
In een lijst van 100 beroepen met het meeste aanzien (bovenaan de chirurg, onderaan de vuilnisman) staat de boekhouder op plek 70. Net voor de secretaresse en begrafenisondernemer maar achter de leraar basisonderwijs en journalist. Wat de boekhouder onderscheidt van alle andere beroepen, is dat iedereen een ‘boekhouder’ genoemd kan worden, ook als je op een heel andere manier je geld verdient. Helaas voor deze eerzame professional is het label ‘boekhouder’ nooit positief bedoeld.
Label
Iemand is een “grijze boekhouder”, een “saaie boekhouder” of zelfs een “kille boekhouder”. Dat laatste predicaat kreeg minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken onlangs opgeplakt. Het ging over Afghaanse tolken, die in de jaren 2006-2010 voor het Nederlandse leger werkten in de provincie Uruzgan. Nadat de Taliban een paar jaar geleden het land heroverde, zouden deze Afghanen nu hun leven niet zeker zijn. Pogingen om deze groep naar Nederland te halen zijn, ondanks beloften, nog niet waargemaakt. En ook minister Veldkamp gaat dat niet doen. Het kwam hem op de benaming “kille boekhouder” te staan, iets wat hij verre van zich afwerpt: “Ook ik heb een hart en nee, ik ben geen kille boekhouder.”
Het is op deze website al eerder geschreven: wil je in Nederland iemand in de hoek zetten, dan noem je hem of haar een boekhouder. Of een “kille boekhouder”, want er kan altijd een schepje bovenop. Het roept de vraag op sinds wanneer we de administratieve hulptroeper zien als iemand die zonder hart en geweten alleen cijfers ziet, en voor wie de werkelijkheid achter de getallen niet telt.
Primeur in 1978
Een zoektocht in krantenbanken levert een verrassend antwoord op: volgens Delpher.nl, een verzameling van miljoenen historische krantenpagina’s sinds de 17e eeuw, viel de term “kille boekhouder” pas voor het eerst op 31 mei 1978 en wel in het Limburgsch Dagblad. Het ging om het noodlijdende Nederlandse bedrijf Macintosh dat bij de overheid tevergeefs om staatssteun had gevraagd. “Wanneer het om de werkgelegenheid van 750 mensen gaat”, zo schreef de hoofdredactie in een commentaar, “moet de regering iets van haar starre principes laten varen en meer als sociale werkverschaffer dan als kille boekhouder optreden”.
De krantenbank Lexis Nexis, dat krantenartikelen verzamelt sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw, telt 49 artikelen waarin iemand een kille boekhouder wordt genoemd. De primeur was bestemd voor een verre voorloper van minister Veldkamp, namelijk Jelle Zijlstra (1918-2001), ex-minister en ex-president van de Nederlandsche Bank. Die kwam wegens zijn bezuinigingsbeleid bekend te staan als “kille boekhouder”. In een interview in 1992 vroeg hij zich vertwijfeld af: “Heb ik dan geen geweten?”
Veel politici
Wat opvalt is dat het label “kille boekhouder” nogal vaak op politici wordt geplakt. Eerder dragers waren Pim Fortuyn, Wim Deetman (toen hij minister van Onderwijs was), Laurens Jan Brinkhorst (Landbouw), Gerrit Zalm (Financiën), Henk Bleker (Landbouw), Martin van Rijn (Volksgezondheid) en Wopke Hoekstra (Financiën). Nog iets wat opvalt: een ‘kille boekhouder’ is nooit een vrouw.
Beter saai dan kil?
Er is één troost voor de geplaagde beroepsbeoefenaar: de kans dat je kil wordt genoemd is aanzienlijk kleiner dan dat je een “saaie boekhouder” bent. Beter kleurloos dan gewetenloos. maar heel rechtvaardig is het niet. Als ze over je praten als een “hardwerkende boekhouder” moet je helemaal oppassen. De kans is groot dat ze je dan verdenken van een ernstig misdrijf!

Rutger Vahl is freelance journalist bij Accountancy Vanmorgen.
Geef een reactie