De Scholen voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO) hebben woensdag bij de voorzieningenrechter geen gehoor gekregen met hun eis dat de Onderwijsinspectie afkeurende rapporten over (onder meer) de financiële handel en wandel moet intrekken.
De acht scholen voor Persoonlijk Onderwijs hadden samen met de Stichting SvPO in kort geding geëist dat de inspectie de kwaliteitsrapporten voor vijf scholen zou intrekken en alle financiële rapporten zou intrekken, of die rapporten zou aanpassen. De scholen kregen een onvoldoende, onder meer omdat er sprake is van dubieuze transacties tussen de scholen onderling en tussen een van de scholen en de bestuursvoorzitter. Volgens de SvPO was die kritiek niet onderbouwd.
Eigen visie
Zij vinden dat de inspectie ondanks de goede resultaten van de scholen het onderwijs van de scholen niet ondersteunt en er een eigen onderwijsvisie op na houdt. ‘In haar rapportages beperkt de Inspectie zich niet tot het toetsen van het onderwijs van de scholen aan de toepasselijke wettelijke voorschriften, maar oordeelt zij op basis van haar eigen inzichten en daaruit voortvloeiende aanvullende normen, hetgeen in strijd is met de grondwettelijk beschermde vrijheid van inrichting van onderwijs. Ten onrechte wordt geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen oordelen en bevindingen.’
Procedure was in orde
De rechter overweegt dat de inspectie de conceptrapporten heeft laten lezen aan de scholen. Dat heeft geleid tot enige aanpassingen aan de rapportages, maar veel bezwaren zijn niet gehonoreerd. Bij het opstellen van de rapporten zijn de procedurele waarborgen in acht genomen. ‘De scholen zijn voldoende in staat gesteld te reageren op de conceptrapporten en hebben hun zienswijze daaraan kunnen toevoegen. Het overleg heeft ook geleid tot aanpassingen in de concepten. Dat de uiteindelijke rapporten ondanks de verschillen van inzicht (nadat de gevraagde voorlopige voorziening door de bestuursrechter was afgewezen) toch gepubliceerd zijn, is dan ook op zich niet onrechtmatig. De Inspectie is op grond van de wet na vaststelling van de rapporten ook gehouden tot openbaarmaking ervan.’ Dat de rapporten niet op feiten zijn gebaseerd, verwerpt de rechter. Er ligt een grote hoeveelheid informatie ten grondslag aan de rapporten. ‘Het enkele feit dat er tussen partijen verschil van mening bestaat over de duiding van die feiten maakt dat niet anders.’
Juist getoetst
Op het gebied van de kwaliteitszorg heeft de inspectie kwaliteit de juiste toets gehanteerd, oordeelt de voorzieningenrechter. Ook op het gebied van de kwaliteitscultuur zijn er geen tekortkomingen in de rapporten: ‘De zorg van de inspectie ziet met name op mogelijke belangenverstrengeling. De voorzieningenrechter acht het begrijpelijk dat de inspectie op dit punt heeft vastgesteld dat de code goed bestuur van de scholen nog steeds niet adequaat is, nu belangenverstrengeling niet met zoveel woorden wordt uitgesloten. Dat klemt temeer daar vaststaat dat meerdere leden van dezelfde familie bij SvPO betrokken zijn in verschillende hoedanigheden.’ Ook op andere onderdelen is het oordeel van de inspectie over de onderwijskwaliteit niet onbegrijpelijk, zo luidt het verdict.
Geen accountant betrokken
De rechter buigt zich ook over de klacht dat de financiële rapportages van de inspectie niet deugden. Daartoe heeft de stichting op de zitting naar voren gebracht dat de financiële rapporten zijn vastgesteld door een daartoe niet bevoegde persoon: er was geen accountantstoezicht. Maar daarin gaat de rechter niet mee. Volgens de geldende regels is bij een dergelijk specifiek onderzoek de directie Rekenschap en Juridische zaken verantwoordelijk voor het financieel toezicht binnen de verschillende directies toezicht. ‘Anders dan SvPO heeft betoogd zijn de uit de Comptabiliteitswet 2016 voortvloeiende eisen ten aanzien van de inzet van accountants voor bepaalde taken hier niet van toepassing. Het betreft immers geen review op de instellingsaccountant, noch inzage in controleprogramma’s en dossiers van een accountant. Van een noodzaak tot intrekking op formele gronden is dan ook geen sprake.’
Verklaring accountant heeft geen belang
De jaarverslagen van de scholen zelf zijn echter terecht kritisch bekeken door de inspectie: ‘Zo staat vast dat er onderlinge geldstromen zijn tussen de scholen, en dat de stichting Frederiksoon, een private stichting die is opgericht door de oprichter van de SvPO-scholen, vergoedingen ontvangt van de scholen voor leermiddelen. In het licht van de wettelijke regels voor bekostiging van scholen en de verantwoording daarvan, acht de voorzieningenrechter het niet onbegrijpelijk dat de inspectie daarover zorgen heeft geuit in haar financiële rapporten.’ De bestuursverslagen zijn voor alle scholen vrijwel identiek, wat in strijd is met de voorschriften, gaat de rechter verder. ‘De vraag of de jaarrekening cijfermatig correct is gaat de beoordeling in kort geding te boven. Voorshands moet dan ook worden geoordeeld dat de conclusies van de inspectie in de rapporten niet evident feitelijk onjuist, dan wel onrechtmatig zijn.’ De eisen waaraan de verslaglegging (waaronder de jaarrekening) moet voldoen, moeten worden gezien in het licht van de Wet op het onderwijstoezicht. ‘Dat brengt met zich dat aan de door SvPO ingebrachte verklaring van hun partij-accountant, die uitsluitend acht heeft geslagen op de eisen met betrekking tot jaarrekeningen zoals opgenomen in boek 2 BW, in dit geval geen doorslaggevend belang toekomt.’
Geef een reactie