Tuchtrechter beslecht Friese voetbalruzie Blauw Wit ’34

De Accountantskamer heeft uitspraak gedaan in een tuchtzaak waarin twee RA’s waren aangeklaagd  vanwege hun rol als bestuurder bij de Leeuwarder voetbalvereniging Blauw Wit ’34. De tuchtzaak was een gevolg van een nogal uit de hand gelopen conflict over de controle van de jaarcijfers bij de amateurclub.Eén van de twee klagers werd naar aanleiding daarvan geroyeerd als clublid, de ander vond dat hij als lid van de kascontrolecommissie flink was tegengewerkt door de accountants.

Die accountants waren eerder voorzitter en penningmeester bij Blauw Wit ’34. Ze zouden volgens de klager als leden van het bestuur hun accountantstitel hebben misbruikt, hun geheimhoudingsplicht hebben geschaad, eigen belangen hebben laten prevaleren, valsheid in geschrifte hebben gepleegd, niet zijn opgetreden tegen lasteraars en niet vakbekwaam en integer hebben gehandeld. De Accountantskamer ziet daar echter geen enkel bewijs voor. De klachtonderdelen tegen de RA’s zijn ongegrond omdat ze feitelijke grondslag missen, niet juist zijn of niet aannemelijk gemaakt zijn, oordeelt de tuchtrechter.

Uitspraak:20-1548 en 1549 RA en RA

Bom gebarsten na e-mail

Al langer waren er frustraties bij de twee klagers geweest over gebrekkige controle bij de voetbalvereniging, maar in de zomer van 2018 barstte de bom na een e-mail aan het bestuur van het lid van de kascontrolecommissie, vertelde die laatste tijdens de zitting eind vorig jaar. “Ik heb het als minachtend ervaren dat stukken steeds niet werden gezonden, heb ik toen gemaild. Dat heeft hem (de toenmalige penningmeester, AV) nogal geraakt kennelijk, want een uur later stuurde hij een mail dat hij zijn functie neerlegde als het zo moet.” De voorzitter stelde nog voor om met z’n allen om de tafel te gaan om het geschil uit te praten, maar daar voelden de klagers ondertussen weinig meer voor.

Tuchtzaak

Tijdens de tuchtzaak die de twee voormalige leden van de voetbalclub daarop aanspanden liepen de emoties soms hoog op. Zelf vonden de RA’s dat ze weinig fout hebben gedaan als voorzitter en penningmeester. Dat de stukken niet altijd op tijd waren wilde de voormalige penningmeester nog wel toegeven, dat had achteraf bezien anders gemoeten. Maar verder was alles steeds volgens het boekje gegaan, voerde hun raadsman aan. Er was steeds correct gehandeld en professioneel opgetreden. De klagers waren uitgenodigd voor overleg en werden van zoveel mogelijk informatie voorzien. Dat er integer, eerlijk en transparant was gehandeld bleek volgens hem ook uit het feit dat de leden telkens decharge verleenden. Sowieso was het volgens de raadsman niet duidelijk welke gedrags- en beroepsregels er volgens de klagers nu eigenlijk waren overtreden. “De beschuldigingen treffen me zeer”, blikte de voormalige voorzitter terug tijdens het slotwoord. “We wilden niets doordrukken. Ik heb veel suggestieve beschuldigingen gehoord, terwijl we altijd transparant zijn geweest en wilden praten. Maar blijkbaar is er weerwil om tot een oplossing te komen. Het is heel vervelend dat het zo gegaan is, maar ik kan mezelf recht aankijken in de spiegel.”

Oordeel Accountantskamer

Ook de Accountantskamer ziet echter geen bewijs van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Dat één van de RA’s de controle door de kascommissie heeft gedwarsboomd en dat hij stukken heeft achtergehouden is bijvoorbeeld niet aannemelijk gemaakt. Ook de stelling dat de RA-titel door betrokkenen is misbruikt, is naar het oordeel van de tuchtrechter niet aannemelijk gemaakt. Van de gehele klachtenreeks van 14 klachtonderdelen blijft uiteindelijk niks overeind. Of het de onderlinge verhoudingen tussen de voetballiefhebbers herstelt valt te betwijfelen, maar de twee accountants zullen in elk geval opgelucht zijn dat hun vrijwilligersfuncties niet tot vervelende beroepsmatige gevolgen leiden.

Zie ook: Friese accountants in het beklaagdenbankje over bestuurswerk bij voetbalclub