Zelfs bij een zachte Brexit verdwijnen er in Nederland 17.000 banen en kost het onze economie 4,5 miljard. Ook accounting lijdt schade. Dit blijkt uit een onderzoek van ABN Amro.
Per 1 januari
Op 1 januari stapt het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Het betekent dat Nederlandse bedrijven die handelen met het Britse eiland met extra rompslomp en hogere kosten te maken krijgen. Zelfs als de EU en Londen voor 1 januari tot een handelsakkoord komt (een ‘zachte’ Brexit) is de schadepost voor de Nederlandse economie ruim 4,5 miljard euro. Ook zullen 17.700 banen verdwijnen, schrijft ABN Amro. Het grootste deel van die schade gaat via een handelspartner aan wie een product of dienst wordt geleverd. De forse schade remt de herstelkracht van de economie nadat het coronavirus onder controle is.
Zachte brexit
Wanneer de EU en het VK te elfder ure een zachte brexit weten te bedingen, treedt een vrijhandelsverdrag in werking waarbij geen invoertarieven gelden en grote mate van overeenstemming bestaat over de eisen die de Britten aan hun invoer opleggen. Hoewel dat de grenscontroles, wachttijden en de administratiestapel beperkt houdt, ontstaan wel degelijk dergelijke ‘extra handelsbelemmeringen’ die kosten met zich meebrengen en schade aan het Nederlandse bedrijfsleven geven. Door de volgend jaar gefaseerd ingevoerde grenscontroles ontstaan langere wachtrijen en gaat de handel gepaard met extra documentatielast. Dit leidt tot stijgingen in personeelskosten en transportkosten per zending. Bovendien nemen voorraadkosten toe. Een aantal bedrijven zal namelijk extra voorraden aanhouden nu de (snelheid van) handel belemmerd wordt.
Ook accounting geraakt
ABN Amro voorziet ook schade voor de Nederlandse dienstensector. Diensten gaan niet letterlijk de grens over, maar worden ‘op afstand’ afgenomen. Op die manier ‘exporteerde’ Nederland vorig jaar voor ruim 5 miljard euro aan vervoersdiensten en voor hetzelfde bedrag aan professionele diensten als accounting, boekhoudingen en juridische diensten, en managementadviesdiensten naar het VK. In accounting en juridische dienstverlening zullen bij een zachte Brexit 1479 banen verloren gaan. Hoewel geen grenscontroles plaatsvinden, is de schade in de Nederlandse dienstensector dus ook groot. Dat komt doordat de handel van diensten vaak vervlochten is met die van producten en dus ook mede daarvan afhankelijk is. Wanneer een Britse exporteur van producten van een Nederlands bedrijf advies krijgt over de exportstrategie, zal bij een daling van die export ook minder behoefte aan deze adviesdiensten ontstaan. Daarnaast kunnen dienstverleners met extra barrières te maken krijgen als gevolg van beperkingen op het verkeer van personen.
Helft nog niet klaar
Die geschatte schade van ruim 4,5 miljard euro ten opzichte van de economie van vorig jaar kan zelfs hoger uitvallen als bedrijven een aantal praktische voorbereidingen niet treffen. Zo hebben zij een registratienummer (Eori) van de belastingdienst nodig om überhaupt producten naar niet-EU-landen te exporteren. Verder verschuift de productaansprakelijkheid naar Nederlandse importeurs, waar deze voorheen bij hun Britse leveranciers lag. Het op peil houden van kennis is van belang, bijvoorbeeld via de brexit-loketten van de overheid. Voor bedrijven die nog niet klaar zijn, volgens VNO-NCW ongeveer de helft, zijn de komende weken cruciaal.
Harde brexit
Mocht een overeenkomst helemaal uitblijven, dan dreigt een ‘harde’ brexit. In dat geval gaan beide partijen invoertarieven heffen op een deel van elkaars producten en ontstaan extra handelsbelemmeringen in de vorm van strengere grensinspecties, langere wachtrijen en extra documentatie. Het leidt samen tot een sterke terugval van de vraag uit het VK en kost Nederland 17,5 miljard euro aan toegevoegde waarde en bijna 70.000 banen. Dit maakt de capaciteit van de economie zoals die nu georganiseerd is kleiner en remt zo het herstel van de coronaklap.
Positieve keerzijde
De brexit kan leiden tot een aantal structurele aanpassingen in de internationale verhoudingen, die gunstig kunnen uitpakken. Een voorbeeld is als bedrijven door toedoen van de brexit Nederland als vestigingsplaats prefereren boven het VK. Dat levert werkgelegenheid op in de Nederlandse economie. Daarnaast kunnen migratie-effecten optreden die het voor Nederlandse bedrijven makkelijker maken om hun concurrentiepositie te versterken. Op meer individueel niveau kan de schade beperkt worden wanneer bedrijven kansen grijpen om hun concurrentiepositie te verstevigen. Een bedrijf dat met Britse branchegenoten concurreert om marktaandeel op het Europese vasteland, kan zijn positie aanmerkelijk verstevigen. Daarnaast kunnen bedrijven zoeken naar mogelijkheden om afgenomen afzet in het VK op te vangen via andere afzetmarkten. Een andere manier om de schade te beperken is door te profiteren van direct aan de brexit gerelateerd extra werk, bijvoorbeeld in de dienstensector. Zo neemt de documentatie per zending toe, waarmee kansen ontstaan voor administratief dienstverleners. Voor de advocatuur liggen kansen in de toenemende complexiteit aan wet- en regelgeving. Zo kunnen grenscontroles tot claims leiden wanneer handelswaar bederft door oponthoud.
Niet gunstig
Desondanks ziet Sonny Duijn, sectoreconoom en auteur van het rapport, de brexit niet als gunstig voor de BV Nederland. ‘Hoewel er mogelijk positieve effecten zijn – wij hebben deze niet in detail onderzocht – denken wij dat de schade van de brexit groter is dan wat het Nederland aan voordelen kan opleveren.’
Download hier het rapport van ABN Amro.
Geef een reactie