
Waar betrokkenen private equity in de accountancysector als een zegen verwelkomen, haalt hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer een voor een de argumenten onderuit. ‘Er worden knollen voor citroenen verkocht’, oordeelt hij.
1. PE maakt noodzakelijke investeringen mogelijk
Nee, stelt Pheijffer. In de eerste plaats verdienen de kantoren, óók de kleinere, genoeg om investeringen in AI, ESG en personeel zelfstandig te plegen. Daarbij is het binnen accountantsorganisaties gebruikelijk om de winst zo snel mogelijk aan de partners (aandeelhouders) uit te keren. Hoezo investeren? Het geld verlaat juist zo snel mogelijk de organisatie. Eerder keerden accountantsorganisaties zich tegen verplichte buffers (een advies van de Monitoring Commissie Accountancy). Hadden ze dat voorstel omarmd dan hadden de kantoren zelf de noodzakelijke investeringen kunnen plegen.
2. PE maakt een kwaliteitsimpuls mogelijk
Nee, stelt Pheijffer. De intrede van private equity is primair een efficiencyimpuls (mede door schaalvergroting vormgegeven) en géén kwaliteitsimpuls. Rendementsdenken en -verbetering is inherent aan private equity. Dat kan leiden tot kwaliteitserosie in plaats van kwaliteitsimpulsen. Focus op kwaliteit vraagt aandacht en tijd, wat al snel haaks staat op efficiencyverbetering.
3. PE maakt overnames en schaalvergroting mogelijk
Ja, stelt Pheijffer, maar dat moet je niet willen. Kijk naar ‘kralenrijger’ Accon avm. Die hadden een post goodwill (gebaseerd op verwachte winsten) op de balans gefinancierd door vreemd vermogen. Toen de efficiencyvoordelen niet tot meer winst leidden, werd de financiering een probleem. En daarbij: door met private equity in zee te gaan hopen kantoren een top 10-speler te worden waardoor zij grotere cliënten kunnen binnenhalen. Dat is in het verleden bij niet veel kantoren ook echt een succesvolle strategie gebleken.
4. Door PE aantrekkelijker op de arbeidsmarkt
Nee, nee, driewerf nee, aldus Pheijffer. Er is een trend dat accountant in toenemende mate kiezen voor een klein kantoor en niet voor de Big Four. Efficiency en schaalvergroting veranderen de aansturing en de cultuur van een organisatie. Het is zeer de vraag of daarmee de aantrekkelijkheid als werkgever groter wordt, laat staan dat je het arbeidsmarktprobleem oplost.
Lees hier het stuk van Marcel Pheijffer in het FD.
Heel Helder.