Twee AA’s hebben hun controleopdracht vrij plotseling teruggegeven. Hierdoor kwam de ondernemer in dringende tijdnood om nog een wettelijke controle door een andere accountant te laten uitvoeren.
Een ondernemer die een snel groeiende, relatief jonge onderneming exploiteert, krijgt in 2012 voor het eerst te maken met een wettelijke controle. Deze controle werd uitgevoerd door twee accountants. Ook voor de jaren 2013 en 2014 werd een opdrachtbevestiging getekend. In oktober 2015 wordt de controleopdracht 2014 teruggegeven en de werkzaamheden daartoe beëindigd. Als reden werd gegeven dat de accountants bij de uitvoering van hun werkzaamheden veel problemen hebben ondervonden waardoor zij hun werkzaamheden niet efficiënt hebben kunnen uitvoeren.
Irritatie
Tussen de ondernemer en de accountants is veel irritatie ontstaan over de uitvoering van de controlewerkzaamheden. Volgens de ondernemer hebben de accountants hun controlewerkzaamheden niet voortvarend en/of tijdig uitgevoerd. Ook vindt de ondernemer dat de accountants hun controleopdrachten abrupt hebben teruggegeven.
Geen specifieke regels
De Accountantskamer kan uit de veelheid van overgelegde stukken niet de conclusie trekken dat de accountants hun controlewerkzaamheden niet voortvarend en/of tijdig hebben uitgevoerd. Wat betreft het abrupt teruggeven van een controleopdracht stelt de Accountantskamer vast dat er ten aanzien van de wijze waarop controleopdrachten dienen te worden beëindigd geen specifieke regels zijn. Alleen dat een dergelijke beëindiging gemeld moet worden bij de AFM. In het geval van het opzeggen van een opdracht tot het samenstellen van jaarrekeningen brengt het fundamentele beginsel van (deskundigheid/vakbekwaamheid) en zorgvuldigheid met zich mee dat een accountant eerst zijn bevindingen bij de directie van de entiteit rapporteert en die op de hoogte brengt van het voornemen tot opzegging van de opdracht.
Onvoldoende controle-informatie
Wat betreft de controleopdracht voor 2014 hebben de accountants onweersproken gesteld dat zij over onvoldoende controle-informatie beschikten, aldus de Accountantskamer. De accountants hebben volgens de rechter eerder al de problematiek van het verkrijgen van controle-informatie aan de orde hadden gesteld. Daarbij komt dat de ondernemer meer dan een maand later schriftelijk reageert op de opzegging. Daarom waren de accountants, naar het oordeel van de Accountantskamer, niet verplicht om formeel eerst nog een waarschuwing uit te doen gaan en heeft de ondernemer onvoldoende onderbouwd waarom de opzegging van de controleopdracht voor 2014 te abrupt was.
Dringende tijdnood
Wat betreft de controleopdracht voor 2013 hebben de accountants in oktober 2015 aan de ondernemer medegedeeld dat zij deze, ondanks veel problemen, gaan afronden. In december sturen ze echter weer een brief waarin ze meedelen dat zij de opdracht opzeggen. Naar het oordeel van de Accountantskamer hebben de accountants, niet, althans onvoldoende, duidelijk gemaakt wat er tussen oktober en december is voorgevallen. Ook hebben zij niet duidelijk gemaakt wat de ondernemer heeft nagelaten dat aanleiding heeft gegeven om de opdracht per direct te staken. Anders dan de opzegging van de opdracht voor 2014 hadden de accountants in dit geval, naar het oordeel van de Accountantskamer, de ondernemer na de brief van oktober moeten waarschuwen alvorens de opdracht op te zeggen. Dit geldt nog meer nu de ondernemer in december in dringende tijdnood kwam om nog een wettelijke controle door een andere accountant te laten uitvoeren. De Accountantskamer komt dan ook tot de conclusie dat de controleopdracht voor 2013 zonder redelijke grond plotseling is opgezegd.
Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid
Volgens de Accountantskamer is alleen de accountant die de opdracht heeft aanvaard en ook plotseling heeft opgezegd tuchtrechtelijk aansprakelijk. Deze accountant heeft volgens de rechter gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA. De Accountantskamer heeft meegewogen dat de accountant alvorens de controleopdracht voor 2013 te beëindigen nog advies heeft ingewonnen. Ook heeft hij uit eigen beweging verzocht de vergunning voor het doen van wettelijke controles in te trekken. Ook is gesteld noch gebleken dat een nadere (laatste) waarschuwing naar verwachting tot zodanig gewijzigde omstandigheden zou hebben geleid dat de controleopdracht voor 2013 daarna niet meer had kunnen worden en/of niet zou zijn beëindigd. Daarnaast is niet vast komen te staan dat de ondernemer concreet nadeel heeft geleden van enkel het abrupt opzeggen van de controleopdracht voor 2013. Ook is niet eerder een maatregel aan de accountant opgelegd. Alles afwegend is de Accountantskamer van oordeel dat in deze klachtzaak kan worden volstaan met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.
16/1927 en 16/2178 Wtra AK van 3 april 2017
Geef een reactie