
Een in 2015 opgerichte stichting heeft als doel om mensen bij elkaar te brengen die dezelfde hobby hebben en bij elkaar in de buurt wonen. De stichting richt zich in eerste instantie op ouderen en mensen die in een sociaal isolement terecht zijn gekomen, en verder al hetgeen in de ruimste zin met één en ander verband houdt, daartoe behoort en/of daartoe bevorderlijk kan zijn. De stichting probeert haar doel onder meer te bereiken door een platform, met als basis een website waarop mensen zich kunnen aanmelden teneinde in contact te komen met anderen in de buurt met dezelfde hobby en met hen gegevens uit te wisselen of evenementen te organiseren.
In juli 2023 vraagt de stichting aan de inspecteur om te worden aangemerkt als ANBI. In het beleidsplan dat daarbij is toegevoegd geeft de stichting aan dat de missie en het streven is om mensen weer terug in de samenleving te brengen door ze contacten te bezorgen in hun eigen omgeving. In een beschikking van 29 september 2023 wijst de inspecteur de aanvraag af.
Geen sprake van afgebakende, kwetsbare doelgroep
De inspecteur stelt dat de stichting geen afgebakende, kwetsbare doelgroep heeft en dat er niet van ‘welzijn’ kan worden gesproken. Bovendien moet een instelling deze kwetsbaarheden zelf (door haar activiteiten) verminderen of wegnemen. De inspecteur stelt dat de stichting niet aan deze voorwaarden heeft voldaan en staat bij de activiteiten van de stichting het particuliere belang van deelnemers voorop in plaats van het algemene belang.
De rechtbank Noord-Nederland beoordeelt of de stichting aan de voorwaarden voldoet om te worden aangemerkt als aan de ANBI. En in het bijzonder of de stichting rechtstreeks het algemeen nut beoogt en of zij het algemeen nut in de praktijk ook daadwerkelijk uitsluitend of nagenoeg uitsluitend dient.
Kwalitatieve en kwantitatieve toets
De rechtbank overweegt dat ten eerste moet worden gekeken of de instelling het algemeen nut beoogt. Hierbij is van belang dat de werkzaamheden van de instelling er rechtstreeks op gericht zijn om enig algemeen nut te dienen. Ook moet worden gekeken naar de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden van de instelling (de kwalitatieve toets). Ten tweede moet worden gekeken of het algemeen nut daadwerkelijk voor 90% of meer wordt gediend door de werkzaamheden van die instelling (de kwantitatieve toets). De wet spreekt in dit verband van ‘uitsluitend of nagenoeg uitsluitend’ en dat betekent in belastingzaken dat de grens van 90% moet worden gehaald.
De rechtbank overweegt dat in het derde lid van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is opgenomen welke categorieën activiteiten voor de toepassing van dit artikel als werkzaamheden gericht op het algemeen nut worden beschouwd. Onder algemeen nut valt volgens de wetgever onder meer de categorie ‘welzijn’. Onder welzijn vallen met name de doelen die vroeger onder charitatief werden gerangschikt, zoals armoedebestrijding, voedselbanken e.d. De instellingen moeten volgens hun doelstelling en met de door hen aangeboden diensten rechtstreeks het welzijn van anderen beogen, het is niet voldoende wanneer er slechts een bijkomend effect op het welzijn van anderen optreedt.
Uit de doelstelling zoals opgenomen in het beleidsplan en op de website leidt de rechtbank af dat de stichting zich richt op het tegengaan van eenzaamheid. De stichting is in 2023 veel bezig geweest met promotionele activiteiten voor naamsbekendheid en zij heeft verschillende activiteiten georganiseerd. De rechtbank overweegt dat hieruit volgt dat alle activiteiten van de stichting erop waren gericht om eenzame mensen in contact te brengen met anderen en om ervoor te zorgen dat die mensen weer een sociaal netwerk krijgen. De feitelijke werkzaamheden van de stichting waren dus in lijn met haar doelstelling: het tegengaan van eenzaamheid door mensen zonder sociaal netwerk met elkaar in contact te brengen.
Maatschappelijk probleem
De rechtbank overweegt verder dat van algemene bekendheid is dat eenzaamheid in de huidige samenleving een maatschappelijk probleem is. De rechtbank is van oordeel dat het tegengaan van eenzaamheid leidt tot een situatie waarin mensen in materieel en geestelijk opzicht voorspoediger en gelukkiger zijn. Gelet hierop valt het tegengaan van eenzaamheid naar het oordeel van de rechtbank onder het algemeen nut, categorie ‘welzijn’ zoals bedoeld in de wet en de wetsgeschiedenis.
Anders dan de inspecteur, is de rechtbank van oordeel dat uit de wetsgeschiedenis niet volgt dat alleen sprake kan zijn van de categorie ‘welzijn’ als een instelling een duidelijk afgebakende, kwetsbare doelgroep heeft. In de wetsgeschiedenis is juist uitdrukkelijk opgenomen dat het kan gaan om instellingen die actief zijn in het bevorderen van het welzijn van eenieder. Hoewel in de wetsgeschiedenis charitatieve instellingen (die misschien vaak afgebakende, kwetsbare personen als doelgroep hebben) als voorbeeld zijn genoemd van de categorie ‘welzijn’, volgt ook uit wetsgeschiedenis dat de wetgever slechts een indicatie heeft willen geven en dat deze verwijzing niet compleet is.
Minerva arrest niet van toepassing
De rechtbank ziet voor de eis dat alleen sprake kan zijn van de categorie ‘welzijn’ als een instelling een kwetsbare doelgroep heeft, ook geen aanknopingspunten in de rechtspraak van de Hoge Raad. De rechtbank overweegt dat het zogenoemde Minerva arrest niet van toepassing is op de situatie van de stichting omdat in dat arrest namelijk sprake was van een vereniging die alleen de belangen van haar leden behartigde. De stichting is in dit geval niet gericht op de behartiging van de belangen van bij haar als rechtspersoon betrokken personen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het tegengaan van eenzaamheid worden gezien als het beogen van het algemeen nut, categorie ‘welzijn’. Dat de stichting met de activiteiten ook particuliere belangen van deelnemers dient, neemt niet weg dat zij met deze activiteiten voornamelijk het algemeen nut dient.
In het feit dat mensen, die zich bij de stichting aanmelden vervolgens ook plezier beleven aan de nieuwe contacten en de activiteiten die zij met anderen ondernemen, ziet de rechtbank met name een middel dat wordt gebruikt om het doel (tegengaan van eenzaamheid) te bereiken. In tegenstelling tot de inspecteur is de rechtbank daarom van oordeel dat bij de activiteiten van de stichting het algemeen nut wel degelijk voorop staat.
Omdat de stichting in de ogen van de inspecteur niet meer is dan een platform en tussenpersoon voert de inspecteur aan dat de stichting niet rechtstreeks het algemeen nut beoogt. De inspecteur wijst erop dat de stichting alleen mensen met elkaar in contact brengt en zich verder niet bemoeit met de door de deelnemers daadwerkelijk ondernomen activiteiten. Volgens de inspecteur kan een instelling alleen als ANBI worden aangemerkt als zij daadwerkelijk zelf de activiteiten organiseert.
Werkzaamheden zijn onmisbare schakel bij bestrijding eenzaamheid
De rechtbank overweegt dat haar geen rechtspraak van de Hoge Raad of overwegingen van de wetgever in de wetsgeschiedenis bekend zijn, waaruit volgt dat een instelling alleen een ANBI kan zijn als het daadwerkelijk zelf de activiteiten organiseert. Naar het oordeel van de rechtbank is het in verbinding brengen van mensen een belangrijk middel om eenzaamheid te bestrijden. Door de werkzaamheden van de stichting leren mensen elkaar kennen en bouwen zij weer een netwerk op. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de werkzaamheden van de stichting een onmisbare schakel zijn bij het bestrijden van eenzaamheid. Uit de activiteiten van de stichting volgt dat deze er direct op zijn gericht om mensen met elkaar in verbinding te brengen om daarmee eenzaamheid tegen te gaan.
De stichting dient daarom rechtstreeks het algemeen nut, categorie ‘welzijn’. Dat het uiteindelijk de activiteiten zijn die mensen ondernemen die het gevoel van eenzaamheid definitief wegnemen of verminderen, doet daar niet aan af. Zonder de inspanningen van de stichting hadden deze activiteiten namelijk niet plaatsgevonden, aldus het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de stichting rechtstreeks het algemeen nut, categorie ‘welzijn’ beoogt en dat zij daarmee heeft voldaan aan de voorwaarden van de kwalitatieve toets.
Geef een reactie