De boekhouder/accountant van The Job-Provider BV is niet in verzuim komen te verkeren toen op 26 juni 2018 de jaarrekening 2017 van het bedrijf nog niet af was, heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch geoordeeld. De zorgplicht als redelijk handelend en redelijk bekwaam accountant/boekhouder reikt niet zover dat er bij de klant moest worden nagevraagd wat de termijn was waarop de jaarrekening klaar moest zijn. De kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant concludeerde eerder ook al dat er geen sprake was van verzuim, maar The Job-Provider BV legde zich daar niet bij neer en tekende hoger beroep aan. Uit de uitspraak wordt niet duidelijk of het om een accountants-, belastingadvies- of administratiekantoor gaat.
Het kantoor (een BV) verrichtte werkzaamheden in opdracht van The Job-Provider. De eerste opdrachtbevestiging dateert van 2 maart 2007. Tussen partijen is in 2007 een vaste jaarprijs afgesproken van € 3.100,- per jaar (exclusief BTW). Voor dit jaarbedrag zou het kantoor voor The Job-Provider werkzaamheden in de administratie, verslaggeving en fiscale werkzaamheden verrichten. Vanaf 2014 is het bedrijf voor The Job-Provider gaan werken op uurtarief in plaats van de jaarprijs te blijven hanteren.
Jaarrekening 2017
Op 20 juni 2018 mailde iemand van The Job-Provider aan het kantoor dat hij met spoed cijfers nodig had voor Qredits. Nadat op 22 juni 2018 nog openstaande facturen door The Job-Provider zijn voldaan heeft het kantoor dezelfde dag een conceptjaarrekening 2017 aan The Job-Provider gestuurd waarbij in het begeleidende e-mailbericht is vermeld dat er nog wel veel posten zijn die nog aangepast moeten worden. Op 28 juni 2018 heeft het kantoor aan The Job-Provider een aangepaste conceptjaarrekening 2017 gestuurd, maar ook daarbij ontbraken nog gegevens omdat volgens het kantoor nog niet alle stukken waren ontvangen. Een definitieve jaarrekening kwam er niet, waarna het kantoor op 9 augustus 2018 een factuur stuurde aan The Job-Provider voor de werkzaamheden die waren verricht over de periode ‘tot en met juni 2018’. Deze factuur heeft The Job-Provider niet betaald.
Rechtszaak
Het kantoor stapte vervolgens naar de rechter om de factuur betaald te krijgen, The Job-Provider vroeg de rechtbank op haar beurt om een schadevergoeding omdat de definitieve jaarrekening door een ander kantoor moest worden opgemaakt en er dus dubbele kosten zouden zijn gemaakt. De kantonrechter oordeelde dat het kantoor niet in verzuim is komen te verkeren en de openstaande factuur betaald moest worden.
In hoger beroep constateert het hof onder meer dat er geen fatale termijn voor aanlevering van de jaarrekening is overeengekomen. Dat op grond van de redelijkheid en billijkheid uit de aard van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval voortvloeit dat er een fatale termijn gold waarbinnen het kantoor de jaarrekening aan The Job-Provider diende te verstrekken is niet gesteld en is het hof ook anderszins niet gebleken. Het kantoor wist weliswaar dat The Job-Provider de stukken met spoed nodig had, maar dat is geen omstandigheid die maakt dat zij zonder ingebrekestelling in verzuim is komen te verkeren toen op 26 juni 2018 de jaarrekening 2017 nog niet af was. Temeer niet nu het kantoor voor het opstellen van de jaarrekening afhankelijk was van informatie die door The Job-Provider moest worden verstrekt en deze informatie ondanks diverse verzoeken van het kantoor daartoe niet volledig aan haar was aangeleverd.
Zorgplicht
The Job-Provider heeft in hoger beroep als nieuwe grond toegevoegd dat er een zorgplicht rust op het kantoor die inhoudt dat het kantoor als redelijk handelend en redelijk bekwaam accountant/boekhouder had moeten navragen bij The Job-Provider wat de termijn was waarop de jaarrekening klaar moest zijn. Het hof is van oordeel dat omdat The Job-Provider als opdrachtgeefster een specifieke termijn voor ogen had waarbinnen zij de jaarrekening 2017 wenste te ontvangen, het op haar weg lag om die termijn aan het kantoor kenbaar te maken. De op het kantoor rustende zorgplicht strekt dan ook niet zo ver als door The Job-Provider is betoogd.
Ten overvloede merkt het hof op dat zou er al sprake zijn geweest van enige schending van een zorgplicht door het kantoor dit niet het rechtsgevolg met zich mee brengt dat het kantoor gebonden is aan een fatale termijn die zij niet is overeengekomen. Een eventuele zorgplichtschending zou kunnen leiden tot schadevergoeding, maar welke schade The Job-Provider heeft geleden als gevolg van de veronderstelde zorgplichtschending wordt door haar niet nader onderbouwd. Voor zover The Job-Provider heeft willen betogen dat de schade als gevolg van de zorgplichtschending bestaat uit de dubbele kosten voor het opmaken van de jaarrekening 2017 is het hof van oordeel dat deze schade niet in causaal verband staat met de volgens The Job-Provider geschonden zorgplicht. De causale keten is doorbroken omdat de The Job-Provider zelf de door het kantoor gevraagde informatie die noodzakelijk was voor het opstellen van de jaarrekening niet (volledig) heeft verstrekt.
Het hof bekrachtigt uiteindelijk het vonnis van de kantonrechter en stelt de boekhouder/accountant daarmee in het gelijk.
Geef een reactie