
Dat Nieuwjaarsfeest, Marga keek er naar uit. Samen met collega’s het jaar 2020 inluiden. Nog even in een ontspannen sfeer met elkaar praten en dansen. Daarna met zijn allen er tegenaan. Productie draaien, jaarrekeningen samenstellen, aangiftes verzorgen. Marga geniet van het busy season. De adrenaline stroomt dan door haar lijf. Een uurtje langer doorwerken? Geen probleem. Ze houdt van de strakke deadlines, als de klant tenminste meewerkt. De voorzitter van de maatschap vraagt de aandacht.
“We gaan er een fantastisch jaar van maken. En daarvoor hebben we jullie nodig. Zonder jullie gaat dat niet lukken. Ik dank jullie mede namens alle andere vennoten voor de fantastische inzet in 2019 en ik hoop dat we in 2020 weer op jullie mogen rekenen. We hebben ambitieuze plannen en willen de dienstverlening op een nog hoger niveau brengen. We gaan verder met het robotiseren van de administratieve dienstverlening, zodat er meer tijd overblijft voor advies. Want daar moeten we het uiteindelijk van hebben. Onze klanten verwachten dat van ons. En de klanten betalen uiteindelijk jullie salaris.”
“En dat van jouw ook,” klinkt het uit de zaal. Gelach.
“Ja, ook dat van mij. Daarom ook moeten we scherp blijven.”
“Laten we proosten.”
Iedereen heft het glas gevuld met champagne. “Proost,” klinkt het massaal. Marga klinkt het glas met een aantal collega’s die om haar heen staan. “Heb je nog wat bijzonders gedaan tijdens de feestdagen?” vraagt Pim aan Marga. Pim is een collega. “Nee, een beetje Top2000 geluisterd. Ik heb vooral genoten van het feit dat ik nu voor het eerst de feestdagen in mijn eigen appartement kon vieren. Ik heb lang genoeg bij mijn ouders gewoond.”
“Dat snap ik.”
“En jij?”
“Ik ben wezen skiën. Als lid van het controleteam kan ik de komende maanden geen vrij krijgen. Dus ik moest nu wel mijn kans grijpen.” Er schuiven een paar andere collega’s bij het gesprek aan. “Vind je dat niet ontzettend ouderwets, dat je geen vrij kunt krijgen in het eerste kwartaal van een jaar?”
“Ik ken wel kantoren waarbij ze soepeler zijn. Daar mogen medewerkers een week vakantie opnemen in het eerste kwartaal.”
“Ik zou nog wel eens naar Australië willen en dan heb ik aan een week echt onvoldoende. En ik wil dan in januari, want dan is het daar zomer.”
“Dat is toch hartstikke milieubelastend. Ik vind dat niet meer kunnen. De hele aarde gaat kapot. Ik vind dat Greta Thunberg helemaal gelijk heeft.”
“Ik heb nu geen zin om over het klimaat te praten. Laten we naar de dansvloer gaan.” De groep verspreidt zich en Marga loopt naar de rand van de dansvloer. Ze geniet van beats. De dj mixt erop los en Marga gaat helemaal in de muziek op. Er wordt op haar schouder getikt. Marga schrikt. Het is Joost. “Wat sta je te dromen? Heb je het naar je zin?” Marga voelt dat ze bloost. Zo maar aandacht krijgen van een vennoot, daar krijgt ze altijd een ongemakkelijk gevoel van. Ze is liever samen met haar collega’s. Wat moet ze nu tegen een vennoot zeggen? “Ja, zeker wel. Goede muziek. Gezellige sfeer.”
“Mooi. Mooi.” Zegt Joost. “Jij ziet er ook goed uit.”
“Dankjewel,” zegt Marga zonder er verder bij na te denken.
“Ja, ik wil je daarmee complimenteren. Besteedde iedereen maar zoveel aandacht aan zijn kleding.”
“Nou, zo bijzonder ben ik nou ook weer niet gekleed.” Ze ziet Sharita, een collega van de fiscale afdeling wenken. “Ik ga even ergens anders buurten.”
“Wat wilde die van je?” vroeg Sharita.
“Nou niets. Hij maakte een compliment over mijn kleding.”
“Hij kleedt je uit met je ogen. Pas maar op. Hij is mijn baas. Maar ik zou nooit alleen met hem op een kamer willen zijn. Ik vind het een engerd.”
“Het is mij nooit opgevallen. Maar laten we het over wat anders hebben. Ik heb geen zin in geroddel.” De rest van de avond scharrelde Marga van groepje naar groepje. Ze moest lachen om een verhaal dat werd verteld over een klant die een controleur van de Belastingdienst naar huis had gestuurd. “Ik heb geen brief gezien mijnheer. U heeft geen afspraak met mij dat weet ik zeker. Als u een afspraak over mij wilt maken dan moet u bij mijn belastingadviseur zijn. Als u even wacht, dan zoek ik zijn telefoonnummer op. En die belastingadviseur was ik dus.”
“En daarna ging die man weer naar huis?” vroeg Marga.
“Ja, hij was not amused en ik heb er later best nog wel wat werk aan gehad om er voor te zorgen dat de verhoudingen weer goed werden. Maar het was wel een stunt.”
Het was elf uur geweest en de eerste collega’s maakten aanstalten om weg te gaan. “Doei, tot maandag.”
“Het was gezellig. We spreken elkaar.” Er wordt gezwaaid, gezoend. Sommige collega’s lopen nog naar de bar om een drankje te halen. “Wil jij ook nog iets?” hoorde Marga achter haar. Het was Joost. “Vandaag betalen wij” zei hij lachend.
“Nou, doe nog maar een droge witte wijn.” Even later reikt Joost Marga een glas aan. Marga ziet dat Joost een glas met whisky in zijn hand heeft. Hij slaat het achterover. “Ik ga er nog een halen. Blijf je even staan?” Marga ziet Joost weer naar de bar lopen. Ze weet niet wat ze tegen Joost moet zeggen en volgens haar praatte hij ook al een beetje met een dubbele tong. Joost is haar kennelijk ook alweer vergeten want hij is nu alweer met een ander in gesprek. Marga drinkt haar glas leeg. Er komt een bediende langs en ze zet het lege glas op het blad. Daarna loopt ze richting het toilet. Ze opent een deur naar een grote ruimte, waarin zich meerdere toiletruimtes bevinden. Even later wast ze haar handen. Kijkt in de spiegel en plukt aan een wenkbrauw. Daarna opent ze deur naar de ruimte waarin zich de garderobe bevindt. Ze wordt opzij geduwd en klem gezet tegen de muur naast de deur. Ze proeft een vieze, smerige mix van alcohol en bitterballen. Ze krijgt kotsneigingen. Ze duwt. De man wankelt. “Hier had ik nu al de hele avond zin in.”
Ze ziet een grimas. Ze vlucht naar de kapstok, grist haar jas. Ziet dat ze nog een keer langs die man moet. “Er is niets gebeurd. Het is ons geheim,” hoort ze de man slissen. Als ze buiten is, miezert het. Ze trilt, heeft moeite met de sleutel in het slot steken. Ze roept een paar keer heel hard. Wat een viezerik! Kijkt daar nog iemand op. Daarna fietst ze naar huis, in haar hoofd begint het te malen. Had ze maar…. Had ze maar naar Sharita geluisterd.
Jan Wietsma
Eerdere afleveringen:
Geef een reactie