Brievenbusfirma’s leveren de Nederlandse economie weinig op, benadelen ontwikkelingslanden onevenredig en beschadigen de reputatie van Nederland. Dat concludeert de Commissie Doorstroomvennootschappen in haar eindrapport. De balans van deze vennootschappen is ruim vijf keer de omvang van de Nederlandse economie, maar aan de belastinginkomsten dragen ze maar 0,2% bij.
De commissie wil dat het kabinet werk maakt van meer transparantie over zogenoemde doorstroomvennootschappen. Bovendien spoort de commissie aan om het toezicht op de sector te versterken en brievenbusfirma’s meer te laten rapporteren over hun activiteiten. ‘Die maatregelen maken Nederland minder aantrekkelijk voor brievenbusfirma’s en kunnen ervoor zorgen dat Nederland van een buitenbeentje verwordt tot een land met een normale positie ten aanzien van doorstroomvennootschappen.’
Geen vrijstelling rapportageplicht
Een van de aanbevelingen is dat afzonderlijke entiteiten die onderdeel uitmaken van een groep niet langer onder bepaalde voorwaarden zijn vrijgesteld van de gebruikelijke rapportageverplichtingen. ‘Dit vergroot de mogelijkheden voor systematisch onderzoek, waardoor het moeilijker wordt om Nederlandse doorstroomvennootschappen te gebruiken voor
verhulling en maatschappelijk ongewenste doorstroompraktijken eerder aan het licht komen.’
Internationaal UBO-register
Betere transparantie kan onder meer worden bewerkstelligd door aanpassingen in het UBO-register. ‘Dat maakt duidelijk wie schuilgaat achter vennootschappen. Doorstroomvennootschappen mogen nu nog een beperkt jaarverslag opstellen. Als de wetgever die eisen in lijn brengt met bedrijven die wel activiteiten ontplooien, is het starten van een brievenbusfirma minder aantrekkelijk.’ Internationale samenwerking is daarnaast een belangrijk wapen om belastingontwijking via brievenbusfirma’s tegen te gaan, aldus de commissie, via het schrappen van fiscale voordelen zoals de deelnemingsvrijstelling en het actief delen van gegevens. ‘Een internationaal UBO-register zou daarvoor ook uitkomst bieden.’
Balans brievenbusfirma’s vijf keer Nederlandse economie
De commissie heeft de cijfers over doorstroomvennootschappen in het rapport op een rijtje gezet. In 2019 waren er in ons land circa 12.400 van die vennootschappen met een balanstotaal van circa € 4.500 miljard, 5,5 keer de omvang van de Nederlandse economie. Jaarlijks stroomde er door doorstroomvennootschappen gemiddeld € 170 miljard tussen 2015 en 2019. Met al die grote bedragen is een relatief klein aantal banen van tussen de drie- tot vierduizend gemoeid. De schatkist ontving in 2019 naar schatting € 650 miljoen van doorstroomvennootschappen: 0,2% van de totale belastinginkomsten. ‘De commissie concludeert dat dit niet in verhouding staat tot de negatieve effecten van doorstroomvennootschappen voor andere landen en daarmee voor de reputatie van Nederland. De commissie vindt het lastig te zeggen hoeveel belastinginkomsten overheden precies mislopen vanwege doorstroom door Nederland, maar wel wordt aangenomen dat ontwikkelingslanden extra gevoelig zijn voor belastingontwijking via het Nederlandse verdragennetwerk.’
Effecten nog onduidelijk
In hoeverre de maatregelen van de afgelopen jaren om doorstroomvennootschappen te ontmoedigen effect hebben gesorteerd, is nog niet duidelijk. ‘Dat komt enerzijds door achterlopende statistieken en anderzijds doordat een deel van deze maatregelen nog in werking moet treden. Daarnaast bevinden de ontwikkelingen op internationaal gebied zich in een stroomversnelling, waardoor ook de effecten van internationale afspraken nog onduidelijk zijn. Deze gecombineerde onzekerheid kan volgens de commissie terughoudendheid in de aanbeveling voor nieuwe maatregelen legitimeren maar ook juist een kans bieden om vanuit Nederland als belangrijke doorstroomjurisdictie een duidelijk signaal te geven’, schrijft staatssecretaris Vijlbrief in zijn aanbiedingsbrief aan de Kamer.
Nadere duiding term
De commissie heeft bedenkingen bij de term doorstroomvennootschappen in de bestaande wet- en regelgeving: die leidt tot een te beperkte opvatting van doorstroom die niet voldoet aan de verwachtingen van Kamer, kabinet en het bredere publiek. ‘Van belang is de vraag of een vennootschap internationale structuren kent, transacties doet met gelieerde partijen, beperkte reële aanwezigheid heeft in Nederland, fiscale, financiële of juridische motieven en/of grote internationale geldstromen of balansposities kent. Als enkele van deze kenmerken aanwezig zijn, kan worden gesproken van ‘doorstroom’ of een ‘doorstroomvennootschap’.’
De commissie heeft dit jaar op verzoek van de Tweede Kamer een onderzoek gedaan naar de stand van zaken met betrekking tot brievenbusfirma’s, onder leiding van topambtenaar Bernard ter Haar. Die is ook voorzitter van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals.
Lees hier het rapport van de commissie Doorstroomvennootschappen
Geef een reactie