8 maart is internationale vrouwendag. Het levert jaarlijks tal van onderzoeken op naar de positie van vrouwen in de samenleving. Dit jaar namen onder anderen PwC en de KvK de vrouwen onder de loep. PwC is somber over het effect van de coronacrisis op de arbeidsmarkt: die heeft de ongelijkheid tussen man en vrouw vergroot.
Covid-19 heeft een sterk remmend effect op gendergelijkheid, constateert PwC in het rapport Women in Work 2021, opgesteld door Strategy&. ‘De pandemie en de reactie van de markt en overheden wereldwijd hebben een onevenredige impact op de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Zij zijn weer terug op het niveau van 2017.’ Om die schade weer in te halen, moet de vooruitgang op weg naar gendergelijkheid twee keer zo snel gaan als in het verleden, aldus PwC.
Vrouwen fulltime onbetaald aan het zorgen
Door het coronavirus zijn de bestaande ongelijkheden in de beroepsbevolking verder vergroot. Voor de crisis besteedden vrouwen gemiddeld zes uur per week meer aan onbetaalde zorg dan mannen, maar nu is dat opgelopen tot bijna een fulltimebaan. ‘Het gevolg hiervan is dat vrouwen gedwongen worden om de arbeidsmarkt de rug toe te keren, met een achteruitgang in gendergelijkheid, inkomen en economische productiviteit tot gevolg.’ Werkgevers moeten daarom extra meedenken met de vrouwelijke werknemers, zegt PwC-expert Iris Tuinstra. ‘Door bijvoorbeeld compensatie te geven voor kinderopvang. Ook kan het helpen om parttimers, nadat de kinderen wat ouder zijn, een gesprek met een jobcoach aan te bieden en ze te helpen met de doorgroei naar leidinggevende posities.’
Gendergelijkheid levert geld op
Diversiteit en inclusie moeten wat Tuinstra betreft meer dan ooit bovenaan agenda komen te staan. ‘Het wordt aanpakken. De cijfers laten dat zien. Het gaat helaas niet vanzelf. Organisaties zullen in de bedrijfscultuur niet alleen betekenis moeten geven, maar juist ook integraal praktische zaken moeten aanpakken.’ Oplossingen die snel zijn te realiseren, zijn volgens haar flexibiliteit voor het afstemmen van werktijden en arbeidsvoorwaarden, het monitoren van gelijke beloning bij gelijkwaardig werk en strengere eisen voor gender- en culturele gelijkheid stellen als het op werving en selectie aankomt. Volgens PwC is achterblijven op het gebied van gendergelijkheid ook nadelig voor de omzet: ‘Het is simpelweg onverstandig om de helft van je potentiële talentenpool te negeren. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat bedrijven die in staat zijn de loonkloof, in Nederland in 2020 nog goed voor veertien procent, te dichten en een echt divers personeelsbestand aan te trekken en te behouden, succesvoller en duurzamer zijn dan hun concurrenten.’ De loonkloof dichten zou het BBP van Nederland € 129 miljard extra opleveren. En Europese regels gaan loontransparantie afdwingen, stipt PwC aan.
Vrouw krijgt 15% minder salaris dan man
Nederland neemt de 17e plaats in op de gendergelijkheidsindex van PwC. Dat is twee plaatsen beter dan in de vorige editie. Wie zoekt naar een meer gendergelijke werkomgeving, kan ook eens in België gaan kijken: dat bezet de 10e plek in de ranglijst, die wordt aangevoerd door IJsland. Op het gebied van ongelijke beloning scoort Nederland gemiddeld, vergeleken met andere OESO-landen: vrouwen krijgen hier gemiddeld nog altijd bijna 15% slechter betaald dan een man die hetzelfde werk doet. In Luxemburg worden vrouwen bijna gelijk behandeld: daar is het salarisverschil met 1% het kleinst.
Zakelijke dienstverlening telt meeste vrouwelijke ondernemers
De KvK deed onderzoek samen met prof. dr. Josette Dijkhuizen, honorair hoogleraar ondernemerschapsontwikkeling aan Maastricht School of Management. Daaruit blijkt dat het aantal vrouwelijke ondernemers met een inschrijving in het handelsregister is sinds 2016 met 29% toegenomen tot een kleine 668.000. In die periode is het aandeel van vrouwen in het totaal aantal ondernemers gestegen van 35% naar 37%. Bijna een op de vier vrouwelijke ondernemers werkt in de zakelijke dienstverlening (24%). Daarna volgen de sectoren gezondheid (19%) en persoonlijke dienstverlening (12%). ‘Nog steeds is het beeld dat vrouwen alleen werkzaam zijn in de sector persoonlijke dienstverlening, zoals schoonheidsverzorging en haarverzorging, maar het is goed om dat te nuanceren’, aldus Dijkhuizen. ‘Van alle ondernemers in deze sector is weliswaar het leeuwendeel vrouw, maar binnen de gehele groep vrouwelijke ondernemers is er maar 12% van hen in deze sector actief.’ Noord-Holland en Utrecht tellen de meeste vrouwelijke ondernemers als percentage van aan het aantal inwoners en daar bevinden zich ook de meeste vrouwelijke starters.
Onder jongeren is het aandeel van vrouwen bij de startende ondernemers nog beperkt: 26% in de categorie onder de 19 en 34% in de groep tot 25 jaar. In de leeftijdscategorie 40 tot 55 jaar is het aantal mannelijke en vrouwelijke starters bijna gelijk.
Geef een reactie