Volgens Leonard Vereecken RA is het typerend voor het Nederlands beleid dat er jaarlijks gemiddeld minder dan 1 zaak van verslaggevingsfraude tot veroordeling leidt. Nederland gedoogt feitelijk witteboordencriminaliteit hetgeen reputationele en financiële schade voor Nederland tot gevolg heeft, stelt hij. Nederlandse accountants moeten zich realiseren dat ze geen strafrechtelijke rugdekking krijgen van het Openbaar Ministerie zodra ze financiële fraude melden.
Verslaggevingsfraude is wereldwijd de grootse vorm van fraude bij bedrijven. Het kost onze maatschappij miljarden, maar wordt in Nederland zelden vervolgd. Dit, terwijl alle middelen voorhanden zijn om deze ontwrichtende vorm van fraude effectief aan te pakken. In dit betoog leg ik uit wat verslaggevingsfraude is, wat de wet erover zegt, en wat we weten over de prevalentie van deze vorm van financiële fraude. Ook geef ik concrete handreikingen om het aan te pakken.
Verslaggevingsfraude: het geven van een onjuiste financiële voorstelling van een onderneming
In 1985 is de Association of Certified Fraud Examiners (ACFE) opgericht. Deze organisatie is inmiddels uitgegroeid naar 90 duizend leden in 133 landen. Het heeft als doel het opsporen en ontmoedigen van fraude. Dat doet de ACFE door de discipline van accountants en rechercheurs te combineren. Immers, accountants wisten weinig van het onderzoeken van fraude en rechercheurs wisten weinig over financiële administraties. Met die bundeling van krachten werd ook in kaart worden gebracht hoe groot de schade is van verslaggevingsfraude. De ACFE classificeert fraude bij ondernemingen met behulp van de zogenoemde ‘Fraud Tree’ in drie categorieën:
- corruptie;
- ontvreemding van bedrijfsactiva, en;
- verslaggevingsfraude.
De ACFE definieert verslaggevingsfraude als: ‘de opzettelijke onjuiste voorstelling van de financiële toestand van een onderneming door opzettelijk onjuiste opgave of weglating van bedragen of informatie in de financiële overzichten om de gebruikers van de financiële overzichten te misleiden.’
Fraude in ondernemingen kost Nederland naar schatting 41 miljard euro per jaar
De ACFE maakt jaarlijks schattingen op basis van steekproeven en geeft aan dat in 2021 wereldwijd een totaal verlies of schade door fraude bij ondernemingen is van circa 4,7 biljoen euro. Specifiek voor Nederland ging circa 41 miljard euro aan fraude verloren volgens de ACFE, die voor deze berekening een landelijk gemiddelde van 5 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP) hanteert. Mede gezien de meer dan 4 biljoen euro die door Nederlandse doorstroomvennootschappen stroomt, waarmee Nederland internationaal één van de koplopers is, zou het niet onwaarschijnlijk zijn dat de werkelijke omvang van fraude bij Nederlandse ondernemingen substantieel hoger ligt.
De helft daarvan is verslaggevingsfraude
Verslaggevingsfraude is in geldwaarde de grootste in omvang van alle 3 categorieën van fraude bij ondernemingen. De schade door verslaggevingsfraude bedraagt ongeveer de helft in geldwaarde van de totale schade die fraude bij Nederlandse ondernemingen veroorzaakt, welke zeer materieel is voor Nederland. De jaarlijks terugkerende schade veroorzaakt door verslaggevingsfraude is vergelijkbaar met het bedrag wat de Nederlandse overheid jaarlijks ontvangt aan vennootschapsbelasting, of is ter vergelijking meer dan 2 keer zo hoog dan het bedrag dat Nederland uitgeeft aan onderwijs. Vanuit de optiek van orde van grootte en verlies voor de Nederlands economie en de Nederlandse overheid heeft het dus een groot maatschappelijk belang om verslaggevingsfraude actief te vervolgen.
Verslaggevingsfraude is strafbaar. De strafbaarstelling beoogt misleiding van het publiek te voorkomen. De betrouwbaarheid van jaarrekeningen en het publieke vertrouwen hierin is essentieel voor het goed functioneren van het economisch verkeer. Verslaggevingsfraude zoals gedefinieerd in het artikel 336 van het Wetboek van Strafrecht is een zeer effectief gereedschap om financiële criminaliteit bij bedrijven succesvol te vervolgen. Art. 336 Sr. laat ruimte voor gevangenisstraffen ‘van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie’.
Nieuwe duurzaamheidsrapportages maken de kans op verslaggevingsfraude alleen maar groter
De richtlijn duurzaamheidsrapportages (de Corporate Sustainability Reporting Directive) die dit jaar nieuwe wetgeving is geworden, zal grote effecten hebben op vele ondernemingen in de Europese Unie. Ondernemingen zullen verplicht worden om op basis van Europese Duurzaamheidsrapportagestandaarden (ESRS) regelmatig verslagen te publiceren over hun activiteiten op het gebied van ESG (Environmental, Social and Governance). Vooral het klimaatrisico is een financieel risico wat zich steeds meer zal vertalen in verplichte toelichtingen in de jaarrekeningen, wat het risico op greenwashing, het verstrekken van misleidende informatie over milieu- of klimaateffecten van bedrijfsactiviteiten voor financieel gewin, en daarmee verslaggevingsfraude alleen maar groter gaat maken.
Wat houdt Nederland tegen?
Op basis van de jaarlijkse schade van tussen de 2 tot 3 procent van het Nederlands BNP, kunnen we stellen dat er geen gebrek is aan verslaggevingsfraude in Nederland. Ook is er geen gebrek aan het aantal meldingen van verdachte transacties. Daarnaast is er ook geen gebrek aan wetgeving, want art. 336 Sr dekt volledig de lading van het financieel economische misdrijf, verslaggevingsfraude.
Onderzoek naar verslaggevingsfraude duidt er echter op dat er zo goed als geen rechtszaken zijn waarin sprake is van verslaggevingsfraude ex. art. 336 Sr dan wel die actief worden onderzocht. Hierdoor zijn er nog minder veroordelingen als we het jaarlijks aantal meldingen observeren bij de FIU. Onderzoek in de databank van Rechtspraak.nl, toonde aan dat de afgelopen vijftien jaar er gemiddeld minder dan één zaak ex. art. 336 Sr per jaar tot veroordeling leidde. De maatschappelijke druk op accountants neemt toe om fraude te detecteren en te melden maar waarom wordt er vervolgens niet vervolgd door het OM? Nederland neemt hiermee een unieke positie in de wereld.
Eenvoudige maatregelen
De accountant waakt over de kwaliteit van de jaarrekening maar kan niet afdoende aan deze maatschappelijke verwachting blijven voldoen zonder dat het strafbare feit verslaggevingsfraude actief vervolgd wordt. Het maatschappelijk vertrouwen in de betrouwbaarheid van de jaarrekening staat onder druk zo lang het Openbaar Ministerie blijft volharden dat er onvoldoende gemeenschapsbelang is in het vervolgen van verslaggevingsfraude. Het niet vervolgen van verslaggevingsfraude is een enorme gemiste kans: financiële criminaliteit, ook wel witteboordencriminaliteit, neemt steeds grotere en complexere vormen aan en ondermijnt de Nederlandse economie en democratie. Er is een grote maatschappelijke behoefte de pakkans van financiële criminaliteit te vergroten. Kan de Nederlandse overheid het zich veroorloven deze misdaad zo op zijn beloop te laten maar ook de miljarden die uit mogelijke oplossingen voortvloeien mis te lopen?
Voorstellen
Ik wil daarom de volgende maatregelen aan het kabinet voorstellen:
– De Minister van Justitie en Veiligheid gebruikt haar bevoegdheid om een bindende aanwijzing te geven aan het Openbaar Ministerie om per direct streng te handhaven op verslaggevingsfraude ex. art. 336 Sr. en overtreders actief te vervolgen;
– Verbied trustkantoren, die immers bestaan bij de gratie van het niet publiceren van de jaarrekeningen van hun cliënten;
– Stelt verplichte jaarrekeningcontroles voor alle vennootschappen waar meer dan 10 miljoen euro op jaarbasis doorheen loopt, ongeacht het aantal FTE’s dat deze vennootschappen in dienst hebben;
– Stel onafhankelijk toezicht op accountants, advocaten, fiscalisten en notarissen in. Leden van deze beroepsgroepen die actief betrokken zijn bij financiële criminaliteit krijgen onvermijdelijk te maken met doorhaling van hun lidmaatschappen bij de verschillende beroepsorganisaties;
– Registreer in het Handelsregister van elke onderneming, naast UBO-gegevens, of is voldaan aan de wettelijke controleplicht, én of is voldaan aan de deponeringsplicht, en vervolgens;
– Handhaaf actief op de wettelijk verplichte UBO-registraties, op de wettelijk verplichte jaarrekeningcontroles en op het wettelijk verplicht deponeren van jaarrekeningen, door middel van automatisch door een informatiesysteem gegenereerde verzuimboetes die per dag toenemen bij niet-naleving.
Drs L.A. Vereecken BSc.MSc.RA CFE is sinds 2008 duurzaam ondernemer en investeerder. Lees zijn complete betoog inclusief bronverwijzingen hier.
E goldstoff zegt
Heel goed verhaal Mr. Vereecken, met goed advies