Staatssecretaris Vijlbrief heeft twee nota’s van wijziging bij het Belastingplan 2022 en Overige fiscale maatregelen 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Belastingplan 2022
In de nota van wijziging Belastingplan 2022 wordt een vereenvoudiging van het aangifteproces in de overdrachtsbelasting (ODB) doorgevoerd. Ook worden twee technische wijziging aangebracht.
- In 2022 wordt de inhoud van het aangiftebericht voor de ODB uitgebreid. Vanaf dan moet de notaris meer gegevens via het aangiftebericht aanleveren (zoals het BSN en de vrijstelling waarop een beroep wordt gedaan). Toegezegd is dat zou worden bekeken of bepaalde wettelijke verplichtingen voor de notaris om gegevens in de akte of schriftelijke verklaring op te nemen (deels) kunnen komen te vervallen, als deze gegevens via het aangiftebericht aan de Belastingdienst worden verstuurd. De Belastingdienst en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) hebben recent gezamenlijk aangegeven dat administratieve lasten kunnen worden voorkomen door bepaalde verplichtingen te laten vervallen zonder dat daarmee effectief toezicht door de Belastingdienst wordt belemmerd. Het gaat daarbij in het bijzonder om de verplichting van de notaris de schriftelijke verklaring die een particuliere koper van een woning invult bij toepassing van de startersvrijstelling of het verlaagde tarief, standaard op te sturen naar de Belastingdienst. Deze informatie volgt al uit het gewijzigde aangiftebericht. Omdat met ingang van 1 januari 2022 de gegevens uit dit standaardformulier, met uitzondering van de verklaring, via het elektronische bericht worden aangeleverd, wordt voorgesteld om de WBR met ingang van die datum aan te passen, om zo onnodige administratieve lasten voor het notariaat en burgers te voorkomen en het aangifteproces van de ODB te vereenvoudigen.
- In de zogenoemde eindejaarsregeling 2021 wordt een overgangsregeling opgenomen op grond waarvan voor notarissen die de nieuwe software niet met ingang van 1 januari 2022 kunnen implementeren, tot uiterlijk 31 maart 2022 de aangifteverplichtingen zoals deze golden op 31 december 2021, blijven gelden. Aansluitend op deze overgangsregeling wordt met deze nota van wijziging ook geregeld dat notarissen pas het vereenvoudigde aangifteproces kunnen hanteren zodra zij de benodigde gegevens via het elektronische aangiftebericht kunnen leveren. In de praktijk is dat het moment waarop de software-update bij de notaris heeft plaatsgevonden.
- In het onderdeel met betrekking tot de autonome vergroening zijn de schijfgrenzen van de BPM-tabel per abuis met 1 gram per kilometer verhoogd. Dat wordt met deze nota van wijziging hersteld.
Overige fiscale maatregelen
In de nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022 worden enkele wijzigingen in de Wet Vpb en de Wet bronbelasting 2021 aangebracht.
- De verrekening van voorvoegingsverliezen met de winst van een bij oprichting gevoegde dochtermaatschappij wordt gewijzigd. De Hoge Raad heeft in een arrest van 11 juni 2021 nadere uitleg gegeven over de samenloop tussen de verliesverrekeningsregels en het fiscale-eenheidsregime in de Vpb. Als gevolg van dit arrest kunnen op basis van een grammaticale interpretatie de betreffende bepalingen in strijd komen met het beoogde doel en de beoogde strekking van de wet. Dat kan er volgens de NvW toe leiden dat onder omstandigheden zogenoemde houdster- en groepsfinancieringsverliezen verrekend kunnen worden met niet-houdster- en groepsfinancieringswinsten (reguliere winsten). Omdat dit een aanzienlijke budgettaire derving tot gevolg heeft wordt voorgesteld om het arrest van 11 juni 2021 te repareren. De voorgestelde wijziging komt er op neer dat ingeval winst van een bij oprichting gevoegde dochtermaatschappij wordt aangemerkt als winst van een (houdster)maatschappij en die (houdster)maatschappij verliezen heeft waar de houdsterverliesregeling nog op van toepassing is, ook de werkzaamheden en het vermogen van die dochtermaatschappij voor toepassing van die regeling worden aangemerkt als de werkzaamheden en het vermogen van de (houdster)maatschappij die deze dochtermaatschappij heeft opgericht (eveneens naar rato van haar kapitaalinbreng). In samenhang met deze wijziging wordt de nadere regel uit het Besluit fiscale eenheid 2003 (Bfe 2003) ten aanzien van de verrekening van voorvoegingsverliezen met de winst van een bij oprichting gevoegde dochtermaatschappij in de Wet Vpb opgenomen en komt deze in het Bfe 2003 te vervallen.
- De eerste wijziging in de Wet bronbelasting 2021 ziet op een aanvulling op het begrip vaste inrichting (v.i.) in Nederland voor toepassing van de bronbelasting per 1 januari 2022. Deze bredere toepassing geldt al voor de toepassing van het v.i.-begrip in de Vpb. Hierdoor wordt ook bronbelasting geheven over rente- en royalty betalingen, voor zover deze toerekenbaar zijn aan specifieke Nederlandse bronnen, zoals in Nederland gelegen onroerende zaken.
- De tweede wijziging betreft een verduidelijking in de hybride bepalingen van de Wet bronbelasting 2021, waardoor hybride lichamen niet langer belastingplichtig zijn voor de bronbelasting indien niet ten minste één van de achterliggende gerechtigden (al dan niet via een samenwerkende groep) een kwalificerend belang heeft in het hybride lichaam. Het is de bedoeling dat deze wijziging zal plaatsvinden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021.
De staatssecretaris liet weten dat aan de tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen aangenomen motie Hermans deels uitvoering zal worden gegeven door enkele aanvullende wijzigingen op te nemen in het Belastingplan 2022. Er wordt daarom gewerkt aan een aanvullende nota van wijziging op het pakket Belastingplan 2022. De staatssecretaris verwacht dat deze nota van wijziging op vrijdag 15 oktober aan de Tweede Kamer wordt verstuurd, tegelijk met de verzending van de nota naar aanleiding van het verslag.
Bron: Fiscaal Up To Date
Geef een reactie