauwkeurige, onvolledige of onevenwichtige informatie in de duurzaamheidsverslagen op te nemen. ‘Greenwashing’ noemen we dat, maar dat wordt steeds meer een dunne lijn met fraude.’
Ruimte voor manipulatie
Ook binnen de EU-taxonomie hebben bedrijven speelruimte om informatie over duurzaamheid ‘op te poetsen’, aldus Bartels. ‘Natuurlijk zijn wij heel blij met de EU taxonomie, die financieel kapitaal naar een duurzame economie kan leiden. Maar we moeten wel beseffen dat er binnen die taxonomie ruimte blijft om informatie anders voor te stellen dan de werkelijkheid. Definities en meetmethoden zijn nog niet zo gestandaardiseerd als in de financiële wereld. Dat zien wij dagelijks al voor CO2-emissies bijvoorbeeld. En in tegenstelling tot financiële informatie en transacties bestaan er bij bedrijven nauwelijks checks and balances op de informatie die zij rapporteren, zoals interne controles en audits. Het feit dat het verzamelen van data vaak niet onder de paraplu van de financiële controller valt, betekent dat processen niet altijd voldoende robuust zijn om fraude tijdig te ontdekken. Allemaal mogelijke bronnen van fraude. Het ontbreken van een externe toets zorgt er bovendien voor dat manipulatie met data nauwelijks wordt ontdekt.’
Vooral belangrijk wat er niet in duurzaamheidsverslag staat
Er kan nog veel beter bij het rapporteren over hun duurzaamheidsdata, zegt Bartels. ‘Ondernemingen moeten zich afvragen hoe het toezicht geregeld is, op alle niveaus binnen de organisatie. Van belang is ook of er voldoende interne controles zijn om fraudezaken in een vroegtijdig stadium op te sporen.’ Ook investeerders scherper zijn op mogelijke fraude. ‘Onevenwichtige rapportages over duurzaamheid bijvoorbeeld met veel ‘windowdressing’ en de bijna schreeuwende behoefte van bedrijven aan financiering waarvoor de duurzaamheidsprestaties de basis moeten vormen. In dat opzicht is niet zo interessant wat er in het duurzaamheidsverslag staat, maar vooral wat er niet in staat.’
Eerder bepleitte onder meer PwC al dat externe accountants het voortouw moeten nemen in de verbetering van duurzaamheidsrapportages.
Geef een reactie