Een RA heeft niet met voldoende gedetailleerdheid verslag gedaan in een rapport van feitelijke bevindingen en wekte een mate van assurance op in het rapport die niet past bij een Standaard 4400N-opdracht. Dat oordeelt de Accountantskamer, die de RA een berisping oplegt.
Online sportweddenschappen
De indiener van de tuchtklacht is een BV die een samenwerking aanging met een andere onderneming, met als doel de markt voor online sportweddenschappen te betreden. Na enkele jaren ontstond er onenigheid tussen de beide ondernemingen over de wijze van exploitatie van de gezamenlijke ondernemingen. Daarover sprak ook de Ondernemingskamer zich uit. De accountant werd vervolgens gevraagd om in een rapport van feitelijke bevindingen te beschrijven hoe de omzet en kosten tussen de samenwerkende ondernemingen werden doorbelast.
Klachten over rapport van feitelijke bevindingen
De BV stapte daarover naar de Accountantskamer. Volgens de ondernemer heeft de RA zich bij de aanvaarding en uitvoering van de opdracht niet gehouden aan de eisen die voortvloeien uit Standaard 4400N. De opdrachtbevestiging dateert van 14 oktober 2019, terwijl het rapport één dag later is opgesteld. Ook bij het opstellen van het rapport heeft de accountant volgens de BV diverse steken laten vallen. Zo ontbreekt voor het merendeel van de gerapporteerde bevindingen een gedetailleerde weergave van de bronnen waarop de RA zich heeft gebaseerd, voert de ondernemer aan. Ook heeft de RA volgens hem in het rapport conclusies getrokken, waardoor het rapport een bepaalde mate van assurance heeft gekregen.
Oordeel Accountantskamer
De Accountantskamer is van oordeel dat de RA voldoende heeft toegelicht dat de opdracht al eerder was bevestigd. De klacht is in zoverre ongegrond. Met de ondernemer is de Accountantskamer het echter wel eens dat de accountant niet met voldoende gedetailleerdheid verslag heeft gedaan in zijn rapport en dat hij een mate van assurance heeft opgewekt in het rapport, die niet past bij een Standaard 4400N-opdracht. De klacht is dus in zoverre gegrond. In Standaard 4400N is bepaald dat de accountant rapporteert over de feitelijke bevindingen die volgen uit zijn werkzaamheden en die hij kan onderbouwen met de verkregen informatie. Volgens die Standaard doet de accountant in zijn rapport geen uitspraak over de betekenis van de feitelijke bevindingen voor het onderhavige object in zijn totaliteit. De werkzaamheden zijn daar niet op gericht en vormen dan ook onvoldoende basis voor een totaaluitspraak. Twee passages uit het rapport voldoen naar het oordeel van de Accountantskamer niet aan deze norm.
De maatregel
Omdat de klacht (gedeeltelijk) gegrond is, kan een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd. De maatregel van berisping is passend en geboden, oordeelt de Accountantskamer. Daarbij is in aanmerking genomen dat de RA het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft geschonden, doordat hij niet in overeenstemming met Standaard 4400N heeft gehandeld. Bovendien hij betrokkene dat het rapport zou worden gebruikt in de OK-procedure, terwijl hij had moeten weten dat het rapport niet geschikt is voor gebruik door derden, omdat bepaalde kennis nodig is om de uitkomsten te begrijpen en op een passende manier te gebruiken. Aan de andere kant is meegewogen dat de klagende ondernemer niets naar voren heeft gebracht waaruit kan volgen dat betrokkene feitelijk onjuiste bevindingen heeft gerapporteerd.
Uitspraak: 22-506 RA
Geef een reactie