BTW-carrouselfraude zit ingenieus in elkaar. De Belastingdienst jaagt op deze fraude met een apart team. Eind augustus stond een 37-jarige man voor de rechter die verdacht werd van deze vorm van belastingfraude.
Aanklacht
De advocaat van de verdachte wilde dat de dagvaarding nietig verklaard zou worden wegens ‘onbegrijpelijkheid’. Maar de rechter vond dat de feiten voor zich spraken. Die luidden dat de Belastingdienst aan de hand van facturen, betalingen en het vervoer in een aantal transacties had geconstateerd dat de bedrijven van de verdachte ondernemer goederen verkochten aan ondernemingen in andere EU-lidstaten. Deze EU-ondernemingen leverden de goederen weer door aan zogenaamde ploffers in Nederland. Hierna werden de goederen via één of meerdere bufferondernemingen weer gekocht door de twee bedrijven van de verdachte. Daarna doorliepen de goederen nog een keer hetzelfde traject waarbij beide bedrijven fungeerden als afnemer en leverancier van elkaar. In de periode van 1 januari 2015 tot en met februari 2017 werden door de Belastingdienst maandelijks grote geldbedragen aan btw teruggegeven aan de bedrijven van de verdachte. Dit gebeurde naar aanleiding van de door deze bedrijven ingediende aangiften omzetbelasting, waarbij de voorbelasting werd teruggevraagd. De Belastingdienst stelde vast dat er in de ‘handelsketen’ door meerdere partijen niet aan de btw-verplichtingen werd voldaan en verdacht de ondernemers in de keten van btw-carrouselfraude.
Btw-carrouselfraude
De term btw-carrouselfraude wordt gebruikt voor een samenstel van strafbare, frauduleuze, gedragingen waarbij minimaal één bedrijf (een zogenaamde ‘ploffer’) in een handels- en facturenketen geen btw afdraagt aan de fiscus. Dat bedrijf brengt vervolgens wel btw in rekening bij zijn afnemers. De schakels in de handelsketen na de ploffer – zogenaamde ‘buffers’- vragen de btw terug. De namen en btw-nummers van bedrijven die als ploffer fungeren worden meestal maar korte tijd gebruikt, waarna de activiteiten worden gestaakt en een nieuwe ploffer de plaats inneemt van de eerdere ploffer. De Belastingdienst kan vervolgens de eerste ploffer niet meer aanspreken op haar fiscale verplichtingen. Bestuurders van de bedrijven die fungeren als ploffer of buffer zijn slechts formeel leidinggevende en niet feitelijk betrokken bij de ondernemingen; zij zetten de bedrijven en bankrekeningen slechts op naam (‘katvangers’). Eén van de kenmerken van btw-carrouselfraude is dat sprake is van een prijsval: de ploffers factureren goederen aan de bufferbedrijven voor lagere bedragen dan waarvoor die aan de ploffers waren gefactureerd. Deze prijsval kan alleen worden gerealiseerd doordat plofferbedrijven geen btw afdragen. De ‘winst’ die ten gevolge van deze handelwijze ontstaat, wordt over de diverse schakels verdeeld.
Kenmerken
De volgende kenmerken doen bij de fiscus alarmbellen rinkelen:
– meerdere partijen; een carrousel bestaat uit meerdere partijen. Het aantal kan variëren van minimaal drie (bij de eenvoudigste carrousel), tot heel veel bij de meer ingewikkelde carrousels, waarbij het doel van heel veel partijen het versluieren van de carrousel is en soms ook het meerdere malen ‘pakken van de winst’ door het gebruiken van meer dan één ploffer;
– internationaal karakter; de deelnemers aan een btw-carrousel bevinden zich in minimaal twee lidstaten van de EU, maar ook landen buiten de EU kunnen erin betrokken zijn;
– repeterend karakter; goederen kunnen al dan niet fictief in een carrousel worden rondgepompt. Ze worden tegen bodemprijzen op de Europese markt gedumpt of verdwijnen buiten de EU. De oorspronkelijke kostprijs van de goederen is dan vaak in zijn geheel terugverdiend ten koste van de schatkist. Echter, ook als de goederen niet helemaal rondgaan en het repeterend karakter dus ontbreekt, wordt bij deze vorm van btw-carrouselfraude gesproken;
– snelle wisseling van leveranciers en afnemers; de kracht van een goed georganiseerde carrousel is dat de organisatoren in staat zijn om de gaten in de carrousel, die door ingrijpen van de Belastingdienst zijn ontstaan, zeer snel te dichten. Dat betekent dat op het moment dat de Belastingdienst deelnemers aan een btw-carrousel ontdekt en hen het werken onmogelijk maakt, deze direct worden vervangen door anderen;
– kennis werkwijze Belastingdienst; deelnemers aan de carrousel laten zich op fiscaal gebied door adviseurs informeren over de (on)mogelijkheden van de Wet op de Omzetbelasting (Wet OB) en de werkwijze van de Belastingdienst (organisatie en werking van het OB-aangiftesysteem);
– ICL of export; in de gesignaleerde carrousels is altijd sprake van een ondernemer die intracommunautair goederen levert, dan wel exporteert.
Half jaar voorwaardelijk
De rechter oordeelde in dit geval dat de verdachte schuldig was aan het medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd, het medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Dit leverde de ondernemer een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 6 maanden en een taakstraf van 240 uren.
Lees hier de uitspraak.
BTW carrousel
De oplossing is zeer eenvoudig
Schaf O% tarief af en laat de BTW betalen
Terugvragen /verrekenen via aangifte
Match betaalde en terug te vragen BTW