De invoering van de Participatiewet heeft nauwelijks geleid tot verhoging van de baankansen, zoals beoogd met de wet. Dat blijkt uit een evaluatie van de Participatiewet door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Voor de grootste groep, de klassieke bijstandsgerechtigden, is er amper een verschil. Voor mensen die het recht op toegang tot de sociale werkvoorziening verloren, daalde de kans op werk. Voor jonggehandicapten met arbeidsvermogen stegen de baankansen. Hun inkomenspositie verslechterde echter en het gaat vaker om tijdelijk werk.
De evaluatie brengt volgens het SCP verschillende oorzaken in beeld voor deze resultaten:
Nieuwe, onbekende rol voor gemeenten
Met de invoering van de Participatiewet werden taken overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. De tegenvallende resultaten zijn onder andere te wijten aan opstartproblemen bij de gemeenten. Gemeenten moesten wennen aan hun nieuwe taak en een nieuwe doelgroep.
Verkeerde aannames
De problemen zijn deels ook structureel van aard. Aannames in de wet blijken niet te kloppen met de praktijk. Zo is niet iedereen in staat om te werken en heeft de overgang van verschillende wetten naar één Participatiewet niet geleid tot minder complexiteit. Verder is een deel van de doelgroep niet in beeld.
Financiering
Een ander probleem is de wijze van financiering binnen de wet. Gemeenten ontvangen van het Rijk middelen om mensen die onder de Participatiewet vallen naar werk te begeleiden. Die middelen zijn vrij te besteden. Als gemeenten op uitkeringen besparen, mogen ze het restant houden en ook vrij besteden. Dit prikkelt gemeenten om hun inspanningen bewust te richten op de meest kansrijke groep binnen de totale doelgroep.
Groep werkgevers met mensen uit doelgroep in dienst groeit niet
61% van de werkgevers geeft aan bereid te zijn iemand uit de doelgroep te plaatsen, 59% verricht ook inspanningen daartoe, maar slechts 19% komt tot een plan. Een derde van alle werkgevers heeft daadwerkelijk mensen uit de doelgroep in dienst en deze groep is sinds de invoering van de Participatiewet niet gegroeid. Plannen van werkgevers voor een plaatsing lopen in de praktijk vaak stuk. Enerzijds wegens gebrek aan geschikte vacatures en anderzijds is het maken van de juiste match een zeer intensief, continu proces, waarbij veel werkgevers onderweg afhaken. Wanneer het wel lukt om mensen te plaatsen, betreft dit vooral mensen met lichamelijke beperkingen en met een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt.
Verslechterde inkomenspositie voor jonggehandicapten
Met de invoering van de Participatiewet is de Wajong-regeling voor jonggehandicapten afgeschaft voor nieuwe instroom met arbeidsvermogen. Voor de invoering van de Participatiewet werkte 29% van de 18-jarige Wajongers in het derde jaar na instroom, terwijl dat sinds de invoering van de wet voor 18-jarige vergelijkbare jonggehandicapten vanaf 2015 38% is. Een toename dus, maar de inkomenspositie van jonggehandicapten is verslechterd. Ze werken vaak in deeltijd en steeds vaker via een tijdelijk contract. Jonggehandicapten in het doelgroepregister (Banenafspraak) zijn wel vaker duurzaam (langer dan een jaar) aan het werk.
Minder kans op baan voor doelgroep Wsw
Van de wachtenden van eind 2014, die te maken kregen met de Participatiewet, kwam 39% in de vier daaropvolgende jaren aan het werk. Van de wachtenden in eerdere jaren, die bleven vallen onder de Wsw, was dit 55% tot 63%. Als men een baan vond, betrof dit in 52% van de gevallen een baan voor minimaal één jaar. Voor invoering van de Participatiewet was dit zo’n 70%. Ze zijn daarbij ook vaker afhankelijk van een uitkering om in hun levensonderhoud te voorzien. Onder de wachtenden van 2014 zijn echter minder werkenden te vinden die vier jaar later geen uitkering hebben (42%) dan onder die van 2010-2013 (47% tot 55%).
Klassieke bijstandsgerechtigden: nauwelijks groei in baankansen en vast werk
De klassieke bijstandsgerechtigden zien de baankansen nauwelijks verhoogd sinds de invoering van de Participatiewet. Hun baankansen waren laag vóór invoering van de Participatiewet (7%) en zijn dat sindsdien ook gebleven (8%). De kans om uit te stromen uit een bijstandsuitkering is eveneens maar iets gestegen: van 15% naar bijna 16%. Ook voor deze doelgroep geldt o.a: minder banen voor ten minste een jaar, minder vaste contracten, meer kleine banen tot 20 uur per week.
Bron: SCP
Geef een reactie