
Gijs kijkt op zijn horloge. “Het is al bijna lunchtijd. Zal ik om de kaart vragen?”
Jan knikt. “Dat is prima. Maar ik moet om uiterlijk kwart over een weg, dus als het voor die lukt.”
Een paar minuten later bekijken Gijs en Jan de lunchkaart. “Doe mij maar een clubsandwich van het huis”, zegt Gijs. “Ik neem een Caesarsalade.”
“Willen jullie er ook nog iets bij drinken?”, vraagt de bediende met rood piekhaar en spijkerbroek vol gaten. Nadat Gijs en Jan ook hun voorkeur voor het drinken hebben doorgegeven vervolgt Jan: “Waar ik mij dus vooral mee bezighoudt is de vraag naar de raison d’ etre van de accountant vandaag de dag. Is daar genoeg oog voor, staan de beroepsorganisatie en haar leden daarover voldoende op scherp? Als ik de vele uitingen van accountants, de kantoren waar ze werkzaam zijn en de beroepsorganisatie lees, dan vraag ik mij regelmatig af in hoeverre er over die raison d’ etre wordt nagedacht. Accountants vinden dat ze alles moeten kunnen als het om cijfers of het geven van vertrouwen gaat. Kijk naar een onderwerp als duurzaamheid; ook daar wil de accountant de primaire deskundige zijn als het gaat om het certificeren van rapportages. Natuurlijk, ik weet dat ik wat generaliseer. Maar ik vind dus dat het debat over wat je niet of wel zou moeten willen te weinig gevoerd wordt.”
“Wat is volgens jou dan de raison d’ etre van het accountantsberoep?”, vraagt Gijs.
“Ik denk dat het vooral gaat over de vraag of je vertrouwen mag ontlenen aan de cijfers die door een accountant zijn gecontroleerd. En dat je er vanuit mag gaan dat de accountant zijn stinkende best heeft gedaan om er voor te zorgen dat dit ook kan. Dat is de primaire taak van de accountant. En ik denk dat de beroepsgroep daar de handen al meer dan vol aan heeft. Zeker in een markt waarin meer vraag dan aanbod is.”
“Maar accountants doen toch veel meer dan controleren?”
“Ja, maar dat is nu net het punt dat ik wil maken. Accountants doen veel meer, maar het is de vraag of dat een publieke taak zou moeten zijn. En begrijp me niet verkeerd: het merendeel van de accountants doet goed werk, maar de werkzaamheden die zij doen zijn niet wettelijk geregeld. Neem de samenstelverklaring, die mag ik of jij bij wijze van spreken afgeven. Daarvoor is niets geregeld in de wet.”
“Ja, maar accountants staan wel in een register. Dus als buitenstaander kan je daar extra zekerheid aan ontlenen lijkt mij zo.”
“Het punt is dat opleidings- en beroepstitel met elkaar verweven zijn. Als je bent opgeleid als accountant is dat heel mooi. Ik denk dat er geen opleiding zo breed is als de accountantsopleiding. Nou, ja misschien de huisartsenopleiding. Maar er zijn heel veel accountants die helemaal geen accountantswerk doen dat betrekking heeft op de vraag of ze als publieke figuur vertrouwen toevoegen aan financiële informatie. Dus waarom moeten die dan in een publiek register worden opgenomen?”
“Dus je vindt het belangrijk dat er onderscheid wordt gemaakt tussen beroeps- en opleidingstitel?”
“Ja, inderdaad. Neem de advocatuur. Niet iedereen die is opgeleid tot meester in de rechten is per definitie een advocaat. Maar meesters in de rechten die geen advocaat zijn, doen echt hun werk wel goed. Dat zou bij accountants ook kunnen”, zegt Jan met stemverheffing. “Sorry het is een stokpaardje van mij.”
Er worden bestek en servetten op tafel gelegd.
“Uit gesprekken die ik met accountants heb gevoerd, maak ik op dat zij het toch heel anders zien. Ze zeggen dat het juist een voordeel is dat opleidings- en beroepstitel samenvallen. Dan weet je altijd dat diegene zich aan beroeps- en vaktechnische regels houdt. Dus dat geeft een stuk extra zekerheid.”
Jan wil beginnen met een antwoord, maar dan worden de borden met eten op tafel gezet. “Zullen we eerst even eten?”
Een kwartier later hebben Gijs en Jan hun eten op.
“Snelle service”, merkt Jan op als even later de borden worden opgehaald.
“Willen jullie nog iets drinken?”
Jan kijkt op zijn smartphone, om te checken hoeveel hij tijd hij nog heeft. “Doe maar een verse muntthee.” Gijs bestelt een zwarte koffie.
“Dus hoe zou het accountantsberoep zijn georganiseerd als jij de wet opnieuw zou schrijven?” Gijs kijkt Jan met een nieuwsgierige blik aan.
“Ik zou het accountantsberoep, voor zover het de wettelijke controle betreft, een publieke verantwoordelijkheid maken. Alle andere zaken die een accountant doet of wil doen zou ik overlaten aan de markt en ik denk dat dit prima privaatrechtelijk kan worden georganiseerd. Daarnaast zou ik een onderscheid maken tussen opleidings- en beroepstitel. Daarbij denk ik dat dit leidt tot hogere professionele beroepsstandaarden. Het werk van de accountant kan dan in het mkb een kwaliteitskeurmerk zijn. Voldoe je niet aan de professionele standaard, dan word je uit de ‘club’ gegooid. Nu zijn er allerlei ingewikkelde tuchtprocedures nodig om dat te regelen. Maar goed, ik denk niet dat dit ooit gaat gebeuren. Maar wellicht dat er ooit een minister komt die een commissie vraagt om het accountantsberoep opnieuw vorm te geven. Er zijn genoeg voorbeelden dat het anders kan.”
“Bedankt voor je tijd en het gesprek”, zegt Gijs en hij steekt zijn hand uit.
“Jij ook bedankt. Ik vond het ook leuk om te doen”, zegt Jan terwijl hij de uitgestoken hand van Gijs beantwoordt.
“Ik betaal”, zegt Gijs.
Als Gijs thuiskomt bladert hij zijn aantekeningen door. In ieder geval heeft Jan een eigenzinnige visie op de organisatie van het accountantsberoep. Dat veel accountants het niet met hem eens zijn snapt Gijs ook wel. Dat Jan geen hart heeft voor het accountantsberoep, daarvan heeft Gijs niets gemerkt. Wat Gijs in ieder geval sterk vindt in de redenering van Jan is dat hij teruggaat naar de roots van het accountantsberoep. Die is ontstaan nadat er fraude was gepleegd. De toenmalige initiatiefnemers hadden toch als primair doel het voorkomen van een dergelijke situatie. De raison d’etre noemde Jan dat. Wellicht zou het goed zijn als de accountant zich hier meer bewust van is en hier meer de dialoog over voert. Al was het maar om meer begrip te kweken voor de (on)mogelijkheden van het ontdekken en voorkomen van fraude.
Gijs kijkt op zijn smartphone. Een bericht van zijn ex, met daarin opgenomen een filmpje van Jamie die aan het voetballen is.
Gijs stuurt een duimpje.
Daarna gaat hij naar de supermarkt om eten voor vanavond te kopen.
Jan Wietsma
Eerdere afleveringen:
Geef een reactie