
Daarbij is een tweede ambtenaar als verdachte aangemerkt, meldt het AD.
Gepensioneerde topambtenaar
Tot nu toe richtte het onderzoek zich voornamelijk op een gepensioneerde topambtenaar, die wordt verdacht van fraude bij de verbouwing van Museum Boijmans Van Beuningen. Hij was betrokken bij de aanbesteding voor de asbestsanering, een project ter waarde van 8,6 miljoen euro, dat werd uitgevoerd door sloopbedrijf A. van Liempd. De recente inval in Middelburg bij een 47-jarige projectmanager en technisch adviseur van de afdeling Vastgoed duidt erop dat het onderzoek zich uitbreidt.
Verleden bij Waterfront-fraude
Opmerkelijk is dat deze tweede verdachte eerder betrokken was bij een andere corruptiezaak. In 2017 was hij kortstondig verdachte in de nasleep van fraude rond poppodium Waterfront, waarbij de gemeente Rotterdam voor miljoenen euro’s werd opgelicht. Hoewel hij destijds werd vrijgepleit, duikt zijn naam nu opnieuw op in een integriteitsonderzoek. Volgens bronnen weigerde hij bovendien mee te werken aan een recent intern onderzoek door onderzoeksbureau Ebben, dat in opdracht van de gemeente werd uitgevoerd.
Onderzoek Ebben: geen bewijs van fraude, wel misstanden
Het onderzoek van bureau Ebben, dat ongeveer een jaar duurde, leverde geen sluitend bewijs op voor fraude bij de renovatie van gemeentelijke projecten. Dat meldt de gemeente Rotterdam over het tussentijdse rapport, dat niet openbaar is gemaakt. Wel concludeert de gemeente dat er structurele misstanden waren binnen de afdeling Stadsontwikkeling. Er waren twijfels over de kosten van de asbestsanering, die vooraf werden ingeschat op 4 tot 5 miljoen euro, terwijl uiteindelijk 7,8 miljoen euro werd betaald. Ook waarschuwden collega-ambtenaren eerder voor mogelijke belangenverstrengeling, maar hun meldingen leidden destijds niet tot actie.
Het Openbaar Ministerie zet het onderzoek voort en heeft inmiddels zes personen en twee bedrijven als verdachte aangemerkt. De gemeente geeft voorlopig geen inhoudelijk commentaar, in afwachting van het verdere verloop van het strafrechtelijk onderzoek.
Bron: AD
Geef een reactie