Toen Daan wakker werd voelde hij zich duf in zijn hoofd. Hij wilde blijven liggen, zich ziek melden. Langzaam drong het tot hem door dat dit niet ging. Hij had vandaag een afspraak met de Belastingdienst. Een klant van hem had controle gehad en daar waren een aantal onregelmatigheden naar voren gekomen.
Wat er precies aan de hand was wist Daan ook niet, maar volgens de Belastingdienst was het belangrijk dat hij er bij was. Aan de ontbijttafel probeerde hij de krant te lezen. Maar de woorden, laat staan de zinnen, drongen niet echt tot hem door. Van het bravoure die hij de avond daarvoor had over Wouter was evenmin veel over. Was dit nu een kater vroeg hij zich af? Toen hij gisteravond naar bed ging zat er nog ruim een kwart van de whisky in de fles. Van de laatste slokken kon hij zich niet zoveel meer herinneren. Hoe hij in zijn bed was gekomen ook niet. Volgens zijn vrouw had hij vannacht ontzettend liggen snurken. Gelukkig had zij de kinderen al naar school gebracht, voordat ze naar haar werk ging. Daan schaamde zich. Dat hij het zover had laten komen! Hij nam nog twee kopjes extra sterke koffie. Bij het laatste kopje slikte hij ook een paracetamol. Hij kon nu weer een beetje denken. Alhoewel hij zich alles behalve nuchter wilde noemen. Hij dacht terug aan gisteravond en besefte dat hij Wouter niet zou kunnen ontlopen tijdens de eerst komende vennotenvergadering.
Tegen tien uur stapte hij in de auto. Gelukkig had hij dossier van zijn klant gisteren al meegenomen. Zodoende hoefde hij niet meer langs kantoor. De klant waar het om ging was een bouwbedrijf dat wonderwel de crisis had doorstaan. Ze hadden voldoende opdrachten gehad en doordat ze gebruik maakte van veel ZZP’ers konden ze de benodigde arbeidscapaciteit flexibel inzetten. Daan meldde zich bij de secretaresse. ‘Ze zijn er al. Je kunt doorlopen. Wil je wat drinken?’
‘Doe maar koffie, met een glas water.’
Hij opende de deur. De Belastingdienst was met twee man sterk. Dat kon nog wat worden, bedacht hij.
‘Daan van Dalenburg,’ zei hij terwijl een hand gaf.
‘Koen Volkersma, controlemedewerker Belastingdienst’
‘Remy de Vriessen, Belastingdienst’
De secretaresse bracht de koffie en een kan water.
‘Laten we maar meteen van wal steken,’ zei Remy. Die is kennelijk de baas, dacht Daan. Hij had zijn glas water al leeg. Wat had hij een dorst zeg. Hij schonk zichzelf nog maar eens een glas water in. Het bureau waar ze met zijn vieren om heen zaten was eigenlijk te klein. Koen een beetje gedrongen, eind vijftig, had een hele stapel dossiers op de hoek van het bureau gelegd.
‘We hebben de afgelopen drie maanden de administratie van Yorki Bouw B.V. gecontroleerd. Dat in het kader van een landelijk onderzoek naar achterstallige balansschulden voor de omzetbelasting.’
‘Ik weet er van,’ zei Daan ‘Maar volgens mij heeft mijn klant helemaal geen achterstallige BTW-schulden.
‘Als je naar de balans kijkt heeft u wellicht gelijk. Maar ons onderzoek heeft anders uitgewezen.
‘Gaat u door.’
Nu ging Koen verder. ‘Toen ik hier voor het boekenonderzoek kwam, heb ik om een crediteurenlijst gevraagd. Op die crediteurenlijst staat een post Diverse Crediteuren.’ Hij pakte een computeruitdraai uit een van zijn dossiers en legde die op tafel. ‘Wat valt u op?’
‘Nou, ieder jaar komt er een bedrag bij.’
‘Dat vindt u niet vreemd?’ vroeg Remy streng.
‘Nou ik ga echt niet bij ieder klant de hele crediteurenlijst doornemen,’ reageerde Daan geïrriteerd. ‘Dan komen we nooit door het werk heen..’ Laat staan dat we er nog wat aan verdienen, wilde hij aanvullen. Maar de sfeer van het gesprek was er niet naar om zo’n opmerking te maken.
‘Wel, wel,’ nam Koen het woord weer over. ‘Die bedragen op diverse crediteuren betreffen dus niet afgedragen omzetbelasting.’ Daan zag zijn klant op de stoel heen en weer aan het schuiven. Zelf was hij verbouwereerd. Was dit de ultieme wraak van Schuimstra. Die checkte altijd de jaarrekening voordat hij, Daan de aangifte deed. Maar hij schudde die gedachte weer van zich af. Voor Schuimstra zou dit als hij nog leefde ook een bijzonder nare verrassing zijn.
‘U begrijpt dat we dit niet zo maar kunnen laten passeren.’
‘Dat begrijp ik. Om wat voor bedrag gaat het eigenlijk?’
‘Ruim 150.000 euro.’
Dat is een boel geld, dacht Daan. Waarom heeft klant dit eigenlijk gedaan? Hij bedacht dat zijn klant zeker ook een boete zou krijgen. Minimaal vijftig procent, maar het kon ook wel honderd procent worden.
‘Maar dat is nog niet alles’ ging Remy verder en hij keek naar Koen.
‘We hebben ook nog gecontroleerd of er van iedereen wel een deugdelijke VAR-verklaring aanwezig was.’
‘Dat was niet het geval,’ zei Koen.
Lees hier aflevering 1 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 2 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 3 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 4 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 5 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 6 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 7 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 8 van het feuilleton Rumoer in de maatschap.
Lees hier aflevering 9 van het feuilieton Rumoer in de Maatschap
Geef een reactie