De werkgroep Fraude van de NBA heeft vijf pijlers benoemd die centraal staan in de aanpak voor de komende drie jaar. Doel is onder meer om meer samen te werken met instanties als de FIOD en ook niet-openbare accountants meer bewust te maken van hun rol in fraudeopsporing.
Werkgroepvoorzitter Sander Kranenburg verwijst naar de diverse rapporten die de afgelopen tijd zijn verschenen. ‘Eén ding staat als een paal boven water: wij moeten doorpakken op het onderwerp fraude. Met die ambitie heeft de Werkgroep Fraude haar agenda voor de komende drie jaar opgesteld.’ De werkgroep bestaat inmiddels 2,5 jaar en heeft zich in eerste instantie met name gericht op de openbare accountants. ‘Met name in de MCA-rapporten zijn de activiteiten van de Werkgroep Fraude stevig bekritiseerd (too little too late), maar dat heeft de werkgroep er niet van weerhouden om – vanuit een intrinsieke motivatie om accountantscontroles ook op het gebied van fraude nog effectiever te maken – door te gaan op de ingeslagen weg. Uiteraard niet met oogkleppen op, zeker niet doof voor feedback die ons wordt aangereikt en met gevoel voor urgentie.’ Op de lange termijn zijn vijf thema’s van belang, geeft Kranenburg aan:
Vergroten kwaliteit van de werkzaamheden op het gebied van fraude
Dat gaat de werkgroep doen door te komen met gerichte aanbevelingen en zo mogelijk handreikingen voor de aanscherping van de (reguliere) controleaanpak. Ook zal worden gewerkt aan opleiding, methoden en technieken om de professioneel-kritische instelling van iedere accountant te verhogen. ‘Dit betekent dat wij het profiel van de accountant verrijken met (forensische) fraude-detectievaardigheden en de accountantsopleiding en permanente educatie hierop zullen aanpassen; op dit punt zoeken wij de samenwerking met de wetenschap op.’ Daarnaast is het de bedoeling dat accountants praktische handvatten krijgen om goed invulling te kunnen geven aan controlestandaarden op het gebied van fraude, maar ook gericht op het naleven van NOCLAR.
De hele keten scherper maken
De werkgroep gaat een ‘best practices’-document maken dat duidelijk moet maken welke verwachtingen accountants van de gecontroleerde entiteit mogen hebben. Daarin komen maatregelen te nemen door bestuurders en (interne) toezichthouders van organisaties, waaruit blijkt hoe een adequaat frauderisicomanagementsysteem eruit kan zien en hoe ondernemingen kunnen inspelen op aanwijzingen of concrete vermoedens van fraude. ‘Wij doen dit vanuit de gedachte dat als de hele keten scherper is op fraude, wij de kans vergroten dat fraudes eerder worden ontdekt.’
Samenwerking met de opsporingsketen
Om te leren op fraudegebied gaat de werkgroep de samenwerking aan met Belastingdienst, FIOD, politie, FIU en BFT. ‘Niet omdat wij opsporingsambtenaar zijn, maar om beter invulling te geven aan onze poortwachtersrol. Ook gaan wij actief wederzijdse geanonimiseerde praktijkvoorbeelden uitwisselen; het leereffect staat daarbij centraal voor het brede accountantsberoep.’
Mobiliseren van de brede beroepsgroep
Ook niet-openbaar accountants hebben een belangrijke rol spelen bij het voorkomen en ontdekken van fraude. aldus Kranenburg. ‘Wij gaan daarom ook deze ledengroepen en sectorcommissies mobiliseren, om fraude actief op de agenda van hun ledengroep en commissie te zetten. Wij stimuleren accountants in de breedte deel te nemen aan onze fraude-themagroepen en de fraude-community.’
Communicatie
De werkgroep vindt dat de beroepsgroep beter moet communiceren over de werkzaamheden en bevindingen inzake fraude. Het voorstel vanuit de NBA dat accountants in hun controleverklaring altijd moeten aangeven welke werkzaamheden zijn verricht in het kader van frauderisico’s, wordt verder uitgewerkt. De bedoeling is dat die verplichting voor de controles over het boekjaar 2021 gaat gelden. Er komen ook proeven met deze rapportering. Verder gaat de werkgroep een nulmeting doen over het fraudebewustzijn onder de NBA-leden. Die meting wordt jaarlijks herhaald.
Voorlopig krijgen drie zaken prioriteit: de verplichting om in de controleverklaring aan te geven welke werkzaamheden zijn verricht in het kader van frauderisico’s en de eventuele bevindingen, het maken van afspraken met bedrijven, investeerders en beleggers met als doel een meer effectieve samenwerking op het terrein van frauderisicobeheersing en het opzetten van een expertpanel dat onder meer casuïstiek gaat verzamelen.
Bron: Accountant.nl
Geef een reactie