De rechtbank Rotterdam heeft in een schadestaatprocedure geoordeeld dat een rapport van EY Aruba zodanige gebreken heeft dat het zich niet leent voor het doel waarvoor het werd gebruikt, namelijk ter onderbouwing van de omvang van schade. De vordering van ruim € 2,6 miljoen van het Arubaanse bedrijf Interelectronis richting het Haarlemse Vialis Verkeer & Mobiliteit wordt door de rechtbank dan ook grotendeels afgewezen.
Beëindiging distributieovereenkomst
Tussen Interelectronics en Vialis bestaat een geschil over de beëindiging door Vialis van de distributieovereenkomst die tussen het Nederlandse bedrijf en Interelectronics heeft bestaan. In dit geschil heeft de rechtbank Rotterdam op 14 december 2014 vonnis gewezen in de hoofdprocedure, waarbij Vialis is veroordeeld om de schade aan Interelectronics te vergoeden die het Arubaanse bedrijf heeft geleden doordat Vialis is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen hen gesloten distributieovereenkomst.
Schadestaatprocedure
Aan haar vordering in de schadestaatprocedure legt Interelectronics het volgende ten grondslag. Interelectronics was vanaf 1986 de exclusieve vertegenwoordiger en distributeur van Vialis op Aruba voor verkeersregelinstallaties (VRI’s) en andere infrastructurele producten. De Dienst Openbare Werken van Aruba (DOW) was haar belangrijkste afnemer. In 2010 heeft Vialis zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat de tussen partijen bestaande exclusieve distributieovereenkomst per 31 december 2009 van rechtswege zou zijn geëindigd en is in het verlengde hiervan haar zustervennootschap, Vialis (België), ten onrechte een distributieovereenkomst aangegaan met Flash en Signs. Op basis van het vonnis van 14 december 2014 moet echter worden aangenomen dat op 1 januari 2010 tussen Interelectronics en Vialis een nieuwe distributieovereenkomst tot stand is gekomen met een duur tot 31 december 2014. Omdat Vialis die niet is nagekomen heeft Interelectronics schade geleden. Interelectronics heeft de omvang van die schade onderbouwd aan de hand van een rapport van Ernst & Young Aruba van 14 oktober 2015 (rapport EY Aruba). De totale schade van Interelectronics bedraagt naar zij stelt AWG 5.632.888,00, omgerekend in euro’s € 2.609.652,00.
Het bestaan en de omvang van de gestelde schade wordt door Vialis betwist en kan volgens het Haarlemse bedrijf niet worden gebaseerd op het rapport EY Aruba, omdat dat rapport niet voldoet aan de professionele standaard en ook afgezien daarvan gebrekkig is.
Oordeel rechtbank over rapport EY Aruba
Interelectronics heeft haar schadeomvang grotendeels onderbouwd met het rapport EY Aruba. Vialis heeft een groot aantal bezwaren aangevoerd tegen dit rapport. Volgens haar heeft Ernst & Young Aruba (EY Aruba), in tegenstelling tot wat haar rapport vermeldt, niet de Standaard 4400 nageleefd voor ‘Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen en specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie’. Het rapport EY Aruba kan daarom niet dienen als onderbouwing van de schade, aldus Vialis.
De rechtbank overweegt in dit kader als volgt. Volgens de (toelichting op de) Standaard 4400 doet de accountant in zijn rapport alleen verslag van feitelijke bevindingen, maar verschaft hij daarover geen zekerheid. Het is aan de gebruikers van het rapport om zich zelf een oordeel te vormen over de werkzaamheden en bevindingen en om op basis daarvan hun eigen conclusies te trekken. Vialis wijst op een groot aantal – in haar ogen – feitelijke onjuistheden, aannames en onjuiste gevolgtrekkingen in het rapport EY Aruba. Zij noemt, onder andere, dat (i) wordt uitgegaan van een onjuiste duur van de distributieovereenkomst, namelijk tot 31 december 2015 in plaats van 31 december 2014, (ii) niet duidelijk wordt gemaakt welke feitelijke stellingen afkomstig zijn van Interelectronics en welke van EY Aruba, (iii) EY Aruba aan de hand van een taxatierapport van een derde uit 2015 de waarde bepaalt van in 2003 gemaakte bouwkosten, wat een eigen onjuiste invulling van die kosten is, (iv) EY Aruba geen opmerkingen heeft gemaakt over de stelling van Interelectronics dat de waarde van de Crossman centrale tien jaar na haar aanschaf nog gelijk is aan de aanschafprijs, wat ongeloofwaardig is, (v) EY Aruba op basis van haar eigen beoordeling van een samenwerkingsovereenkomst en de distributieovereenkomst vaststelt dat Interelectronics bepaalde pilotprojecten van DOW zouden zijn gegund, wat geen feit is maar een speculatieve gevolgtrekking en (vi) EY Aruba uitgaat van een winstmarge van Interelectronics van 40% op basis van een oude offerte van Interelectronics aan de Directie Luchtvaart, zonder dat EY Aruba zich ervan heeft vergewist of die offerte (met die winstmarge) is geaccepteerd en of die marge realistisch is in het kader van de vaststelling van de onderhavige schade.
Advies voormalig lid Accountantskamer
Vialis heeft iemand die destijds lid was van de Accountantskamer, om zijn deskundig oordeel gevraagd over het rapport EY Aruba. In dat kader heeft het lid van de Accountantskamer de opsteller van rapport EY Aruba een aantal vragen gesteld. Die vragen zijn onbeantwoord gebleven. De advocaat van EY Aruba heeft het lid van de Accountantskamer bericht dat het rapport EY Aruba uitsluitend bestemd is voor Interelectronics en Vialis en dat EY Aruba Interelectronics in oktober 2018 heeft bericht dat zij geen toestemming geeft het rapport aan derden te verstrekken dan wel de inhoud daarvan te communiceren. In zijn rapport van juni 2020 aan Vialis adviseert het lid van de Accountantskamer om, zolang zijn vragen niet zijn beantwoord, het rapport EY Aruba niet te gebruiken om zich een oordeel te vormen over de werkzaamheden en bevindingen in het rapport EY Aruba, om geen eigen conclusies te trekken op basis van het rapport EY Aruba en om de rechterlijke autoriteit te wijzen op de onduidelijkheid over de vraag of het rapport kan worden gebruikt in het kader van de objectieve waarheidsvinding.
Rechtbank geeft Vialis gelijk over rapport
De rechtbank acht de gemotiveerde bezwaren van Vialis tegen het rapport EY Aruba terecht. Interelectronics heeft onvoldoende gemotiveerd gereageerd op de vele door Vialis gestelde onjuiste aannames en gevolgtrekkingen in het rapport EY Aruba. Voor bewijslevering aan de zijde van Interelectronics op dit punt is geen plaats, te meer omdat het op de weg van Interelectronics had gelegen om in een eerder stadium, al dan niet met behulp van EY Aruba, inhoudelijk op de bezwaren van Vialis en haar deskundige te reageren. Vialis heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling onbetwist gesteld dat zij, toen zij op 20 juli 2016 een klacht indiende tegen de opsteller van het rapport EY Aruba, hiervan een kopie aan (de toenmalige raadsman van) Interelectronics heeft gestuurd. Interelectronics was dus al medio 2016 op de hoogte van de inhoudelijke bezwaren van Vialis tegen het rapport EY Aruba. Los hiervan was Interelectronics in ieder geval sinds 9 juni 2021, de datum van indiening van de conclusie van antwoord van Vialis, bekend met de inhoudelijke bezwaren van Vialis tegen het rapport. Een inhoudelijke reactie is ook toen uitgebleven. Dat de drie door Vialis geïnitieerde klachtprocedures tegen de opsteller van het rapport niet tot een tuchtrechtelijke veroordeling hebben geleid, zoals Interelectronics heeft aangevoerd, doet aan het voorgaande niet af. Vialis heeft toegelicht dat dit het gevolg is geweest van het ontbreken van bevoegdheid van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants omdat de opsteller van het rapport geen RA is en omdat de door Vialis in de Verenigde Staten aangezochte tuchtrechtelijke instanties ter zake geen jurisdictie hadden. Over de inhoud en kwaliteit van het rapport EY Aruba en de werkwijze van de opsteller van het rapport is tuchtrechtelijk dus niet geoordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat het rapport EY Aruba zodanige gebreken heeft dat het zich niet leent voor het doel waarvoor Interelectronics het gebruikt, namelijk ter onderbouwing van de omvang van haar schade in de onderhavige schadestaatprocedure.
Gederfde winst
De rechtbank komt vervolgens zelf tot een beoordeling van de omvang van de schade, waarbij het onder anderen gaat om de vaststelling van gederfde winst. De rechtbank acht het aannemelijk dat Interelectronics bij het project ringweg Oranjestad zou zijn betrokken en dat zij in dat kader omzet en winst is misgelopen. De rechtbank zal de in dit kader door Interelectronics gederfde winst schatten omdat het niet mogelijk is de omvang ervan nauwkeurig vast te stellen. Bij de bepaling hiervan zijn de door Interelectronics genoemde omzetten niet bruikbaar omdat die grotendeels zijn onderbouwd met het rapport EY Aruba. De rechtbank zoekt bij haar schatting aansluiting bij de door Flash en Signs in verband met dit project gerealiseerde omzet over 2010 tot en met 2015 van € 429.244,18 omdat het betreffende project in die periode is uitgevoerd. Deze omzet biedt daarmee naar het oordeel van de rechtbank een bruikbaar aanknopingspunt om de gederfde winst te bepalen. Op de omzet moeten de kosten van de omzet in mindering worden gebracht. Welke kosten dat zijn, is onduidelijk. Dat geldt ook voor de toe te passen winstpercentages. De door partijen genoemde percentages lopen uiteen van 10,5 tot 40. Alles overziend en rekening houdend met het voorgaande schat de rechtbank gederfde winst ter zake de post op € 100.000,00. Dit bedrag zal als schadevergoeding worden toegewezen.
De overige vorderingen worden afgewezen.
Geef een reactie