Voor Hans Hoogervorst is het een beetje een thuiswedstijd. Hij noemt Amsterdam dan ook een prima locatie voor de internationale conferenties van de IASB. Centraal, goed bereikbaar, vliegveld dichtbij. 29 juni vond de IFRS conference plaats in het Amsterdamse Okura hotel. Daar ging hij uitgebreid in op de nieuwe IFRS-standaard rond verzekeringen. In gesprek met hem over het draagvlak van IFRS en dat is stevig.
Wat heeft de IASB sinds 2001 bereikt?
‘Heel veel. IFRS is een wereldstandaard geworden. 126 landen passen het verplicht toe. Waaronder de EU, Rusland, Turkije, Saudi Arabië en Iran. In Azië nemen steeds meer landen deel. India neemt grote delen van IFRS-standaarden over. Dat geldt ook voor China. In Japan is gebruik van IFRS vrijwillig, maar daar zie je wel dat inmiddels 30% van de betreffende ondernemingen ook in IFRS rapporteert.
De grote uitzondering is de USA. Hoewel buitenlandse ondernemingen die ook een notering hebben op Wall Street, zgn. listed companies, wel IFRS mogen toepassen. Ik denk dat de financiële crisis daar toch een grote stoorzender is geweest. Het is de grootste kapitaalmarkt ter wereld. Om dan hun eigen standaarden op te geven, daar werden ze misschien net iets te nerveus van.’
Het hanteren van één norm voor verslaggeving, worden we daar beter van?
‘Alleen al in Europa hadden we vroeger 20 verschillende nationale standaarden. Die ook nog eens sterk van elkaar verschilden en ook verouderd waren. Toen Daimler Benz einde vorige eeuw naar Wall Street ging hadden zij hun winst- en verliesrekening opgeleukt met stille reserves. Dat kan nu niet meer en dat is goed. Binnen Europa is veel meer vergelijkbaarheid. Je hebt de Esma – European Securities and Markets Authority, Europese koepel van toezichthouders zoals de AFM (red.) – waar alle toezichthouders samen komen. Er is nu veel meer harmonisatie.
Belangrijke aanstichter van IFRS was de Aziëcrisis van 1997 toen het een na het andere ogenschijnlijk gezonde bedrijf in Korea en Thailand omviel. Thailand zit nu bijna op IFRS, Korea zit nu op IFRS. Jaarrekeningen van Thaise en Koreaanse ondernemingen kun je daar nu gewoon lezen.’
En vertrouwen?
‘Het komt natuurlijk ook aan op de toepassing. Maar dat hebben wij niet in de hand. Over het geheel genomen gaat dat heel redelijk in de wereld. Maar je kunt nooit iets helemaal blind aannemen.’
De AFM is in Nederland nog steeds niet tevreden over de auditkwaliteit
‘Op zich is de kwaliteit in Nederland… .’ Hoogervorst maakt zijn zin niet af. Hij vervolgt: ‘Een toezichthouder mag ook nooit tevreden zijn. Vergeet ook niet dat het toezicht op accountants nog niet zo oud is. Pas vanaf 2006. Jammer dat er nog steeds onvoldoende vooruitgang is. Maar goed, daar kan ik nu niet intreden. Ik kan dat vanuit mijn positie niet beoordelen.’
Op IFRS 16 Leasestandaarden kwam vanuit KPMG de kritiek dat die standaard een wezenlijke invloed kan hebben op het businessmodel van een onderneming
‘Als het businessmodel is geweest om leases vooral te gebruiken om een schone balans te kunnen opleveren dan moet een onderneming inderdaad zijn business model veranderen. Omdat zo’n onderneming eigenlijk kunstmatig zijn balans schoon hield! Terwijl er wel degelijk hele grote verplichtingen waren. Dat is nu dus veel transparanter. Als je leasing alleen gebruikt vanwege de flexibiliteit, of omdat het een makkelijke vorm van financiering is dan hoef je de verslaggeving niet te veranderen. Als het voornaamste oogmerk was om de jaarcijfers er beter uit te laten zien, dan moet je veranderen. Dat is dan ook terecht.
Al onze standaarden doorlopen een lang proces: discussion papers, exposure drafts, we vragen veel om kritiek. We weten dat we de wijsheid niet in pacht hebben. Dat we fouten maken. We moeten horen wat er in de praktijk speelt. We kunnen die praktijk niet overzien met 150 mensen vanuit een kantoor.’
Staat fair value te centraal?
‘Nee. In ons conceptual framework staat het heel duidelijk: Het oogmerk van een jaarverslag is niet om de waarde van de onderneming te weerspiegelen. Dat is van veel factoren afhankelijk. De waarde van een bedrijf is afhankelijk o.a. toekomstige kasstromen, maar ook van “intangibles” zoals technologische kennis en marktpositie.’
Wat is dan wel het grote doel?
‘Wat investeerders als uitgangspunt voor hun berekeningen, opinievorming en waarde-inschatting gebruiken. De winst en verliesrekening geeft veel sterker de economische realiteit weer dan de balans. Die kwaliteit moet goed zijn. Daarvoor zijn betrouwbare verslaggevingsregels belangrijk.
Nog even terug naar fair value. Als je naar onze standaarden kijkt dan speelt dat een beperkte rol. Het speelt vooral in de financiële wereld. Waar men nu eenmaal met financiële instrumenten werkt. Die kun je alleen maar met fair value goed meten.Voor een normaal bedrijf dat niet te veel verwikkeld is in de financiële wereld zoals bijvoorbeeld Akzo is eigenlijk historische kosten nog steeds dominant. Zij gebruiken fair value alleen voor het waarderen van derivaten.’
Hoe verhouden de IFRS SME standaarden zich ten opzichte van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving?
‘IFRS SME is bedoeld voor bedrijven die niet beursgenoteerd zijn. Het zijn sterk vereenvoudigde IFRS-regels die nu in meer dan 80 landen worden toegepast. In Europa mag ieder land doen wat het wil. Nederland kiest voor het handhaven van de nationale standaard.’
Zou er veel veranderen wanneer de RJ zou verdwijnen?
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Ik weet niet wat de grote verschillen zijn met IFRS SME. Nooit in verdiept. Het is niet iets waar ik wakker van lig. Het gaat daarbij niet over de kapitaalmarkten.’
IFRS wordt door landen gemeenschappelijk opgepakt. Tegelijkertijd zien we Brexit en het niet doorgaan van internationale handelsverdragen als TTIP. Zijn dat tegengestelde bewegingen? Heeft dat een uitstraling op de IASB?
‘Dat is een terechte vraag. We hebben dat nog niet gezien. Er is een tendens tegen globalisering. Wij zijn een exponent van globalisering. We hebben nog geen sterke reactie gezien. Groot-Brittannië heeft besloten om uit de EU te stappen. Maar wil wel een global player blijven en IFRS blijven toepassen. Ik denk dat het voor de meeste landen een cost-benefit analysis is. Het is geen onderdeel van beleid waarbij soevereiniteit zo verschrikkelijk belangrijk is. IFRS is ook vooral technisch. De voordelen voor het bedrijfsleven zijn voor investeerders zo groot dat het door blijft gaan. In de luchtvaartindustrie gaat men ook geen internationale standaarden ontmantelen.’
Gaat IASB na Brexit van Londen naar Amsterdam?
‘Brexit was voor ons best wel een dreun. Wij zijn niet British, we zijn ook niet Europees, wij zijn internationaal en een global organisation. Het zal het werken voor ons niet makkelijker maken. We hebben veel stafleden uit de EU, die straks waarschijnlijk toch via een visum binnen moeten komen. Dat zal wel goed komen, maar is ook gewoon gedoe. We kijken nu wel samen met de Britse overheid naar wat ze voor ons kunnen doen om ons het leven niet te zuur te maken. Maar we willen onze opties wel een beetje open houden. Engeland verlaten heeft veel voeten in de aarde. Je hebt een diepe Engelstalige arbeidsmarkt met veel accountancykennis. Die heb je niet in heel veel andere landen. Amsterdam zou best leuk zijn (lach), accountancytraditie, arbeidsmarkt, luchthaven, enzovoort. Allemaal belangrijk.’
Hoogervorst hield in Amsterdam op de Internationale IFRS-conference een uitgebreid verhaal n.a.v. IFRS-standaard 17 Verzekeringen. Volgens hem een lastige bedrijfstak om standaarden voor te ontwikkelen omdat momenten van premie betalen en uiteindelijke dienstverlening in de tijd heel ver uit elkaar kunnen liggen. Dat is een technisch ingewikkeld verhaal. Volgens hem worden nog steeds veel, verouderde nationale standaarden gebruikt die ook nog eens vaak zwaar verouderd zijn. Hij geeft als voorbeeld een verzekeringsmaatschappij die volgens twee verschillende nationale standaarden moet rapporteren en daardoor – bij dezelfde transacties en cash flows – op totaal verschillende resultaten uitkomt. Hans Hoogervorst speech – Amsterdam 2017 |
Geef een reactie