Is de beroepseed de panacee voor het accountantsberoep? Nee! Is de toekomst van accountants– wanneer iedere accountant de eed heeft afgelegd – schandaalvrij? Nee! Is de eed altijd relevant? Nee! Is de eed daarom overbodig? Nee.
De discussie over de accountantseed loopt al weer een hele tijd. Voor– en tegenstanders hebben vaak- soms – plausibele argumenten. Er worden vergelijkingen getrokken met andere beroepsgroepen zoals artsen, notarissen, parlementsleden, bankiers en over die vergelijking wordt soms gniffelend gesproken. Er wordt nog eens verwezen dat een persoon die een accountantsopleiding heeft gevolgd lang niet altijd in het wettelijke verplichte controledomein werkzaam is. In de controlepraktijk is zo’n eed misschien nog wel relevant. Maar hoe zit dat in het MKB? Daar heb je alleen een klantrelatie! Of hoe zit dat met accountant in business? Die doet helemaal andere dingen.
Ik ga even niet mee in die lijnen van de discussie. Ik wil eigenlijk even terug naar een discussie over waarden en normen. En in dit geval de waarden en normen van een beroepsgroep en de symbolen die daarbij horen. Wat mij betreft is een eed zo’n symbool. Niet onmiddellijk van materiële waarde en zeker geen garantie dat er nooit meer iets fout gaat. Accountants hebben een wettelijke taak en een bij wet beschermde titel. Daarbij moeten accountants wel bedenken dat u die beschermde taak en titel niet aan uzelf heeft te danken. U heeft weliswaar het diploma gehaald, gefeliciteerd. Maar het wettelijk monopolie en de titel heeft u aan de wetgever, het parlement, de kiezer – en tot die laatste groep hoor ik – te danken.
Die wettelijke bescherming biedt u het een en ander, maar vraagt ook wat terug! Bijvoorbeeld dat u zich houdt aan allerlei regels. Gelukkig doen de meesten van u dat ook. Desondanks is er niets mis met een discussie over de waarden van uw beroep. Daar komen regels uit voort. Daar hoort gedrag bij. Wat doe je wel en wat doe je niet? Door horen controlemechanismen bij. Daar hoort ook toezicht bij. En een pakkans en – last but not least – een stevige sanctie wanneer een collega/beroeps- of titelgenoot van u onverhoopt uit de bocht vliegt.
Daarom is zo’n eed mijns inziens toch wel een goed idee. En natuurlijk, regels voor goed gedrag gelden voor iedereen. Dat maakt de waarde van de beroepseed symbolisch. Maar u heeft straks de eed wel uitgesproken. En dan kun u nooit meer roepen: ‘Ja, maar ik w…..’
Mathijs zegt
Interessante discussie. Echter de eed louter bezien als symbool doet geen recht aan de diepere dimensie of het gewicht van de eed. De eed is vanouds een aanroepen van God tot getuige. Om trouw en waarheid daardoor te bevestigen in een gebroken samenleving. Dat geeft het juiste gewicht, Hij alleen kent het hart en oordeelt rechtvaardig tot Zijn eer.
Inderdaad bevordert de eed het welzijn van de samenleving.