De Kwartiermakers toekomst accountancysector Marlies de Vries en Chris Fonteijn hebben hun tweede voortgangsrapportage afgerond. Die is gematigd positief, al hekelen zij wel de oproep van EY-voorman Coen Boogaart om de sector even met rust te laten: ‘De maatschappij verwacht urgentie en geen rust.’
De voortgangsrapportage is vrijdag door minister Hoekstra aan de Tweede Kamer gestuurd. Het duo is positief: ‘Wij constateren wederom dat op alle onderdelen stappen gezet zijn, waaronder op het gebied van de structuuronderzoeken naar het joint audit en het audit only-model en het experiment met de intermediair. De uitvoering van de door u aangekondigde verbetermaatregelen ligt daarmee op schema.’
Toon ook vertalen in handelen
Verder is de ‘tone at the top’ van accountantsorganisaties over het algemeen goed, vinden de kwartiermakers. ‘Wel hebben wij in eerdere uitingen aangegeven er nog niet van overtuigd te zijn dat de toon aan de bovenkant voldoende doordringt in de verschillende lagen van de organisatie. Niet alleen doordringt, maar zich ook vertaalt in handelen en resultaten. Niet op basis van toon alleen, maar op basis van de juiste prikkels. […] Onze waarneming is niet wezenlijk veranderd. Dat geldt voor zowel inhoud als tempo. Het zou alleen te eenvoudig zijn dit alleen te wijten aan onvoldoende goede wil of inspanning aan de zijde van de leiding van accountantsorganisaties. Sterker: wij geloven dat het in veel gevallen daar niet aan schort. En toch… Het gaat in onze ogen nog niet snel genoeg, dezelfde thema’s blijven de kop opsteken. Wij willen hierbij opmerken dat wij onze waarnemingen baseren op directe contacten met betrokkenen uit de praktijk. Deze geluiden krijgen wij tot op heden niet of nauwelijks terug van de leiding van kantoren.’
Tijdsdruk en verkramping
De kwartiermakers wijzen op mogelijke prikkels van gedrag die ‘weerbarstig zijn en niet alleen met goed bedoelde initiatieven te beïnvloeden zijn’. ‘Ook kan het zijn dat het wegnemen van die prikkels geld kost. Zonder op de stoel van de gedragspsycholoog te willen gaan zitten zien wij dat thema’s als tijdsdruk, budgetdruk, angst voor carrière, hiërarchie en gebrek aan tegenspraak de kop blijven opsteken. Budgetdruk en tijdsdruk spelen op portefeuilleniveau en kunnen zich daarmee wellicht eenvoudiger onttrekken aan het zicht van de bestuurders. Wij merken een behoefte op het niveau van de werkvloer om ruimer te plannen en dus voldoende tijd te hebben voor het werk, onvoorzien meerwerk en de noodzakelijke reflectie. Ondanks dat sommige kantoren hierin al stappen hebben genomen blijkt dat deze behoefte blijft. Op het punt van hiërarchie en tegenspraak worden nogal eens belemmeringen ervaren om meerderen tegen te spreken en samen te reflecteren. Zeker als er al sprake is van druk op de planning. Terwijl dit juist essentieel is op alle gebieden waaronder belangrijke thema’s als fraude en continuïteit. Ook blijft de angst voor een review groot.’ De kwartiermakers spreken zelfs van verkramping. ‘Dit is deels begrijpelijk, maar het centraal stellen van het leren van fouten, bijvoorbeeld ook in het promotiebeleid, kan bijdragen aan een minder verkrampte houding ten opzichte van een review.’
Leidinggevende moet voorbeeld geven
Soms spelen ook ingesleten verwachtingen medewerkers parten: ‘Sommige zaken lijken bijvoorbeeld meer te spelen in de hoofden van (jonge) accountants dan dat ze op ervaringen of feiten gebaseerd zijn. Een voorbeeld is de door ons veelgehoorde angst voor reviews van accountants die nog nooit daadwerkelijk een review hebben ondergaan. Een ander voorbeeld is dat (jonge) accountants aannemen dat er geen ruimte is voor een kritische vraag of tegenspraak, terwijl als dit gedaan wordt blijkt dat dat juist wel wordt gewaardeerd door de leidinggevende.’ Leidinggevenden zouden zich meer moeten openstellen voor het oplossen van werkdruk en daarin proactiever moeten handelen ‘en vooral zelf het goede voorbeeld geven’. ‘Cultuurverandering kan met de mond beleden worden, maar als werknemers ervaren dat targets uiteindelijk belangrijker worden gevonden dan het functioneren van het team en de kwaliteit van de controle, zal de gewenste cultuur die juist waarde creëert voor de lange termijn niet tot stand komen. Ten slotte valt het ons op dat de verschillen tussen (zeer) grote kantoren en niet-oob-kantoren op bovengenoemde punten kleiner zijn dan wij hadden verwacht.’
Studenten staan te trappelen
Positief vinden de twee onder meer wekelijkse Clubhouse-sessies georganiseerd door jonge accountants en de steun vanuit de branche bij verschillende projecten en gesprekken. ‘We zien een zeer diverse studentenpopulatie die staat te trappelen om het goed te doen. We zien dat de relatie tussen de sector en de AFM gestaag effectiever wordt en we zien dat de SRA ook meegaat in de ontwikkelingen van wijziging van toezicht. Genoeg reden voor voorzichtig optimisme, maar geen aanleiding om het gaspedaal los te laten.’ De kwartiermakers plannen onder meer rondetafels met specifieke groepen binnen de accountancysector.
Urgentie, geen rust
De kwartiermakers reageren ook op de oproep van scheidend EY-voorzitter Coen Boogaart om accountants ‘even een moment van rust’ te geven. De voortgangsrapportage was toen al afgerond, maar online laten de twee weten: ‘De oproep tot rust voor de sector miskent de maatschappelijke verwachting die er leeft. Vorig jaar hebben de CTA en de MCA een grote hoeveelheid aanbevelingen gedaan die de minister grotendeels heeft overgenomen. Wij zijn aangesteld om die maatregelen, inclusief cultuurverandering, te ondersteunen en toe te zien op de uitvoering. Daarnaast zijn er onderzoeken naar structuurmaatregelen gestart, wordt het toezicht gecentraliseerd en wordt de governance van grote kantoren tegen het licht gehouden. Dit, ook in relatie tot ontwikkelingen in de EU en het VK. De maatschappij verwacht urgentie en geen rust. De ‘tone at the top’ is daarbij essentieel en suggereert in bovengenoemd voorbeeld ook richting jonge beroepsbeoefenaren dat bemoeienis van buiten niet meer nodig is. En dat is een misverstand. Daarvoor zijn het beroep en zijn rol in de maatschappij te belangrijk.’
Geef een reactie