Een zorginstelling die verslavingszorg aanbiedt, behandelt onder anderen heroïneverslaafden. Een behandeling is het reduceren van overlast door het verstrekken van middelen als methadon door de Heroïne Behandeling Unit (HBU). Die behandelwijze wordt gefinancierd vanuit een gemeentelijke subsidie. Daarnaast kunnen verslaafden zich ook laten behandelen om de verslaving zelf aan te pakken. Dat zogeheten ZPM-traject wordt vergoed door zorgverzekeraars.
Onderzoek naar dubbele declaraties
In oktober vorig jaar komt er een vraag binnen van een zorgverzekeraar: er is een HBU-behandeling gedeclareerd en dat lijkt niet te kloppen. Het blijkt dat er soms ook een ZPM-consult wordt gegeven aan mensen met een gemeentelijk gefinancierd HBU-traject.
De zorgverzekeraar neemt genoegen met het antwoord, maar de zorginstelling vraagt een medewerker van de financiële administratie te onderzoeken of er sprake is van dubbele declaraties. Ze komt twee maanden later met een verslag waaruit blijkt dat gesubsidieerde HBU-behandelingen regelmatig ook bij de zorgverzekeraar in rekening worden gebracht. Alleen al in 2024 zou er drie ton ten onrechte zijn gedeclareerd.
Doofpot of te beperkt onderzoek?
Het rapport is in januari aanleiding voor overleg in de top van de zorgorganisatie. De vrouw die het onderzoek heeft gedaan, meldt zich dezelfde dag ziek. Nog dezelfde maand volgt er een nieuwe werkinstructie die de administratie van het HBU-traject moet verbeteren.
Er volgt ook een gesprek met de zieke medewerker, die in bijzijn van bestuursvoorzitter aangeeft dat zij geen vertrouwen meer heeft in de directeur bedrijfsvoering: die wil de kwestie onder het tapijt vegen, vermoedt ze. Ze heeft namelijk te horen gekregen dat er “geen behoefte is” aan het corrigeren van gegevens over oude jaren en vindt dat er geen stabiele financiële administratie staat.
De bestuursvoorzitter stelt mediation voor en een terugkeer naar het werk voor 50%. Alleen vindt de directeur bedrijfsvoering dat geen goed idee zolang de onenigheid over de declaraties niet uit de wereld is geholpen: “[…] zolang zij bang is dat ik de accountant zou informeren over haar betrouwbaarheid rond de HBU (wat ik nooit zou doen nu jij het hebt besproken met de RvT en besluit hebt genomen waar ik me in kan vinden), begrijp ik dat dat voor haar eerst uit de wereld moet”, schrijft de medewerker aan de bestuursvoorzitter. Die stelt haar vrij van werk zolang het mediationtraject nog niet loopt.
Gewetensnood
Eind februari laat ze weten het er toch niet mee eens te zijn dat is besloten geen correctie toe te passen op de dubbele declaraties vanwege “te onduidelijke regelgeving, te onduidelijke registratie, te moeilijk om de feiten te achterhalen”. “Het feit dat de bestuurder de financiële commissie van de raad van toezicht hierover heeft geïnformeerd is voor ondergetekende vooralsnog afdoende omdat dit in de notulen van de Raad van Toezicht vastgelegd wordt. Tegelijk is het de vraag of hier als het gaat om het opstellen van een betrouwbare jaarrekening over 2024 wel het juiste besluit genomen is. (…) Voor mij betekent dit dat ik in gewetensnood kom, door aan de ene kant opvolging te willen geven aan een beslissing van de bestuurder, en aan de andere kant open en eerlijk te communiceren met de accountant over de inhoud van de jaarrekening en verslaglegging te kunnen doen op een wijze die de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voorschrijven.”
PwC: geen vermoeden van dubbele declaraties
Er komt een gesprek met de directeur Zorg, die aangeeft dat een gesubsidieerd ‘rookmoment’ kan samenvallen met een behandeling die bij de zorgverzekeraar wordt gedeclareerd. Geconfronteerd met de bevindingen van de collega stelt hij dat het elektronisch voorschrijfsysteem Medimo als bron onvoldoende is voor die conclusies. Hij schat dat 90% van de cliënten die methadon voorgeschreven krijgt, ook in behandeling is.
In maart wordt accountant PwC geïnformeerd over het interne onderzoek. In het accountantsverslag over 2024 staat daarover: “Gedurende het controleproces zijn wij op de hoogte gebracht van een intern onderzoek inzake de HBU’s. Het onderzoek gaat over mogelijke dubbele financiering van heroïnebehandelingen via zowel ZPM-consulten als HBU-subsidies. De aanwijzing gaat ervan uit dat heroïneverstrekking als medicatieverstrekking regelmatig wordt geschreven op een ZPM-traject, terwijl dit al bekostigd wordt via de HBU-subsidie. Het onderzoek toont aan dat de aanwijzing niet leidt tot een vermoeden van dubbele declaraties. Wij kunnen ons vinden in deze conclusie.”
De mediation slaagt uiteindelijk niet en de zorginstelling treft de medewerker voor de rechter: de werkgever wil de arbeidsovereenkomst ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.
Klokkenluiderstatus helpt niet
De rechter vindt dat de vrouw als klokkenluider kan worden aangemerkt, want ze heeft een vermeende misstand aangekaart. Alleen beschermt dat haar niet tegen benadeling, omdat de arbeidsverhoudingen niet onder druk zijn gezet door de melding, maar door het door de vrouw opgezegde vertrouwen in de directeur bedrijfsvoering.
De kantonrechter vindt dat de zorginstelling de melding serieus heeft genomen. Uiteindelijk is geconcludeerd dat het vermoeden niet terecht was en dat de werkwijze zou worden aangepast. De klokkenluidster kon zich vinden in dat besluit. “Daarmee leek de melding in beginsel voor partijen naar tevredenheid te zijn afgehandeld, waarbij de conclusie was dat het vermoeden van de misstand niet terecht was.”
Non-actiefstelling passend
De werkgever heeft voldoende onderbouwd dat eerst de verhoudingen moesten worden hersteld voordat de vrouw weer aan de slag ging. “Dat [de vrouw] in dat kader geen contact mocht hebben met derden of de accountant, hetgeen [de werkgever] overigens betwist, acht de kantonrechter niet onredelijk, nu eerst moest worden gewerkt aan de interne verhoudingen voordat zij contact kon hebben met derden. Een non-actiefstelling komt de kantonrechter onder die omstandigheden passend voor.”
De relatie tussen het gebrek aan vertrouwern en de melding is niet aangetoond, vindt de kantonrechter. “Verweerder heeft bepaalde uitlatingen gedaan omdat zij bang was dat er lichtzinnig met het onderzoek werd omgegaan. Dat die angst terecht was, onderbouwt ze echter niet. Het zijn daarmee uitlatingen die zijn gedaan op basis van persoonlijke belevingen.” Bovendien speelde de hoge werkdruk op de financiële administratie ook een rol.
Persoonlijk belang
Dat de vrouw is blijven vasthouden aan de conclusies van haar eigen (beperkte) onderzoek, heeft wat de rechter betreft niet meer te maken met afhandeling van een melding van een vermoeden van een misstand en het maatschappelijk belang dat in het geding is, maar om haar eigen persoonlijk belang. “Zij stelt immers haar functie niet meer te kunnen uitoefenen, omdat zijzelf geen vertrouwen heeft in de uitkomsten van het door [de werkgever] verrichte onderzoek, zonder te kunnen aangeven dat en waarom de resultaten van dat onderzoek niet juist zijn.”
Ook de verklaring van PwC heeft haar niet op andere gedachten gebracht. “Op deze manier heeft er geen verdere dialoog kunnen plaatsvinden om vastzittende overtuigingen te doorbreken.” De rechter is het dus met de zorginstelling eens dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Het opzegverbod bij ziekte is niet van toepassing, omdat de gedragingen van de vrouw niet voortkomen uit een ziekte of een gebrek.
De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 december 2025.



Mij ervaring van het ZORG PLUS thuis bezoek was heel veel Freude van mij Indicatie was ZORG PLUS maken Groot en veel Uren van mij Indicatie Zonder mij te helpen.
Dus iemand is kritisch aan het kijken en dit is wat je krijgt. Corrupte bende weet je nu al