In het feit dat het werkelijk rendement in box 3 slechts € 125 lager is dan het forfaitaire rendement ziet de rechtbank Zeeland-West-Brabant geen aanleiding om geen rechtsherstel aan te bieden.
Een alleenstaande vrouw geeft in haar aanslag IB/PVV 2019 een grondslag sparen en beleggen aan van € 432.270,-. Deze grondslag bestaat volledig uit bank- en spaarrekeningen, verminderd met het heffingvrije vermogen. Naar het voorbeeld van het Kerstarrest en het Besluit rechtsherstel box 3 verlaagt de inspecteur het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen tot € 302,-. Toch gaat de vrouw in beroep tegen het belastbare inkomen. Bij de zitting komt vast te staan dat het werkelijk behaalde rendement over de bezittingen in box 3 in 2019 € 177,- bedraagt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwijst naar het Kerstarrest van de Hoge Raad ondanks het kleine verschil in box 3 rendement. De rechtbank ziet in de hogere heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen van het forfaitaire stelsel ten opzichte van het werkelijk behaalde rendement een schending van de door artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM gewaarborgde rechten. De Hoge Raad heeft hiermee rechtsherstel geboden door te bepalen dat alleen het werkelijke rendement in de heffing wordt betrokken.
Nog steeds geen redelijke verhouding tussen belangen en ongelijkheid
Aan de vrouw is op basis van het Besluit rechtsherstel box 3 rechtsherstel geboden. Er bestaat naar het oordeel van de rechtbank ook na invoering van de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds geen redelijke verhouding tussen de belangen die de wetgever heeft willen dienen met het stelsel en de ongelijkheid die wordt veroorzaakt door de vormgeving die de wetgever heeft gekozen voor de verwezenlijking van dat doel. Het werkelijk rendement van € 177 is ook significant lager dan het forfaitaire rendement van € 302, waardoor, ook als enige marge in acht zou moeten worden genomen, sprake is van een schending, aldus de rechtbank.
De rechtbank komt ook tegemoet aan het verzoek van de vrouw om vergoeding van rente over de teruggaven van box 3-heffing, die zijn verleend naar aanleiding van het Kerstarrest. De rechtbank overweegt dat de nationale wet- en regelgeving in het geval van de vrouw niet voorziet in een vergoeding van rente bij teruggaaf van belasting. Op basis van artikel 13 van het EVRM heeft zij daar naar het oordeel van de rechtbank wel recht op. De rechtbank kent de vrouw daarom een schadevergoeding toe ter hoogte van de wettelijke rente over de periode tussen de datum van betaling van de in strijd met het EVRM geheven box 3-heffing en de datum van terugbetaling daarvan.
Jan Hoek zegt
Van Rij schuift een eerlijke heffing steeds voor zich uit. Hij wil het niet want het kabinet heeft het geld nodig om allerlei politieke hobby’s te bekostigen. Eerlijk zijn is daaraan ondergeschikt. Ondermeer hierdoor raakt zijn politieke partij vannacht een grote speler in de politiek steeds meer de marge van de politiek. De kiezer is niet gek al denken de politici dit wel.