
De minister besloot op 4 april om niet te kiezen voor een ingrijpende, maar volgens de Rekenkamer effectieve hervorming van het controlebestel, zoals die werd voorgesteld in een rapport onder leiding van oud-Kamerlid Evert Jan Slootweg. Deze variant had moeten leiden tot een duidelijkere rolverdeling en meer onafhankelijkheid voor de externe controleur.
Jarenlange voorbereiding leidt niet tot fundamentele verandering
Al sinds 2021 wordt gewerkt aan een verbeterd controlesysteem dat beter aansluit bij internationale standaarden. Een zogenaamde peer review, uitgevoerd door de rekenkamers van Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Canada, adviseerde destijds om de externe controle te versterken. De Algemene Rekenkamer leunt momenteel te zwaar op de Auditdienst Rijk (ADR), die onder verantwoordelijkheid van de minister van Financiën valt.
Het Slootweg-rapport voorzag in een hervorming waarbij de ADR zich zou concentreren op haar interne auditfunctie, terwijl de accountantsfunctie volledig over zou gaan naar de Algemene Rekenkamer. Dit zou leiden tot een zuiverder scheiding van taken, versterking van het financieel beheer binnen ministeries en een efficiënter controlesysteem.
Minister kiest voor uitstel en extra controlelast
De minister kiest echter niet voor deze fundamentele wijziging, omdat hij de reorganisatie van de ADR en uitbreiding van de Rekenkamer “te ingrijpend” vindt. De Rekenkamer waarschuwt dat deze beslissing juist leidt tot méér controles, een zwaardere werklast voor ministeries en extra kosten, terwijl de arbeidsmarkt voor accountants al krap is.
Volgens het Slootweg-rapport zouden er juist 56 fte’s bespaard kunnen worden. In plaats daarvan zijn nu extra controleurs nodig om het huidige – in de ogen van de Rekenkamer minder efficiënte – systeem draaiende te houden.
Parlement moet knoop doorhakken
De Rekenkamer roept de Tweede en Eerste Kamer op om een einde te maken aan het jarenlange getalm en te kiezen voor een structurele oplossing die wél toekomstbestendig is. Met de gekozen aanpak blijft de afhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer van de ADR bestaan, en wordt niet voldaan aan internationale standaarden voor onafhankelijke externe controle.
Een sterkere, onafhankelijkere Rekenkamer zou bovendien kunnen zorgen voor snellere en efficiëntere controle van de rijksuitgaven. Zo zouden de jaarverslagen en het oordeel van de Rekenkamer voortaan al in april beschikbaar kunnen zijn, in plaats van pas halverwege mei. Dit zou het parlement in staat stellen tijdiger lessen te trekken voor de lopende en toekomstige begrotingsjaren.
De Rekenkamer benadrukt dat deze hervorming niet alleen een kwestie is van doelmatigheid, maar ook een bijdrage levert aan de versterking van de democratische rechtsstaat.
Geef een reactie