Hoe denkt de Belastingdienst over het ontvangen en betalen met cryptovaluta door ondernemers? Daarover zijn, na een WOB-verzoek, enkele documenten openbaar gemaakt.
Omzetbelasting
Tot de (gedeeltelijk) openbaar gemaakte documenten behoort een “Bindend advies Omzetbelasting” uit 2016 van de kennisgroep Vrijstellingen, Overheid en Landbouwregeling over de toepassing van financiële vrijstellingen van artikel 11 Wet OB. Bij de openbaarmaking van dit stuk is opgemerkt dat het document op dit moment wordt heroverwogen en geactualiseerd, maar dat deze heroverweging niet geldt voor het vaststellen en aantonen van de vestigingsplaats van de afnemers van de financiële diensten in verband met de mogelijke aftrek van BTW op grond van artikel 15, lid 2, letter c, Wet OB.
Rechtszaak ‘minen’
De staatssecretaris merkt ook op dat de Belastingdienst niet in hoger beroep is gegaan tegen de uitspraak van Rechtbank Den Haag van 1 oktober 2021. De Rechtbank besliste in die zaak dat het ‘minen’ een economische activiteit is en dat 75% en niet 98% van de klanten buiten de EU was gevestigd. Volgens de staatssecretaris blijken de feiten en de omstandigheden, zoals die tijdens deze procedure zijn gepresenteerd aan de rechter, bij nader inzien geheel anders te zijn. Hierdoor speelt volgens de staatssecretaris geen rol meer of en in hoeverre een belanghebbende kan en moet aantonen dat zijn afnemers buiten de EU zijn gevestigd.
Voorraadwaardering
Tot slot zijn ook nog documenten (gedeeltelijk) openbaargemaakt over voorraadwaardering van bitcoins en toepassing van een collectief lifostelsel en over de toepassing van de ruilarresten bitcoins en winstuitstel bij Initial Coin Offering door middel van utility token.
Download hier het besluit tav cryptovaluta.
Geef een reactie