Staatssecretaris Blokhuis heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken met betrekking tot twee (forensische) onderzoeken door Grant Thornton en Deloitte, onder meer naar de omstreden mondkapjesdeal van Sywert van Lienden en zijn zakenpartners. Deloitte Forensic & Dispute Services kan nog niet zeggen hoeveel tijd er nodig is voor het onderzoek dat het accountantskantoor uitvoert.
Grant Thornton: onregelmatigheid
Grant Thornton heeft onderzoek verricht naar mogelijke onregelmatigheden in relatie tot het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH). Het accountantskantoor concludeerde over de deal met Van Lienden en consorten afgelopen zomer nog dat daar geen aanwijzingen waren voor integriteitsschendingen. Inmiddels bericht de staatssecretaris de Kamer over onderzoek naar een tweede dossier waar Grant Thornton onderzoek naar heeft gedaan ‘dat VWS uit de bevindingen van Grant Thornton in dit tweede onderzoek opmaakt dat er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden.’ Dit gaat dus niet over de deal met Van Lienden en co.
Deloitte heeft meer tijd nodig
Deloitte Forensic & Dispute Services doet wel aanvullend forensisch onderzoek naar onder meer de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) via een overeenkomst met Hulptroepen Alliantie (HA) en/of Relief Goods Alliance B.V. (RGA). Aanvankelijk was de verwachting dat er in september al iets gemeld kon worden, maar de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport meldde toen al dat dat niet ging lukken. In een update schrijft Blokhuis nu dat Deloitte hem heeft laten weten op dit moment nog geen harde toezegging te kunnen doen over het moment waarop de onderzoeksresultaten kunnen worden opgeleverd. De verwachting is dat dit niet voor het einde van dit jaar zal plaatsvinden.
Dataoverdracht ‘weerbarstig proces’
Blokhuis: ‘De belangrijkste oorzaak betreft hierbij het weerbarstige -en daarmee langer durende- proces om te komen tot de volledige dataoverdracht voor het onderzoek. In mijn vorige brief gaf ik aan dat er sprake is van een complex datalandschap. Dit kan ik als volgt illustreren. De data die het onderzoeksbureau bijvoorbeeld van het ministerie van VWS gaat betrekken, betreffen naast ruim 135 mailboxen ook netwerkschijven, datasystemen -zoals het documentmanagementsysteem en het financiële systeem- en chatberichten. Bij het filteren van deze data gaat het om miljoenen documenten die conform de forensische vereisten worden veilig gesteld en gefilterd tot een voor het onderzoek relevante dataset. Daarnaast wil het onderzoeksbureau ook de data van de op dat moment aan het LCH verbonden partijen en relevante data van andere departementen betrekken in het onderzoek. Ook hier gaat het om vele, verschillende typen documenten die zich op verschillende locaties bevinden.
In het kader van het onderzoek is de vraag gerezen of VWS de data, afkomstig van het LCH en opgeslagen bij het CIBG, mag delen met het onderzoeksbureau. Uit een analyse blijkt dat VWS in de zin van de Algemene Verordening Gegevens moet worden aangemerkt als verwerkersverantwoordelijke van de data die afkomstig is van het LCH.2 Met het vaststellen van deze verwerkingsverantwoordelijkheid kan VWS de data delen met het onderzoeksbureau ten behoeve van het onderzoek naar de inkoop van PBM.’
Net als de Kamer wil Blokhuis op de kortst mogelijke termijn helderheid krijgen over de uitkomsten van het onderzoek, schrijft hij. ‘Mochten de resultaten van het eerste deel van het onderzoek –de overeenkomst met HA/RGA– nog niet in het eerste kwartaal van 2022 definitief zijn dan deel ik met u uiterlijk aan het einde van dat kwartaal de stand van zaken van dat moment. Uiteraard is het streven er wel op gericht in dat tijdvak de resultaten van het eerste deelonderzoek te hebben.
Ik hecht eraan te benadrukken dat na het formaliseren van de opdrachtverstrekking het onderzoeksbureau voortvarend is gestart met het onderzoek. Hiervoor heeft het bureau in de afgelopen periode tientallen gesprekken gevoerd met medewerkers van VWS en met andere betrokkenen bij het inkoopproces PBM. Deze gesprekken dien(d)en ertoe om inzicht te verkrijgen in de voor het onderzoek relevante databronnen en hadden eveneens ten doel het kunnen identificeren van de benodigde informatie voor het onderzoek. Tevens zijn er verschillende interviews gehouden inzake het normenkader en de context van de periode waarin PBM zijn aangekocht. Bovendien zijn er interviews gehouden inzake de te onderzoeken transacties en is een eerste transactie-analyse verricht. Tot slot heeft het onderzoeksbureau laten weten dat wegens de toegevoegde waarde van het meldpunt (www.meldpuntinkopenPBM.nl) dit langer wordt opengesteld, namelijk tot 1 december a.s.’
Kamerbrief met stand van zaken aanvullend onderzoek inkopen persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Forensisch accountant moet duidelijkheid geven over omstreden mondkapjesdeal Van Lienden
Jan Vakman zegt
Het is goed om hier veel forensisch onderzoek naar te laten uitvoeren. Vooral voor verschillende partijen. Goed om stof op te werpen. Goed om dingen te verhullen. Goed om je politieke billenmaatjes uit de wind te houden. Goed om veel gemeenschapsgeld in te steken. Of heb ik het mis????
G Timmerman zegt
@ Jan
Nee Jan,jij snapt er niks van (dat rijmt)
Ze hebben meer tijd nodig om voldoende hoor- en wederhoor toe te passen. Anders begint de Accountants Kamer weer te zeuren. Zo voldoende dat er -hoe dan ook- in elk geval uit komt dat er niemand aanspreekbaar laat staan aansprakelijk kan zijn. Je weet zeker nog wel dat dat proces bij “Tata Steel” betekende dat de concepten dik dertig keer werden aangepast. Dat kost tijd, veel tijd. Helder?
Henk zegt
Wie was de opdrachtgever aan Deloitte en krijgt de opdrachtgever de mogelijkheid te schrappen?