
Het aandeel wettelijke controles uitgevoerd door accountantsorganisaties met een reguliere vergunning die samenwerken met private equity zal dit jaar naar verwachting op 30 procent uitkomen. Ter vergelijking: in 2024 was dit 21 procent, het jaar daarvoor 11 procent. Het gaat hierbij overigens om 236 kantoren, de big 6 is volgens de AFM niet meegenomen.
Kansen, maar ook risico’s
“De AFM ziet kansen, maar ook risico’s en die wegen voor ons als toezichthouder zwaarder”, legt bestuurder Hanzo van Beusekom uit. Risico’s zijn onder meer druk op groei- en winstgevendheid, onvoldoende structurele investeringen in kwaliteit, een hefboomstrategie die verkeerd uitpakt, onzekerheid over de exit van de PE-partij en bedreiging van onafhankelijkheid en geheimhouding. “Deze risico’s spelen deels op de lange termijn, maar uit onze analyse blijkt aan de hand van enkele indicatoren dat bepaalde veranderingen nu al gaande zijn op het gebied van waarborgen van kwaliteit van controles.”
Grote uitschieters bij twee indicatoren
In het rapport van AFM worden geen exacte percentages gegeven van de kantoren, zij worden als bollen weergegeven op een as, waarbij een bol een groep van kantoren of cluster is die met een PE-partij in zee is gegaan. Bij de indicator kwaliteitsborging blijkt dat van de zeven bollen, vier ervan significant minder aan kwaliteitswaarborging hebben gedaan (afname tussen de -0,3 tot -48 procent). Twee deden juist veel meer aan die borging (+103 tot +116 procent), een groep deed precies hetzelfde. Volgens het rapport kan een reden hiervoor zijn dat de accountantsorganisatie door toedoen van de private equitypartij kosten gaat besparen bijvoorbeeld door het verminderen van de inzet van veelal dure kwaliteitswaarborgen.
Ook bij de indicator onafhankelijkheidsbedreiging is te zien dat de cijfers vrij sterk uiteenlopen, bij drie clusters was sprake van bedreiging van de onafhankelijkheid, bij vier juist weer een stuk minder (variërend van -42 procent tot +56 procent). Bij de indicatoren identificatie van risico’s (gemiddeld 3 procent minder) en inhuren van externe accountant zijn de verschillen minder groot. Toch is er bij beide indicatoren gemiddeld gezien wel een afname te zien. Zo neemt de betrokkenheid van een externe accountant gemiddeld met elf procent af en gaat het bij de indicator identificatie van risico’s om drie procent minder.
Kwetsbaar
Van Beusekom: “Accountants werken niet primair voor degene die ze betaalt, maar dienen ook de maatschappij. Door in zee te gaan met een private equitypartij, spelen er ineens andere belangen mee, zoals sterke commerciële prikkels.” Dit bleek volgens hem ook uit eerdere rapporten van AFM, zoals van de kwartiermakers ‘Druk en tegendruk’. “Het is een kwetsbaar systeem, maar het punt is dat we niet zo snel een ander systeem weten en ook te maken hebben met internationale conglomeraten. Daarom vragen de sector om goed om de incentive te letten en scherp te blijven.”
Hij draagt aan dat de AFM private equity niet afkeurt. “Ik denk dat we er als toezichthouder genuanceerd mee omgaan. Ik snap namelijk ook dat het kansen biedt, zeker op de korte termijn. We kennen uiteraard de uitdagingen die er spelen zoals problemen met de opvolging en dat private equity ook bijdraagt aan schaalvergroting op het gebied van HR of ict en kennisvergroting biedt. Het is wat ons betreft belangrijk dat er wordt gelet op zeggenschapsstructuur en de meerderheid in handen blijft van het kantoor zelf. Het is ten slotte essentieel dat accountantsorganisaties oog blijven houden voor het publiek belang en de kwaliteit van controles voorop blijven stellen. Blijf dus tegendruk geven, ook tegen die commerciële prikkels.”
Lees het volledige rapport over PE in de accountancy hier. Tijdens de persconferentie werd ook het jaarverslag van 2024 van de AFM gepresenteerd. Het jaarverslag is hier te lezen.
Geef een reactie