Een werkgever is in beginsel verplicht om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een slapend dienstverband te beëindigen onder betaling van een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding. De eis van goed werkgeverschap brengt met zich mee dat een werkgever een werknemer niet in een slapend dienstverband mag houden met als enige reden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen.
Prejudiciële vragen
Dat schrijft advocaat-generaal De Bock in een advies aan de Hoge Raad naar aanleiding van prejudiciële vragen die de rechtbank Limburg heeft gesteld in een zaak over slapende dienstverbanden. De rechtbank Limburg wilde antwoord op de vraag of, en zo ja onder welke omstandigheden, een werkgever als goed werkgever akkoord moet gaan met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer tot beëindiging van het slapende dienstverband, onder betaling van de wettelijke transitievergoeding.
Hoge kosten geen argument
Advocaat-generaal De Bock vindt dat een werkgever in beginsel verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, een ‘slapend dienstverband’ te beëindigen onder betaling van een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding. Sinds er een wet is waarin is geregeld dat werkgevers door het UWV worden gecompenseerd voor betaling van de transitievergoeding aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, gaat het argument dat een werkgever op hoge kosten wordt gejaagd, niet meer op.
Goed werkgeverschap
Bovendien is duidelijk dat de wetgever af wil van de ‘slapende dienstverbanden’. Op grond daarvan brengt de eis van ‘goed werkgeverschap’ met zich mee dat een werkgever een werknemer niet in een ‘slapend dienstverband’ mag houden, met als enige reden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Op de werkgever rust dus de verplichting om, op verzoek van de arbeidsongeschikte werknemer, het ‘slapende dienstverband’ te beëindigen, met betaling van een bedrag ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Dit kan anders zijn als de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de arbeidsongeschikte werknemer toch in dienst te houden, bijvoorbeeld als er een reëel uitzicht is op re-integratie.
Werknemer met rugklachten
De zaak bij de rechtbank Limburg draait om een werknemer die sinds een aantal jaren met ernstige rugklachten thuis zit, na tientallen jaren lichamelijk zwaar werk te hebben verricht. De werknemer wordt door zijn werkgever in een slapend dienstverband gehouden. De werknemer eist van zijn werkgever schadevergoeding, omdat de werkgever niet bereid is om het slapende dienstverband te beëindigen, onder betaling van de wettelijke transitievergoeding.
Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.
Geef een reactie