Een accountant in business, als leidinggevende werkzaam bij de Belastingdienst, werd door een boze accountant ten onrechte aangesproken op gebrek aan vakbekwaamheid of professionaliteit, vanwege beperkte tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor wat betreft niet-professionele diensten. Dat heeft de Accountantskamer beslist. 17/1483 Wtra AK
De ex-accountant had een geschil over de aftrek van btw in 2016, die werd afgewezen. Hij voerde langdurige civielrechtelijke procedures over een winstaandeel in de periode 1994-1999. Op zijn aangiften omzetbelasting over 2016 bracht hij omzetbelasting over gemaakte advocaatkosten in aftrek, om teruggaaf te krijgen. Dat werd afgewezen.
Bedreigend
De accountant zou zich tijdens een bedrijfsbezoek van een belastingambtenaar intimiderend en bedreigend hebben gedragen. Zelf vond hij overigens dat het andersom was. Hij kreeg een stevige schriftelijke uitbrander van de teamleider van de Belastingdienst, mede uit naam van de plaatsvervangend directeur. Een tijdje later volgde een nieuwe brief, op een iets minder hoge toon.
Geen professionele dienst
Volgens de Accountantskamer was er in de zaak waar het om draaide, helemaal geen sprake is van een professionele dienst als bedoeld in datzelfde artikel. En evenmin kan de accountant in business, die plaatsvervangend directeur MKB is, tuchtrechtelijk worden aangesproken op haar professionaliteit, zoals omschreven in artikel 3, omdat zij niet de schrijfster was van een brief waar de klager over struikelde, maar slechts mede-ondertekenaar in naam. Dus kan zij er ook niet tuchtrechtelijk voor verantwoordelijk worden gehouden. De klacht tegen haar werd ongegrond verklaard.
Geef een reactie