Advocatenkantoren gaan in de toekomst waarschijnlijk steeds meer concurrentie ondervinden van accountantskantoren die zich met veel slagkracht op de juridische markt storten. Nu de streng gereguleerde juridische markt langzamerhand opengebroken lijkt te worden zien verschillende Big Four-kantoren kansen in de advocatuur.
Strenge beroepsregels
Accountantskantoren kijken al langer met een schuin oog naar de juridische markt. Volgens de beroepsregels mogen advocaten alleen in dienst zijn van kantoren die in meerderheid onder leiding staan van vakgenoten. Die regels moeten onder meer de onafhankelijkheid garanderen. De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) staat echter onder grote druk om de regels aan te passen.
Experiment
De orde kondigde daarom eind vorig jaar aan dat er wordt gestart met een tijdelijk experiment. Vanaf 1 januari 2021 wordt het voor rechtsbijstandsverzekeraars onder voorwaarden mogelijk gemaakt om ook niet-verzekerden bij te staan. Daarnaast wordt door de NOvA ook breder onderzoek gedaan en nagedacht ‘over de mogelijkheden van een meer fundamentele systeemwijziging.’
ACM wil meer
De ACM ziet dat als een stap in de goede richting ‘maar vraagt zich af of andere bedrijven dan rechtsbijstandsverzekeraars niet onder vergelijkbare voorwaarden hun advocaten kunnen laten werken. Een breder en gedifferentieerder aanbod kan innovatie bevorderen en kan leiden tot een betere prijs-kwaliteitsverhouding. Dit zou voor rechtzoekenden de drempel kunnen verlagen om juridische bijstand in te roepen.’
Big Four
Deloitte, EY en KPMG Meijburg staan te trappelen om in te springen op die ontwikkeling, blijkt uit een rondgang van het FD. Zo wil KPMG Meijburg dit jaar al zijn eerste in ondernemingsrecht gespecialiseerde advocaten aantrekken. Deloitte bouwt onder leiding van voormalig advocaat Frederieke Leeflang onder de naam Deloitte Legal gestaag aan een juridische poot. Die praktijk is onderdeel van de adviestak van het kantoor, maar doet het vooralsnog zonder advocaten. Leeflang wil met het in dienst nemen van advocaten gaan inspelen op een toenemende vraag vanuit de markt.
Concurrentie door geïntegreerde dienstverlening
Voor klanten zou zulke geïntegreerde dienstverlening door accountantskantoren aantrekkelijk kunnen zijn, omdat er dan naast adviseurs en fiscalisten niet ook nog eens een advocatenkantoor ingeschakeld hoeft te worden. De traditionele advocatenkantoren kunnen hun borst nat maken, stelt sectoreconoom Han Mesters van ABN Amro. ‘De Big Four hebben ontzettend veel slagkracht. Als advocaten geld moeten uittrekken voor innovatie, dan voelt dat door het partnermodel toch een beetje als een greep in de eigen portemonnee. De Big Four, met hun internationale netwerk, hebben hun innovatiebudget veel beter geborgd.’
Bron: FD
Dat concurrentie een prijsverlagend effect kan hebben is juist. Zitten we daar op te wachten? Natuurlijk lijkt het logisch om de tobinkomens van de advocaten wat te minderen. Recent bleek een kantoor in het noorden des lands in een internationaal georiënteerde kwestie met een omvang van een miljoen slecht drieeneenhalve ton te hebben gedeclareerd. Los van dit alles is het lezen van het boek van Britta Böhler* genaamd “De Goede Advokaat” aan te bevelen. Dat gelezen en begrepen hebbend is maar één conclusie mogelijk: de overeenkomst tussen advocaat en accountant beperkt zich tot de beginletter van de titel, de verschillen in de -integriteit van- beroepsuitoefening zijn dermate groot en zo structureel dat een goede combinatie nooit kan ontstaan of bestaan. Ook hier geldt dus: bezint eer ge begint.
En voor u ter geruststelling: ik krijg geen provisie* of zo iets.