In de afgelopen weken sprak ik veel accountants die zich negatief uitlaten over de beroepseed. Op diverse media wordt hierover geschreven en Joost Groeneveld sprak zich hier recentelijk nog uit tegen de beroepseed. Ik heb daarop gereageerd, maar de beroepseed is belangrijk genoeg om met een uitgebreidere reactie te komen.
Waarom ik voor een beroepseed voor accountants ben? Heel simpel. Ons beroep is bij wet geregeld en beschermd, net als de koning, leden van het kabinet, Tweede en Eerste Kamerleden, artsen, advocaten en notarissen. En wat is een belangrijk verschil tussen al deze beroepen en accountants? Wij leggen bij onze benoeming geen eed af. Eigenlijk wel raar, toch? Of beseffen we als accountants te weinig dat we een bijzondere positie innemen? Ik merk dat ik wanneer ik dit deel met studenten ‒ maar ook met inmiddels afgestudeerde en ingeschreven accountants ‒ nog weleens raar word aangekeken. Een paar jaar geleden was de toenmalige voorzitter van de NBA ook verrast, toen de minister na de economische crisis aangaf dat accountants een systeemrol hebben. Die systeemrol hebben we wel degelijk, want wij zijn de enigen die het wettelijk mandaat hebben om zekerheid toe te voegen aan financiële verantwoordingen.
Veel accountants die de eed niet willen, voeren als argument aan dat zij niet ‒ of in belangrijke mate niet ‒ meer het openbare beroep van accountant uitoefenen. Ze pleiten er dan ook voor om de eed alleen te laten afleggen door díe accountants die nog werkzaam zijn in het openbaar beroep. Maar bedoelen ze dan alleen de accountants die onder een OOB- dan wel een niet-OOB-vergunning werken? Of moeten de samenstellende MKB-accountants ook de eed afleggen? Maar hoe leggen we dat nu weer uit aan de wereld? We hebben al verwarrende regelgeving, waarbij we dit onderscheid maken. Als ik dan voorstel om hun titel in te leveren, reageren ze vaak furieus; daar hebben ze niet vele jaren voor geblokt! Tja, dat snap ik wel, maar het blijft verwarrend: een beroepstitel en een opleidingstitel. Bij heel veel andere eedafleggers speelt dat niet. Een jurist legt pas een eed af als hij advocaat wordt en een Tweede Kamerlid ‒ is daar een opleiding voor? ‒ ook pas wanneer hij gekozen is in de Tweede Kamer. Het beroep waar we wel mee vergelijkbaar zijn, is het beroep van arts. Artsen spreken de eed uit bij het verkrijgen van de artsenbul. Omdat we in ons beroep geen onderscheid maken (of misschien wel durven te maken) tussen de beroepstitel en de opleidingstitel, is er geen andere mogelijkheid dan alle accountants de eed af te laten leggen. Anders zou dit te verwarrend zijn voor het maatschappelijk verkeer.
Het tweede argument dat veel tegenstanders van de beroepseed gebruiken, is dat er wel heel veel aandacht is voor de accountant in relatie tot het maatschappelijk belang. Of men stelt het nog scherper; er zijn activiteiten die accountants verrichten zonder rekening te houden met het maatschappelijk belang. Misschien is het in dit kader goed om eerst eens te kijken wat nu precies de beroepseed is:
‘Ik ben mij ervan bewust dat ik als accountant dien te handelen in het algemeen belang.
Ik oefen mijn beroep uit met een professioneel-kritische instelling. In de uitoefening van mijn beroep als accountant laat ik mij leiden door fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid.
Ik houd mij aan de wetten en regelgeving die op mijn beroep van toepassing zijn.
Mijn professionaliteit brengt met zich mee dat ik geen handelingen verricht waarvan ik weet of behoor te weten dat die het accountantsberoep in diskrediet kunnen brengen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig/dat beloof/dat verklaar ik.’
Het kan aan mij liggen, maar de beroepseed lijkt een beetje op een compacte samenvatting van onze gedrags- en beroepsregels. Waarbij professionaliteit nog een beetje uitgelicht is. Daar zijn we het denk ik met ons allen wel over eens. Volgens mij zit het venijn in de eerste zin: ‘Ik ben mij ervan bewust dat ik als accountant dien te handelen in het algemeen belang’. Die klinkt in ons vakjargon al snel als dat we in alle situaties moeten optreden als in een assurance-opdracht. Maar ik geef u ter vergelijking even de artseneed:
‘Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten.
Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.
Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen.
Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving en zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk.
Ik zal zo het beroep van arts in ere houden.
Dat beloof ik.
Of:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.’
Ik wil even inzoomen op de zin ‘Ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving en zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen’. Ik hoop dat als een arts mij opereert, hij niet continu bezig is met zijn verantwoordelijkheid voor de samenleving, maar dat hij zich vooral even op mij focust. Maar het geeft wel aan dat ook een arts zich bewust moet zijn van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zo zie ik het ook in de eed van de accountant; het gaat om de bewustwording van het feit dat we een maatschappelijk beroep hebben. Dat is niet voor elke handeling die we verrichten even relevant, maar het gaat om het gevoel en de bewustwording. En dat is bij ons ‒ vooral cijfermatige mensen ‒ toch al een beetje ‘ondergeschoven’.
Het laatste wat ik van de tegenstanders hoor, is dat het niet helpt. Tja, dat is ook maar een mening. Misschien moeten we het eens laten onderzoeken door de Foundation for Auditing Research. Wat ik merk, is dat we er veel over discussiëren en dat is volgens mij al een eerste waardevolle bijdrage van de eed. Dat de inhoud een beetje scherp is, dat is ook niet erg. Want als die niet schuurt, dan heeft hij ook geen zin. En ik heb nog een oefening voor u. Ga voor de spiegel staan en spreek de eed uit. Voelt u iets, raakt het u? Prima, dan is er niets aan de hand. Raakt het u niet, herhaal de oefening dan nog een keer. Nog steeds geen gevoel? Prima, stuur een brief naar de NBA waarin u aangeeft dat u uitgeschreven wenst te worden.
Fou-Khan Tsang RA, deze blog is geschreven op persoonlijke titel.
Erik zegt
Artsen hebben in hun werk ook te maken met beperkingen die worden opgelegd vanuit zorgverzekeraars, overheid en wie dan ook, die ervoor zorgen dat patiënten niet altijd (tijdig) de juiste zorg krijgen. Die eed is dan net zo’n wassen neus als de accountantseed.
John zegt
Probleem zit hem in het feit dat de gecontroleerde de controleur betaald en vrij is om zijn eigen controleur te kiezen. Veel gehoorde opmerking hierover is: “dat is bij een arts – patiënt verhouding ook zo”. Echter hebben de arts en de patiënt een gemeenschappelijk doel: namelijk de gezondheid van de patiënt. Het doel van de onderneming (eigen belang) kan wel eens verschillen van het doel van de accountant (het maatschappelijk belang). Dit zijn dan de gevallen waar het mis gaat. Een beroepseed zal hier naar mijn idee niet veel aan veranderen.
Frank zegt
Ik heb bezwaar tegen de formulering “Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Daarmee legt iemand de verantwoordelijkheid voor de naleving buiten zichzelf (namelijk bij God). Wat is er tegen “Dat beloof ik.”, ook voor een religieus persoon?
Govert zegt
De slotzin “Zo waarlijk helpe mij God almachtig” betekent niet dat je de verantwoordelijkheid buiten jezelf legt. Integendeel, de eigen verantwoordelijkheid wordt nadrukkelijk hierdoor uitgesproken en daarbij is de hulp van God onmisbaar! Dat wil het slotakkoord van de eed laten horen.
Jan zegt
Helemaal eens met Fouk. Als je de eed niet kan onderschrijven, onderschrijf je ook de Verordening Gedrags en broepsregels niet. En als je die niet kan onderschrijven, waarom ben je dan nog ingeschreven als accountant?
Verder bevreemd het mij dat er veel discussie is over dit onderwerp, terwijl ik tijdens de ALV over dit onderwerp wel wat discussie heb gehoord, maar niet al deze mensen heb gezien.
Maar laten we stoppen met de discussie en vooruit kijken. De discussie rond de eed laat ons weer nadenken over de fundamentele beginselen en daarmee weer een stap zetten naar het toepassen hiervan.
Jim Pawirodikromo zegt
Wat mij betreft is “accountant zijn” een attitude: You own it or you don’t!
Daarom kan er wat mij betreft geen splitsing zijn in onze beroepsgroep als het gaat om het wel/niet afleggen van de eed.
Wat betreft het “ownen”: het ter discussie stellen van de eedplicht nu dit een realiteit is, maakt het voor de buitenwereld ook niet echt duidelijker. Straks legt een eed-tegenstander uiteindelijk toch de eed af. Hoe weegt Jan Modaal deze eed-aflegger? You said the words, but you don’t own it?
Fijn om een positief geluid te lezen aangaande ons beroep, Fouk. Keep it up!
Corneel Spil, voorzitter OvRAN zegt
Het artikel van Fou-Khan Tsang en sommige commentaren steunen op ernstige misvattingen. Ik noem er slechts twee.
– Allereerst is de eed helemaal geen samenvatting van de fundamentele beginselen voor accountants. In die eed is handelen in het algemeen belang als belangrijkste eis opgenomen. Dit is een groteske poging het publiek te misleiden. Deze NBA eis gaat daarmee onnodig veel verder dan de Ifac Code of Ethics. Daar wordt de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang genuanceerd door de uitleg: “Therefore, a professional accountant’s responsibility is not exclusively to satisfy the needs of an individual client or employer. In acting in the public interest a professional accountant should observe and comply with the ethical requirements of this Code.” En in die ethische eisen komt het algemeen belang niet voor.
– Fou-Khan Tsang en diverse commentaren lijken ook te denken dat accountants “het” accountantsberoep uitoefenen en een systeemfunctie hebben. Iedereen weet toch dat openbaar accountants zoals NBA dat definieert slechts een grote minderheid is. En die systeemfunctie is voorbehouden aan slechts enkele honderden. De overgrote meerderheid werkt voor een werkgever of zichzelf. Niemand weet ook precies wat het algemeen belang inhoudt in concrete situaties. Hoe kun je er dan op beroepen? inconcret esituaties.
Corneel Spil, voorzitter OvRAN zegt
Het artikel van Fou-Khan Tsang en sommige commentaren steunen op ernstige misvattingen. Ik noem er slechts twee.
– Allereerst is de eed helemaal geen samenvatting van de fundamentele beginselen voor accountants. In die eed is handelen in het algemeen belang als belangrijkste eis opgenomen. Dit is een groteske poging het publiek te misleiden. Deze NBA eis gaat daarmee onnodig veel verder dan de Ifac Code of Ethics. Daar wordt de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang genuanceerd door de uitleg: “Therefore, a professional accountant’s responsibility is not exclusively to satisfy the needs of an individual client or employer. In acting in the public interest a professional accountant should observe and comply with the ethical requirements of this Code.” En in die ethische eisen komt het algemeen belang niet voor.
– Fou-Khan Tsang en diverse commentaren lijken ook te denken dat accountants “het” accountantsberoep uitoefenen en een systeemfunctie hebben. Iedereen weet toch dat openbaar accountants zoals NBA dat definieert slechts een grote minderheid is. En die systeemfunctie is voorbehouden aan slechts enkele honderden. De overgrote meerderheid werkt voor een werkgever of zichzelf. Niemand weet ook precies wat het algemeen belang inhoudt in concrete situaties. Hoe kun je er dan op beroepen in concrete situaties?
J.C.H. Schoenmaker RA zegt
“handelen in algemeen belang”…. kan iemand (NBA!!) uitleggen wat “algemeen belang” is en hoe ver dat rijkt; is dat mijn kinderen naar een internationale school sturen, is dat voor of tegen een Brexit stemmen, het toepassen van euthanasie, in kader van het “algemeen belang”? Het begrip is veel te breed en niet genoeg concreet; mee eens dat dit afgebakend moet worden, zoals ook duidelijk is dat de accountant zich “houdt aan wet-en regelgeving die op het beroep van toepassing zijn”; dus fout parkeren kan gelukkig nog steeds, om maar een voorbeeld te noemen.
Ben niet tegen het afleggen van een eed, maar dan wel een eed die ik ook in de praktijk kan brengen.
jules zegt
Zeker een goed idee om het eens te laten onderzoeken door de Foundation for Auditing Research waarbij gelijk in het onderzoek meegenomen wordt hoe met dit fenomeen omgegaan wordt in landen die een vergelijkbare cultuur hebben met Nederland.
Het moet immers niet mogelijk zijn dat buitenlandse accountants toegelaten worden op Nederlandse bodem die geen beroepseed hebben afgelegd.
Ik laat me verrassen!
Coen zegt
Op zich ben ik niet tegen een eed. Mits de eed dan wel bewust en vrijwillig afgelegd kan worden waarbij er een terdege besef is van de belangen en wat men verklaart. Op dit moment is het een reactie op de kritiek vanuit de overheid en maatschappij op de accountantsrol. Een dergelijke eed geeft dan een schijnzekerheid en valt in dezelfde categorie als “Controleverklaring van de onafhankelijke accountant”… als we er maar onafhankelijk bij zetten, dan zijn we het ook opeens? De eed is een pleister plakken op de wonden, zonder de wonden schoon te maken. Als je de wonden schoon maakt en dan komt met een pleister dan heeft het ook de juiste waarde. Ofwel, de eed is een slotstuk, niet een plakmiddel in de hoop dat dan de alle problemen zijn opgelost. Dan krijgt de eed wel de waarde die het verdient en wordt het ook inderdaad een trots recht om hem af te leggen want je treedt toe tot een select gezelschap. Nu als plakmiddel zie je de discussie’s eromheen en volgt uit de discussie al wat de betekenis is: schijnzekerheid. Het punt dat deze discussie’s lopen zegt eigenlijk al genoeg over de waarde: niet te schatten.
G.C. Vergeer zegt
veel woorden maar weinig tot geen toevoeging. Met de beroepseed zul je aan het onvolprezen maatschappelijk verkeer, zelfs de verstandige leek, nog meer moeten uitleggen. We kunnen het elkaar nauwelijks of niet uitleggen. Zijn accountants dan onverstandige leken? Neen, dat zijn ze niet. Maar iets uitleggen dat niets toevoegt, hooguit nog meer verwarring (of gegrinnik), is niet uit te leggen.
noam zegt
Op de ALV waren ca. 300 leden aanwezig van de ca. 5000 NBA leden.
En ca. 60% hiervan was tegen de eed.
Geen sprake van ” betrokken ” leden bij wie een “EED ” toegevoegde waarde heeft voor het hun edele beroep van accountant.
Kortom vooralsnog wordt het beroep gedragen door deskundigheid en niet door mentale draagkracht.
Is de eed of de belofte misschien niet meer dan een tenue ceremoniele ?
Sybren Kalkman zegt
‘Ik ben mij ervan bewust dat ik dien te handelen in het algemeen belang’ betekent heel wat anders dan ‘ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving’, zoals de artsen dat in hun eed beloven. De accountantsbelofte is absoluut, laat geen ruimte voor afweging, zonder enige uitzondering is het algemeen belang de norm. De belofte van de artsen zegt niet anders dan dat hij zich van zijn verantwoordelijkheid bewust is, maar zegt niet hoe hij daarmee om moet gaan. Dat is een heel essentieel verschil.
Piet Baijense zegt
Nog een essentieel “verschilletje”: bij mijn beste weten is het beslist niet verplicht de artseneed af te leggen. Als ik goed ben ingelicht is het traditie en niet meer dan dat. Het al dan niet afleggen van de artseneed heeft geen enkele juridische consequentie.
Om een artseneed te gebruiken als stellig argument ten gunste van de acceptatie van de accountantseed lijkt me dan ook niet direct voor de hand liggen. Een arts die de eed niet aflegt kan volwaardig arts zijn. Voor accountants (RA/AA) ligt dat blijkbaar anders….
Daarenboven: de door Fou-Khan Tsang gehanteerde formule van de eed is ‘een’ formule maar niet “de artseneed” zoals ten onrechte in zijn opinie staat (zonder ook maar enigszins te willen twijfelen aan zijn goeder trouw!). Het Nederlandse Artsenverbond hanteert nog een eed die gebaseerd is op de traditionele Eed van Hippocrates. Daar staat de verantwoordelijkheid voor de samenleving niet in, maar verder is het ook een volwaardige artseneed.
Met een verwijzing naar een niet juridisch afdwingbare artseneed volgens een willekeurige formulering kan ik nagenoeg niets bij mijn opinievorming.