
De maaltijdbezorgers van Deliveroo zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst en hebben dus ook de rechten die bij zo’n overeenkomst horen. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) De Bock de Hoge Raad.
Zzp-constructie met opdrachtovereenkomst
Maaltijdbezorger Deliveroo is in juni 2015 actief geworden in Nederland. De Deliveroo-bezorgers werkten tot in de loop van 2018 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In 2018 besloot Deliveroo de arbeidsovereenkomsten niet meer te verlengen, maar de bezorgers via een zzp-constructie op basis van een opdrachtovereenkomst te laten werken.
Het bedrijf maakt bij de toedeling van de bezorging van maaltijden gebruik van een algoritme, genaamd Frank. Frank is een geavanceerd systeem en volgens Deliveroo cruciaal voor haar organisatie. Bezorgers kunnen inloggen op diensten wanneer zij dat willen. Eenmaal ingelogd kunnen zij door Frank een bezorging aangeboden krijgen en bezorgers mogen dat aanbod weigeren. Een bezorger kan zich ook laten vervangen. Deliveroo bepaalt steeds eenzijdig de hoogte van het loon.
Rechtbank en gerechtshof
Vakbond FNV spande een rechtszaak aan tegen Deliveroo om zo een arbeidsovereenkomst af te dwingen voor de bezorgers. Zowel de kantonrechter als het hof hebben geoordeeld dat de Deliveroo-bezorgers werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Deliveroo stelde beroep in cassatie in tegen de uitspraak van het hof.
Advies AG: invulling gezagscriterium is de kern
Volgens de AG draait het bij de beantwoording van de vraag of de maaltijdbezorgers een arbeidsovereenkomst hebben, vooral om de invulling van het criterium ‘in dienst van de andere partij’ (het gezagscriterium). Bij de invulling daarvan is het volgens haar belangrijk of het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkverschaffer. Als de werkzaamheden een wezenlijk onderdeel zijn van de bedrijfsvoering, zal daarvan snel sprake zijn. Alleen als de werker als zelfstandig ondernemer kan worden beschouwd, is géén sprake van organisatorische inbedding van het werk in de onderneming van de werkverschaffer. Het is volgens de AG (in beginsel) of het een of het ander: de werker werkt ‘in dienst van de andere partij’ doordat het werk is ingebed in de onderneming van die ander, óf de werker heeft zijn of haar eigen onderneming. Bij de vaststelling of het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de werkverschaffer of dat de werker een eigen onderneming heeft, moet vooral worden gekeken naar de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden. Dat sluit aan bij de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Arbeidsovereenkomst
Net als het hof vindt de AG dat de contractsbepaling van Deliveroo dat de maaltijdbezorger vrij is om zich te laten vervangen, niet in de weg staat aan de kwalificatie als arbeidsovereenkomst. Dat geldt ook voor de contractuele vrijheid van de bezorger om te werken (‘in te loggen’) wanneer hij of zij dat wil. De rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers geldt volgens de AG dan ook als arbeidsovereenkomst. Het advies van de AG zou betekenen dat de uitspraak van het gerechtshof in stand kan blijven. De uitspraak van de Hoge Raad is (voorlopig) bepaald op 23 december 2022.
Zijn we dan ook meteen verlost van die zogenaamde zelfstandigen in de zorg en het onderwijs met deze uitspraak? Daar kan toch ook niet ontkent worden dat het werk organisatorisch is ingebed in de onderneming van de opdrachtgever!!!!