
Uitspraak: 24/3084 Wtra AK
Kantoortoetsing
De accountant was eigenaar en beleidsbepaler van een accountantskantoor en onderging in december 2021 een kantoortoetsing. Twee van de drie onderzochte dossiers voldeden aan de eisen, maar een NOW-1 dossier kon niet volledig worden beoordeeld omdat een verplichte opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (OKB) ontbrak. De accountant had aangegeven dat de OKB-opdracht was verstrekt, maar door drukte bij de externe dienstverlener nog niet was uitgevoerd. De toetser sprak met de accountant af dat het dossier later alsnog beoordeeld zou worden.
De NBA bevestigde in januari 2022 dat het eindoordeel over de toetsing werd aangehouden in afwachting van verdere informatie. In de daaropvolgende periode verzocht de NBA herhaaldelijk om een update over het NOW-dossier. De accountant gaf in november 2022 aan dat het dossier bijna afgerond was en spoedig ter beoordeling zou worden voorgelegd. In februari 2023 meldde hij enige vertraging, maar verwachtte eind die maand klaar te zijn. Ondanks herhaalde verzoeken in maart en april 2023 om informatie over de voortgang, reageerde de accountant niet. Ook negeerde hij uitnodigingen van de Raad voor een gesprek in juli 2023.
In augustus 2023 werd hij door de NBA geïnformeerd over het voornemen om een tuchtklacht in te dienen en kreeg hij de kans een zienswijze in te dienen. In plaats daarvan verzocht hij om uitschrijving uit het accountantsregister.
Tuchtklacht
Bij de Accountantskamer verwijt de NBA de (inmiddels uitgeschreven) accountant dat hij niet heeft meegewerkt aan de kantoortoetsing, waardoor deze niet kon worden afgerond. Hierdoor kan de NBA niet vaststellen of het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor aan de vereiste normen voldoet, met name bij de uitvoering van NOW-1 opdrachten. De accountant stelt dat de toetsing grotendeels positief was en dat de geselecteerde dossiers aan de eisen voldeden. Hij erkent dat er geen opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (OKB) is uitgevoerd, maar achtte dit achteraf overbodig omdat het dossier al was beoordeeld.
Meerwaarde OKB
De Accountantskamer wijst dit verweer af en oordeelt dat de accountant onvoldoende medewerking heeft verleend. Het NOW-dossier kwam niet maar zijdelings aan de orde, maar was onderdeel van de toetsing. Bovendien had de accountant aanvankelijk verklaard dat de OKB-opdracht tijdig was verstrekt, terwijl later bleek dat dit niet het geval was. Gedurende een lange periode bleef hij vaag over de voortgang en reageerde hij niet op verzoeken van de NBA om informatie. Uiteindelijk besloot hij geen OKB meer te laten uitvoeren zonder dit aan de NBA te communiceren.
“Ter zitting heeft betrokkene uitgelegd dat hij de meerwaarde van de OKB in dit geval niet ziet”, constateert de Accountantskamer. “Het dossier is al door een ander beoordeeld (de toetser). En de OKB is verplicht gesteld om een onafhankelijke beoordeling te krijgen en dat is hier gebeurd, aangezien de NOW-cliënt geen bestaande relatie was. Daarom heeft betrokkene gaandeweg besloten dat hij geen OKB meer zou laten verrichten. De Accountantskamer overweegt dat de klacht niet gaat over die afwijking van een verplichting uit hoofde van NV COS 4415N, maar over het onvoldoende meewerken aan een kantoortoetsing. Van betrokkene had verwacht mogen worden dat hij klaagster uit eigen beweging over deze verandering in aanpak had geïnformeerd. In plaats daarvan heeft betrokkene nergens meer op gereageerd. Die handelwijze acht de Accountantskamer in strijd met het fundamentele beginsel van professionaliteit en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daarom is de klacht gegrond.”
Berisping
De Accountantskamer legt aan de voormalige accountant de maatregel van berisping op. Daarbij wordt overwogen: “Betrokkene was als kwaliteitsbepaler van het kantoor verantwoordelijk voor een correcte medewerking aan de kantoortoetsing. In feite heeft betrokkene klaagster wat betreft de OKB aan het lijntje gehouden. Toen betrokkene eenmaal had besloten dat hij geen OKB zou laten uitvoeren, had hij die beslissing aan klaagster moeten meedelen. De Accountantskamer weegt mee dat betrokkene zijn beroepsorganisatie niet juist heeft ingelicht. De Accountantskamer heeft in het voordeel van betrokkene laten meewegen dat de toetser, behoudens de ontbrekende OKB, geen tekortkomingen heeft aangetroffen in de getoetste dossiers en dat betrokkene in de 49 jaar dat hij werkzaam is niet eerder een tuchtklacht heeft gehad.”
Voor de betrokkene: mosterd na de maaltijd, voor de beroepsgroep een signaal.