De Hypotheker heeft een aantal scenario’s doorgerekend. Uit deze berekeningen blijkt dat de stijging van de gemiddelde netto maandlasten veel lager uitvalt dan de stijging van de bruto maandlasten. Zo is vanwege de hogere hypotheekrente ook sprake van een groter belastingvoordeel wat het verschil kleiner maakt.
Als de rentevaste periode van een hypotheek afloopt en de hypotheekrente op dat moment hoger is dan tijdens de periode waarin de hypotheek werd afgesloten, leidt dit tot hogere maandlasten. Woningbezitters krijgen een aantal maanden voor het aflopen van de rentevaste periode van hun hypotheekverstrekker een rentevoorstel dat is gebaseerd op de huidige marktrente. De hypotheekrente ligt nu veel hoger dan in de periode van 2016 tot 2021, toen de rente op een historisch laag niveau stond. Sinds het laagste punt in 2021 is de gemiddelde 10-jaars hypotheekrente zonder Nationale Hypotheek Garantie met ruim drie procentpunt gestegen, van 1,05 naar 4,07 procent. Woningbezitters die in 2016 kozen voor een rentevaste periode van tien jaar krijgen volgend jaar een nieuw rentevoorstel.
Effecten aflopen rentevaste periode beperkt bij volledig annuïtaire hypotheek
Voor veel huizenbezitters geldt dat zij tijdens de periode van lage rente kozen voor een langere rentevaste periode. In 2021, toen de gemiddelde 10-jaarsrente 1,05 procent bedroeg, sloot ongeveer 76 procent van de huizenkopers een hypotheek met een rentevaste periode van 16 jaar of langer. Dat geldt echter niet voor iedereen. Zo’n 16 procent van de hypotheken is afgesloten met een kortere rentevaste periode tot tien jaar, waarvan bijna 10 procent tussen de 6 t/m 10 jaar. Voor veel van deze woningbezitters loopt deze periode in de komende jaren af. Voor woningbezitters met een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek is de impact het grootst. Zo is een stel met een hypotheek van 450.000 euro, waarvan 250.000 euro annuïtair en 200.000 euro aflossingsvrij met een rente van 2,4 procent voor 10 jaar gemiddeld netto 206 euro per maand extra kwijt bij de huidige gemiddelde hypotheekrente van 4,05 procent. Mocht in dit voorbeeld de hypotheek volledig annuïtair zijn, stijgen de netto maandlasten met 91 euro. Dit geeft aan dat de effecten bij een volledige annuïtaire hypotheek beperkt zijn. De Hypotheker heeft ook twee scenario’s doorgerekend waarbij een hypotheek werd gesloten in 2021 tegen een hypotheekrente van 1,1 procent, op het laagste punt in de markt (zie rekenvoorbeelden in de bijlage).
“De hypotheekrente heeft lange tijd historisch laag gestaan. Dat veel woningbezitters in deze periode kozen voor een langere rentevaste periode, biedt hen nu bescherming tegen de aanzienlijke rentestijging waarvan sindsdien sprake is geweest. Voor Nederlandse woningbezitters die een kortere rentevaste periode hebben gekozen, betekent dit echter wel dat de maandlasten gaan stijgen. De impact van deze stijging is afhankelijk van de hypotheekvorm. Bijvoorbeeld in het geval van een deels aflossingsvrije hypotheek, eventueel vallend in box 3, zal de stijging van de maandlasten hoger uitvallen dan bij een volledig annuïtaire hypotheek”, zegt Mark de Rijke, commercieel directeur van De Hypotheker. “Gelukkig lijkt de impact van de hogere hypotheekrente over de gehele linie mee te vallen. Toch is het voor huizenbezitters van wie de rentevaste periode afloopt belangrijk zich tijdig voor te bereiden om niet voor verrassingen te komen staan. Het is goed om van tevoren de verschillende opties – zoals de hypotheek oversluiten, extra aflossen of kiezen voor een andere hypotheekvorm – goed door te rekenen, zodat je ook in de komende jaren grip houdt op je maandlasten.”
Raadpleeg hier de rekenvoorbeelden waarin De Hypotheker laat zien welke effecten de hogere hypotheekrente en het aflopen van rentevaste periodes hebben op de maandlasten.



Geef een reactie